Zoek in de site...

herdenkingsvieringen van de afgelopen jaren in de Studentenkerk van medewerkers en studenten

Herdenking overledenen RU

Herdenking van de overledenen aan de Radboud Universiteit Nijmegen in de jaren:

  • 2001 thema: Dichtbij: liefde...
  • 2002 thema: Achtergelaten
  • 2003 thema: Niet bang voor de dood
  • 2004 thema: Gedragen door onzichtbare handen
  • 2005 thema: De dood als deur
  • 2006 thema: De tijd verandert jou en je verdriet
  • 2007 thema: Kringen in het water
  • 2008 thema: De Roos

2008

STUDENTENKERK 3-11-2008

Thema: de Roos

roos Illustratie John Hacking

C'est pourtant nous qui t'avons proposé

de remplir ton calice.

Enchantée de cet artifice,

ton abondance l'avait osé.

TU étais assez riche, pour devenir cent fois toi-même

en une seule fleur;

c'est l'état de celui qui aime ...

Mais tu n'as pas pensé ailleurs.

Toch zijn wij het die je hebben aangezegd

je kelk te vullen.

Betoverd door dit vermogen

greep je in weelde boven je uit.

Je was rijk genoeg om honderd maal jezelf te worden

in een enkele bloem;

zo kan het wie liefheeft gaan ...

Maar het is voor jou vanzelfsprekend.

Uit: R.M.Rilke: De rozen - Weergave Nederlands: Maria de Groot

Opening

Muziek: Barber - Agnus Dei

Wees welkom, in deze korte viering waarin wij onze geliefde dierbaren willen noemen – willen herdenken, willen eren met onze woorden. Wij stellen hen present in ons midden, wij steken een licht voor hen aan, stellen hen zo tegenwoordig.

Zij zijn niet weg, zij zijn niet uit onze herinnering verdwenen. Zij leven voort in ons, wij dragen nog dagelijks de beelden van hen in ons mee. Hun aanraking, hun kus, hun glimlach, hun tranen.

Zo zitten wij bijeen: verbonden door verdriet, geraakt door datgene wat de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. Het afscheid van hen waar we zoveel van houden. De en het verdriet die dit afscheid hebben veroorzaakt, zij vergezellen ons alle dagen, misschien wel alle uren.

Ook deze pijn, dit verdriet mag er zijn. Het is de keerzijde van onze liefde toen wij onze dierbaren nog dichtbij ons hadden in levende lijve. Het is ook het bewijs dat onze liefde niet over is, dat zij duurt en duurt, dat zij snijdt in ons vlees, in onze gedachten, in onze ziel. Zo werkt de liefde. Een brandend vuur.

Vandaag stellen wij de roos centraal, de roos als metafoor voor de liefde. De roos met de bloedrode kleur die ook ons raam siert. En het rood keert overal terug in deze ruimte. De roos met de dorens van de pijn en het verdriet, de roos van de ontloken liefde, de roos van de liefde die afscheid moet nemen, die verbroken wordt door de dood. Daarom wens ik ons allen veel sterkte bij dit moment van herdenken, veel kracht bij het uiten van je diepste gevoel. Heel veel sterkte.

Ik weet haast niets meer

van alles wat ik eens heb willen zeggen.

Ik wil haast niets meer zeggen.

Alleen iets van het licht.

Wat kan een hamer

die spijkers in het licht slaat?

De val

uit het lichaam

en de angst

omdat het licht

het niet houdt.

Het lachen van het licht

en van de eindeloze echoos

van het lachen van het licht.

Het lachen van het licht

omdat het alles

kan zien.

In de holten

van het licht

past het allemaal

wel:

Steen,

Boom,

Dier,

Mens.

Alleen

slaat nu al

dodelijk licht daardoorheen.

Alle woorden

om het licht heen

zijn er te zacht voor,

bloembladen

om een zon heen

die ook onze harde dood sterft

aan licht dat niet beweegt.

Ik grens

aan twee kanten

aan het licht:

ik word verwekt

en ik ga dood:

een spiegel

kijkt in een spiegel

Zoveel

bogen

van licht,

maar ook zoveel

luiders

van klokken.

Hans Andreus

Muziek A. Corelli : Adagio uit sonata 1a voor viool en piano

Motto: Een brandende kaars is voldoende om de ruimte van onze gedachten, onze gebaren, onze geschriften, te begrenzen.

Bitter is onze teleurstelling, niet over de grenzen van het licht heen te kunnen. Schrijven is dan eigenlijk niets anders dan een beetje licht om de woorden verspreiden.

Edmond Jabès

Een brandende kaars in een donkere ruimte, een beetje licht, een beetje veiligheid. Zo zou je onze menselijke bestaanswijze kunnen omschrijven. Met onze gedachten, onze gebaren, onze verlangens staan wij in de wereld van het leven. Om ons heen, buiten de randen van het licht, is het donker. Het donker van de geschiedenis, van eeuwen leven en overlijden, miljoenen die ons voorgingen. Het donker ook van de kosmos, onmetelijk groot en ruim. En, wij hier op deze kleine aarde, belicht door de zon, 12 uur en dan is het weer nacht, zwemmen daar in rond. Donkerte om ons heen.

Toch ervaren, beleven wij het niet zo in het dagelijks leven. Wij leven in het licht en wij handelen ernaar. Al onze daden zijn wakkere daden, wij zijn wakker, we slapen niet. Dat doen we als het weer voor even, voor 8 à 10 uur donker wordt.

Toch ervaren wij ook iets van het grote donker dat ons omgeeft. Niet als wij naar de sterrenhemel kijken, maar vooral ook binnen in onszelf als de dood ongenadig hard ingrijpt en de dierbare mens waar we van houden uit ons leven wordt weggerukt. Soms plotseling, soms na een ziekbed, een leven van vechten en worstelen, of na een rustig afscheid.

Dan is het donker buiten ook een donker binnen. Dan helpt geen kaars, geen licht. Dan helpt en dat pas op termijn alleen een troostend woord, een zachte hand, een lieve aai, een innige omhelzing. Maar eerst moet die donkerheid in jou stem krijgen, klank, schreeuw. Een kreet van pijn, tranen van verdriet. En in woorden gegoten kan het langzaam, heel langzaam lichter worden. Maar dat gaat niet vanzelf. Het donker laat zich niet verdrijven. Het donker doet slechts heel langzaam stappen opzij. En er zijn misschien mooie, warme, diepe woorden nodig, woorden die getuigen van respect, van begrip, woorden die kunnen invoelen, die kunnen verwoorden wat pijn is, die dan licht kunnen brengen.

Daartoe zijn wij bij elkaar. Met aarzelende kleine woorden, met zachte vriendelijke woorden, als blaadjes aan de rozeknop. Zo willen wij ook onze woorden omvormen tot gebed – voor onze dierbare en voor onszelf en voor allen die ons zeer ter harte gaan.

Leggen wij ons gebed voor aan God

Voor onze dierbare en geliefde overledenen,

Uit onze handen weggerukt door de dood,

Overgegeven in de handen van God,

Soms met strijd, soms met overgave…

Voor een thuiskomst van hen, waar geen lijden, geen verdriet meer is.

Levend in het eeuwige licht…

Voor onszelf die achterblijven, met een leegte in ons hart,

Pijn en verdriet omdat wij geraakt zijn door dit afscheid,

Gewond tot in het diepst van onze ziel

Voor troost, in woord en gebaar, als een warme deken om ons heen,

Dat we niet de moed verliezen, en durven blijven hopen,

Kracht vinden om dit verlies te leren dragen.

Voor allen die moeten afscheid nemen van dit leven,

Ongewild, als slachtoffers van oorlog en geweld,

getroffenen door een ramp, onze dierbare zieken voor wie geen hoop meer is.

Voor allen die achterblijven en die moeten leren leven

Met dit verdriet, dit gat in hun leven,

Voor kracht en doorzettingsvermogen om toch

Te blijven geloven in het goede, het schone en het rechtvaardige,

Kracht van de liefde die sterk is als de dood. Amen

Wij lezen de namen van onze dierbare overledenen en steken een lichtje aan

Muziek A. C

Een laatste roos bloeide,

omdat zij daartoe nog zes blaadjes had.

Die zaten samen, bol en bloot

en van de koude donkerrood.

De platte bladeren der platanen

hingen reeds neer om los te gaan en

gingen los en zwierden neer.

Ook reeds in zonnig windstil weer.

Neer ook moesten na een poos

twee blaadjes van de late roos.

Zo bloeide zij geluidloos door.

Daar had zij nog vier blaadjes voor.

Zo gestorven als maar kon

stond hoog, diep gras nog in de zon.

Toen knakte het en raakte langzaam

de aarde aan als met een wang.

De roos raakte tegelijkertijd

twee blaadjes, een, twee blaadjes kwijt.

Ze lagen plotseling gezond

maar dood beneden op de grond.

De dagen werden kort, vergeeld.

Slechts in de huizen werd gespeeld.

De roos, nu bijna menselijk oud,

bloeide nog, maar innig koud.

Twee vlekjes rood en een buikje groen

daar kon zij het blijkbaar ook mee doen.

De sneeuw viel. In de verte snel;

vlakbij zweefde hij evenwel.

De roos ook sneeuwde levensgroot

met haar twee blaadjes. Een. Twee. Rood.

Ach dacht zij, nu heb ik dus niets.

Toen bloeide zij maar zonder iets.

Wie het bloeien heeft verleerd

doet zeer waarschijnlijk iets verkeerd.

Leo Vroman

Zegenwens

In het licht van deze kaarsjes hebben wij onze dierbaren present gesteld.

Wij gaan van hier – gedragen door dit licht – in herinnering verbonden.

Graag wens ik ons allen heel veel sterkte voor de komende tijd,

De komende weken en maanden – veel onderlinge warmte en troost,

Veel gedeeld verdriet en goede herinneringen. Heel veel sterkte.

Als u wilt kunt u nog even blijven zitten in de kerk,

U kunt ook nog even napraten bij een kop koffie of thee in onze ontmoetingsruimte.

Muziek : Allegri – Misere mei Deus

Rose, eût-il fallu te laisser dehors,

chère exquise?

De fait une rose là où le sort

sur nous s'épuise?

Point de retour. Te voici

qui partages

avec nous, éperdue, cette vie, cette vie

qui n'est pas de ton âge.

Roos, was het niet beter geweest je buiten te laten,

liefste verkorene?

Wat doet een roos daar waar het noodlot

zich over ons leeg stort?

Het zij zo. Daar ben je

die deelt

met ons, radeloos, dit leven, dit leven

dat niet van jouw leeftijd is.

Uit: R.M.Rilke: De rozen - Weergave Nederlands: Maria de Groot

2007

Studentenkerk 5-11-2007


Overasselt vennen Illustratie John Hacking

Thema: Kringen in het water

Beste mensen graag heet ik u welkom in de Studentenkerk namens de Radboud Universiteit Nijmegen.

We zijn hier samen gekomen om stil te staan bij de mensen die van ons zijn heen gegaan – die zijn weggenomen door de dood. Wij dragen de herinneringen aan hen mee als een schat in ons hart. Misschien heeft het afscheid bijna een jaar geleden plaatsgevonden en is het toch nog dichtbij, lijkt het pas gisteren….Voor anderen is het kort geleden, misschien wel zo kort geleden dat je het soms nog steeds niet kunt bevatten.

Hoe het verdriet er ook uit ziet, het is er, het valt niet te ontkennen, het mag er zijn. De leegte die iemand achter kan laten kan zo maar op eens tot je door dringen bijvoorbeeld terwijl je een kop koffie inschenkt of wanneer je een wandeling maakt die je vroeger altijd samen maakte. Op de meest vreemde momenten kan het je overvallen, die leegte, dat gemis.

Vandaag is het thema kringen in het water. Water dat verbonden is met het leven, de stroming van het leven, een bron van leven. Water is ook verbonden met de dood. Water wordt als symbool van wedergeboorte gezien, water als de tranen om het gemis. Zij laten kringen achter op het water….

Jouw dood maakt kringen

In het koude water,

Kringen waarin ook ik gevat ben

En die mij dragen

Als een web van liefde

Om de stil bloeiende lotus heen.

Eindeloos schijnt

de zon in het water.

Meditatie: wat is dood?

Onder water

grif ik je naam

in de granieten bedding

van mijn stroomgebied.

Tussen de wieren

van het verleden

flitsen pijlsnelle vissen

als mensen voorbij.

Alleen in de diepte

mag ik je voortaan ontmoeten:

mijn warme tegenstroom,

mijn lief.

Het staat vast

dat je dood bent.

Maar wat is dood?

H. Michaelis

slenaken Illustratie John Hacking

Wat is dood?

Onze eigen dood blijft onvoorstelbaar. De dood van onze geliefde dierbare, de dood van hen die wij vanavond hier herdenken, die wij eren met een lichtje, met het noemen van hun naam, is een feit. Hard en pijnlijk, niet te ontkennen. Misschien wel een ervaring als een overval. Zekerheid uit handen geslagen, een vertrouwde wereld wreed verstoord. Als de dood inbreekt in ons leven Laat hij sporen na: sporen van verdriet, sporen die littekens vormen in onze ziel, onuitwisbaar.

Met die sporen leven wij, Zij zijn niet alleen gekerfd in onze huid, onze ziel, Maar ze doortrekken ook het landschap waarin wij leven. Telkens als we geconfronteerd worden met kleine dingen Ervaringen gevoelens, emoties Die ons doen herinneren aan hen die wij verloren. In die sporen vervolgen wij ons nieuwe leven. Een leven dat is aangebroken na deze dood. Er is geen terug achter deze ervaring, Wij zullen haar met ons mee moeten dragen – Of we willen of niet: we hebben geen keuze. Maar we hoeven niet alleen te gaan.

Misschien staan er velen om ons heen, Die ons af en toe opvangen, vasthouden, troosten. En wij hebben onze herinneringen, dat wat was. Misschien een schamele troost Als het verdriet nog vers is, Maar later tijdens de reis zal blijken hoe waardevol Hoe kostbaar ze zijn – zoals de dichter zegt:

Er is nog plaats voor jou in onze woorden,

de dagen dragen stilte voor je aan

en in de vlucht van meeuwen zit je witte reis verpakt

steeds verder van ons weg

steeds minder vlees en bloed...

W. Verhegghe

Heel veel sterkte deze dagen en al de tijd die nog komen zal…

We lezen de namen van de overledenen en steken een lichtje aan.

Ook u krijgt de gelegenheid om daarna een lichtje aan te steken voor uw dierbaren

Gebed

Laten we het stil maken binnen in ons. Zo maken we ruimte voor God.

Wij bidden U voor onze dierbare geliefden, Zij die nu mogen rusten in uw handen, in uw licht, Hen die wij vanavond met eerbied en respect hebben genoemd. Onze geliefden…

God we vragen U, wees aanwezig, Op momenten dat het gemis te groot voelt om te dragen. Op die momenten wanneer we het gevoel hebben dat we er alleen voor staan. Ervaringen die we graag zouden willen delen met hen die ons dierbaar zijn maar die er nu niet meer zijn. Wees aanwezig.

God, laat er mensen zijn die om ons heen staan, dichtbij. Mensen die een arm om ons heen slaan, een gebaar van troost …Dat we tot rust kunnen komen Bij wie we ons geborgen weten in ons verdriet

God, wees ook aanwezig bij al die mensen over de hele wereld die een gemis van een dierbare moeten dragen. Dat er mensen zij die hen troostend en liefdevol nabijstaan. Dat er een nieuwe morgen mag aanbreken in het besef dat de ander steeds in de herinnering aanwezig zal zijn Dat zij zich geborgen mogen voelen in Uw troostende aanwezigheid. Amen

Waterspiegel

Ben ik nog zichtbaar

Vraag ik aan het water

En neem een voorschot

Op het antwoord

Ik zie een tuimelende val

En zuig de toekomst naar me toe

Ze lijkt zo ongerept en roerloos

Af te wachten tot ik kom.

Voor elke lijn die nu verschijnt

Bedenk ik curven zekerheid

Als: toen en vroeger, weet je nog?

Voorbij mijn twijfels is een

Straks verborgen. Ergens.

Steeds en dichterbij.

Annette v.d. Bosch

Allerzielen

De waterkant die zij verdichtte,

ligt zacht na al die jaren.

Nog altijd fluistert daar het riet

wat ons zal wedervaren.

De oeverrand, de overwal,

het zachtgekleurde land.

Het zwijgend veld, de horizon,

verstilde waterkant.

De wind roept het de halmen toe

ginds van de overzijde;

verdrijft met zachte bries de waas

boven de groene weide.

Haar hand die naar de mijne reikt,

terwijl we samen zwijgen,

trekt mij stil van de waterkant

ginds naar de overzijde.

Andreas Inderwisch - December 2003

2006

Studentenkerk 30 oktober 2006

pasen Illustratie John Hacking

Thema: De tijd verandert jou en je verdriet

Midwinter

Een blauw schijnsel

stroomt mijn kleren uit.

Midwinter.

Tinkelende tamboerijnen van ijs.

Ik sluit mijn ogen.

Er bestaat een geluidloze wereld

er bestaat een kier

waardoor doden

de grens over worden gesmokkeld.

T.Tranströmer


Nalaten

"Ik wil je iets nalaten - iets beters dan woorden of klanken.

Zoek mij in de mensen die ik gekend en lief gehad heb".

Zang: Margreet Baakman

Piano: Jozef Steenbrink


Opening

Gebed

Het verdriet is met de deur in huis gevallen;

geen mens heeft erbij stilgestaan,

niemand heeft er ooit aan gedacht,

en wie erom gevraagd heeft

kent slechts de boze droom en de zwarte nacht,

maar niet de zon, de sterren of de maan,

en wist niet dat het licht kan zijn:

alles in allen.

Daarom Gij, God, onuitsprekelijk geheim,

grond van ons bestaan

Gij die naar ons omziet,

Gij die ons wilt vasthouden en bewaren,

wij bidden u:

Omgeef ons met de tederheid van uw erbarmen,

bekleed ons met de dauw van uw mededogen,

draag ons door de kracht van uw trouw.

Bewaar ons, als wij dreigen te vallen,

stuur ons, als wegen onbegaanbaar lijken,

koester ons, als wij in verwarring raken,

houd ons staande in tijden van crisis.

Zoek ons, als wij onszelf dreigen te verliezen,

raak ons aan, als wij voor onszelf op de vlucht zijn,

keer ons om, als wij vervallen tot geweld,

verlicht ons, als duisternis ons overmeestert.

Gij, God, onuitsprekelijk geheim van ons leven,

wees er, opdat wij mogen leven.

Wees er, opdat wij ons leven mogen delen met hen die onze naasten zijn,

dichtbij, en waar ook ter wereld.

Blijf bij ons, Levende God, nu, in dit uur van samenkomst

want het is avond en de dag is al ten einde.

Want

Van U is het licht van de dag,

van U is het donker van de nacht,

van U zijn leven en dood,

van U zijn wij -

Blijf ons nabij en behoed ons.

Zo zal het zijn

Doof nu het licht en sluit je ogen

en vergeet de strijd

jouw leven hier is omgevlogen,

maar je liefde blijft.

En waar jij gaat

zijn zon en maan gelijk,

de kleinste bloem

is daar als de hoogste eik

en alle koningen en kinderen

zijn daar gelijk.

Laat nu die laatste droom maar komen

en wees niet meer bang,

jouw nacht van vrede is gekomen

na een leven "lang".

En waar jij gaat daar is geen haat of pijn,

het heetste vuur

wordt dat als van een kaars zo klein,

zoals de zon schijnt na de regen,

zo zal het zijn.

En waar jij gaat, daar zullen vriend en vijand

samen gaan,

wat stof is zal tot stof vergaan

en elke storm komt weer tot rust daar,

zo zal het gaan.

En waar jij gaat laat ik mijn hart en ziel

met jou meegaan,

jouw taak op aarde is voldaan,

zoals je was in alle liefde,

zo zal je gaan.

Blijf bij ons, Heer,

want het wordt avond, en de dag is reeds gedaald.

Blijf bij ons, en bij alle mensen.

Blijf bij ons op de avond van deze dag,

op de avond van het leven,

op de avond van de wereld.

Blijf bij ons met uw genade en goedheid,

met uw woord, uw troost en uw zegen.

Blijf bij ons,

wanneer de nacht van de rampspoed over ons komt,

wanneer de angst ons overvalt

of de nacht van bekoring en twijfel ons radeloos maakt.

Blijf bij ons in de nacht van de harde dood,

in het uur waarop alle toekomst is verdwenen.

Blijf bij ons,

vandaag en alle dagen tot in het uur van onze dood.

Blijf bij allen die nu gestorven zijn.

Die wij vandaag met name hebben genoemd.

Die wij meedragen in ons hart.

En bij hen die wij niet hebben genoemd.

Dichtbij ons hart en verder weg.

Geef hen eeuwige rust en vrede,

dat uw licht hen mogen verlichten.

Dat wij hier op aarde leven in vrede. Amen

Gedicht


Als de dageraad aanbreekt

Na een poosje leer

het subtiele verschil tussen een hand vasthouden

en een ziel aan de ketting leggen

en je leert…

dat liefde niet betekent leunen en

gezelschap betekent niet veiligheid.

En je begint te leren…

dat kussen geen contracten zijn en

geschenken geen beloftes.

En je begint je verlies te accepteren

met je hoofd omhoog en je ogen vooruit

met de genade van een volwassene,

niet het verdriet van een kind.

En je leert al je wegen te bouwen op vandaag

want de grond van morgen is te onzeker;

plannen en toekomst hebben de gewoonte

om midden in hun vlucht neer te vallen.

Na een poosje leer je…

dat zelfs de zon schijnt als je teveel vraagt.

Dus plant je je eigen tuin en versier je je eigen ziel

in plaats van te wachten tot iemand je bloemen brengt.

En je leert…

dat je werkelijk kunt verdragen

dat werkelijk sterk bent

dat je werkelijk waarde hebt.

En je leert…

en je leert…

Bij ieder afscheid leer je

Voel de tijd

'IEDEREEN PROBEERT DE TIJD te doden. En niemand wil sterven.' Het is een paradoxale uitspraak, dit oorspronkelijk Franse spreekwoord. Wij doden de tijd. Maar doordat we de tijd doden, willen wij de dood zelf uit de weg gaan. Wij doden de tijd om de dood niet te hoeven ontmoeten. De een doodt de tijd door van het ene televisieprogramma naar het andere te zappen, de ander door zijn tijd vol te proppen met zinloze activiteiten. Sommigen ontwijken de tijd door steeds maar te babbelen. Ze praten over onbenullige dingen, enkel en alleen om tijd te laten verstrijken. Ze willen de tijd niet voelen omdat ze in de ervaring van tijd ook hun beperktheid zouden voelen. In onze beperktheid manifesteert zich de dood. De dood is de eigenlijke beperking van onze tijd. Wij doden liever de tijd dan dat we de dood

onder ogen zien. Maar alleen degene die de confrontatie met de dood aangaat, zal de tijd bewust waarnemen en ervaren. De dood laat ons zien waar het werkelijk op aankomt. Wij kunnen niets meenemen, noch ons succes, noch ons bezit, noch de mensen van wie wij houden. Wij kunnen alleen maar onze lege handen uitstrekken en ons laten vallen in liefhebbende armen. In het aanschijn van de dood kunnen we rustig leven wanneer we de juiste afstand ten opzichte van alles bewaren. Ons werk, ons bezit, de mensen om ons heen, alles komt in het juiste perspectief te staan. Met de dood leven betekent ook: bewust en helemaal in het nu leven, voelen wat het leven uiteindelijk is: een geschenk. Wat wij presteren, is absoluut niet essentieel.

Alleen wie de dood bewust waarneemt, ervaart tijd als iets vitaals. Tijd wordt zinloos wanneer de dood wordt verdrongen.

Anselm Grün – uit: boek van de levenskunst

2005

31 oktober 2005

Thema: de dood als deur

berg Illustratie John Hacking

'De gevoelens springen over de gedachten.' Eckhardt

Nacht

en als dan plotseling

de nacht

valt

als een tapijt van sneeuw

en toedekt

wat gebleven is

en de duur vervaagt

tot stilte

dan voelt de koude

tot op het bot

lacht geen vogel

geen bloem, geen

wuivend gras

een kraai krast

geritsel, stilte

de koude wind

neemt de plaats in

reeds lang voor

hem bestemd

nu grijpt hij zijn kans

geen sterren

geen maan

geen stille tekens hoop

slechts een blauwe schijn

trilt de stilte vast

verharding, ijs

verstening van de ziel

lichaam, hand, oog

verliezen al hun kracht

het is niet de dood

die hier ons wacht

het is de leegte

en het niets,

een verder dan de

dood

want die is slechts

een deur, die

zwaaiend open zwiept

en met een zacht

geruis weer

terug in het slot

van het leven.

Opening

muziek:

Die Tote Stadt - Korngold door Renee Flemming

geluidsfragment http://www.dno.nl/index.php?m=archive&sm=archiveProductions&s=90&fl=S&c=sounds

Welkom

Beste mensen, familieleden en vrienden, medewerkers en studenten

Graag heet ik u en jullie welkom in deze herdenking in de Studentenkerk.

Wij herdenken de studenten en medewerkers van onze universiteit

Die dit afgelopen jaar zijn overleden.

Het is goed om bij elkaar te komen

Om met woorden, een gedicht en met een lied,

pijn en verdriet om het afscheid

een plaats te geven in ons leven.

Om de namen van onze geliefden te laten klinken,

een licht voor hen te ontsteken

als teken dat wij hen niet zullen vergeten

en dat wij hen meedragen in ons hart.

Dat gevoel willen wij hier met elkaar delen

in dit moment van samenzijn

daarom steken wij ook de paaskaars aan – symbool van hoop

dat al onze geliefden geborgen zijn in Gods hand.

Aan het begin van deze herdenking wil ik ons allen veel sterkte wensen.

LICHT

lied: m. A. Oomen, t. H. Oosterhuis

Licht, van mijn stad de stedehouder,

aanhoudend licht dat overwint.

Vaderlijk licht, steevaste schouder,

draag mij, ik ben jouw kijkend kind.

Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen

of ergens al de wereld daagt

waar mensen waardig leven mogen

en elk zijn naam in vrede draagt.

Alles zal zwichten en verwaaien

wat op het licht niet is geijkt.

Taal zal alleen verwoesting zaai

en en van ons doen geen daad beklijft.

Veelstemmig licht, om aan te horen

zolang ons hart nog slagen geeft.

Liefste der mensen, eerstgeboren

licht, laatste woord van Hem die leeft.

Gebed

Bij deze dode zijn wij stil, verdoofd, ontwricht, verslagen

en zonder te kunnen beseffen dat het waar is wat wij zien:

een mens van wie wij zoveel houden, die niet meer met ons spreekt,

of zingt, ons niet meer groet, of lacht en huilt en met ons eet.

Bij deze dode zingen wij stil met woorden ouder dan ons verdriet,

die de tijden hebben verduurd en ons verbinden met zovelen

die weten wat wij nu doorstaan en met ons zijn en met hun stem

ons voorgaan in het oude lied waarmee wij trachten in te stemmen:

Mogen de engelen boden van licht,

jou naar het land van de levensboom leiden;

mogen de martelaren, getuigen van hoop,

jou vergezellen op weg naar de stad van de vrede;

moge het engelenkoor jou een welkom bereiden,

en moge jij met Lazarus, ooit arm en berooid,

rust vinden en vreugde in het rijk van de Heer.

Als we na de dood opstaan

als ik na de dood

naar jou kom zoals ik vroeger kwam

en in mij is er iets wat jij niet herkent

omdat ik niet dezelfde ben,

wat een pijn doet sterven,

weten dat ik nooit

de randen zal bereiken

van het wezen dat jij voor mij was

zo diep

binnen in mijzelf,

als jij ik zou zijn en

jij mij helemaal doordrong

waarom is deze grens dan zo blind,

zo rampzalig deze muur van woorden

die plotseling bevroren

nu ik je het hardst nodig heb,

ik zeg je kom en soms

kijk je me nog aan met een tederheid

alleen uit de herinnering geboren.

Wat een pijn doet sterven,

naar jou komen, je kussen

wanhopig

en voelen dat de spiegel

mijn aangezicht niet weerspiegelt

noch voel jij

van wie ik zielsveel heb gehouden

mijn hunkerende onaanwezigheid.

José Angel Valente

NAMEN

Gedicht

dat een jongeman

van tijd tot tijd je graf komt bezoeken.

Hij wiedt het onkruid.

Een jongeman. zeggen ze, mooi,

met een boerenhoed.

Toen ze het hem vroegen zei hij

dat hij een vriend van je familie is.

Wie is die gedaante die zo opdaagt'?

Misschien ben jij het wel die terugkomt

om te zien waar je bent en die

aan de voet van je as,

nat, een takje

regen of verdriet neerlegt.

José Angel Valente

muziek : Daniella Martina - Ave Maria

slot

Ze zijn niet weg, we hebben hun namen genoemd, hun aanwezigheid met een lichtje zichtbaar gemaakt. Ze zijn niet weg; we voelen hem of haar nog elke dag. Op onverwachte momenten duikt hij op, menen we haar tegen te komen, maar kijk je goed, blijkt dit niet te kloppen, is de waarheid opnieuw hard en pijnlijk. Ze zijn niet weg, ze leven voort in onze herinneringen, de verhalen die we elkaar vertellen. Leven voort bij God, in wie ik geloof en met mij sommigen van u . God laat mensen niet los.

Herinneringen, God, dit samenzijn vullen niet het gat dat viel.

“Pluk de dag”, schreef Joris die we herdachten; je weet nooit wat er kan gebeuren, dus geniet. Ook verdriet kan een vorm van “genieten” zijn, van leven, realiseer ik me. Ik sluit me bij de woorden van Joris aan.

Ik wens u kracht toe om verder te gaan met dit gat in uw leven, moed om te lachen, te huilen, te leven. Heel veel sterkte

lied: Fauré: Requiem - In Paradisum

IN PARADISUM

In paradisum deducant te angeli:

in tuo adv‚ntu suscipiant te

martyres, et perducant te in

civitatem sanctam Jerusalem.

Chorus angelorum te suscipiat

et cum Lazaro quondam paupere

aeternam habeas requiem.

De Engelen, zij mogen u geleiden

naar het paradijs, de Martelaren

mogen u ontvangen bij uw komst en

u brengen naar de heilige stad Jeruzalem.

Het koor van engelen moge u ontvangen

en gij moogt samen met de arme Lazarus

eeuwige rust vinden.

2004

Studentenkerk herdenking overledenen op 1 november 2004

thema: gedragen door onzichtbare handen

1999 7 dagen schepping095

De moeilijkste wegen

worden alleen gegaan,

de teleurstelling, het verdriet,

het offer

zijn eenzaam.

Zelfs de dode die elk roepen beantwoordt

en geen verzoek verzaakt

staat ons niet bij

en ziet toe

of wij het redden.

De handen van de levenden die zich uitstrekken

zonder ons te bereiken

zijn als de takken van de bomen in de winter.

Alle vogels zwijgen.

Je hoort slechts je eigen voetstap

en de stap die je voet

nog niet is gegaan maar nog gaan zal.

Stil blijven staan en je omkeren

helpt niet. Er moet

worden gegaan.

Neem een kaars in je hand

als in de catacomben,

het vlammetje ademt nauwelijks.

En toch, als je lang bent gegaan,

blijft het wonder niet uit

omdat het wonder altijd geschiedt

en omdat wij zonder genade

niet kunnen leven:

de kaars vlamt op in de vrije adem van de dag,

je blaast hem lachend uit

als je de zon in treedt

en onder de bloeiende tuinen

de stad voor je ligt,

en de tafel in je huis

wit voor jou is gedekt.

En de verliesbare levenden

en de onverliesbare doden

het brood voor je breken en de wijn aanreiken

en jij hun stemmen weer hoort

heel dicht

bij je hart.

Hilde Domin

In de vlucht

de wijdte zoeken

waar alle woorden

verloren gaan

woorden vinden

die jou liefhebben

Rose Ausländer

Opening

Muziek Montserat Fiqueras –Sefardisch lied

Gedicht

IK zou GRAAG SLAPEN

Ik zou graag slapen deze nacht

Nu jij dood ligt, slapen,

slapen, slapen terzijde

van jouw volkomen slaap

om te zien of ik je zo

bereiken kan!

Slapen, een morgenstond in de avond

bron van de rivier, slapen;

twee dagen die samen opgaan

in het niets, twee stromen

die aan het eind samenvloeien;

twee eenheden alsof het één is

tweemaal niets alsof het niets is.

Ik zou zo graag je dood verslapen.

Juan Ramón Jiménez


LICHT

gedicht: IN MEI

Toen ik bij dageraad door het woud wandelde,

in mei, vroeg ik me af waar jullie waren,

zielen van de doden. Waar zijn jullie, jonge

vermisten, waar zijn jullie,

de volledig veranderden?

In het bos heerste grote stilte,

en ik hoorde de groene bladeren dromen,

ik hoorde de droom van de schors waaruit boten,

schepen en zeilen zullen ontstaan.

Dan, langzaam, begonnen de vogels te herleven,

distelvinken, lijsters, merels, verborgen

op balkons van takken, elk in een andere taal,

elk met een andere stem, niets vragend,

zonder bitterheid of spijt.

En ik besefte dat jullie zang zijn,

onvatbaar als muziek, onbegrijpelijk

als muzieknoten, ver verwijderd van ons

zoals wij van onszelf.

Paul Éluard

muziek : Daniella Martina - Ave Maria

NAMEN

gedicht: SONORE CELLO'S

Nee, wij zijn niet aan het einde,

ons begin is nog innig-dichtbij,

wij zetten onze voettocht naar elkander

voort, en de nieuwe horizon is vrij.

Wij zullen vast elkander weer ontmoeten

in een spiegel: daarachter in het gras

zullen sonore cellotonen sproeien

en de spiegel zal niet zijn van glas.

Niet van glas maar van een weefsel

vertrouwd en onvervreemdbaar waar:

daarachter ligt een nieuw beleven

en de dood zal hangen aan een haar.

Is het dan mogelijk dat wij ons vergissen,

dat ons mooiste uur toevallig was,

zal een blinde worm dat uur wegknagen

en blijven er slechts scherven in het gras?

Nee, wij zullen vast elkander weer ontmoeten

als voorbestemde klanken in een rijm.

Sonore cellotonen zullen sproeien

over witte wouden van Oneindigheid.

Adam Zagajewski

Wegzending

Muziek: John Tavener, The Lord’s Prayer

2003

Studentenkerk herdenking overledenen op 3 november 2003

thema: niet bang voor de dood

L1180255

gedicht

NIET BANG VOOR DE DOOD

Ik ben niet bang meer voor de dood,

ik ken heel goed

de donkere, stille gang

die naar het leven voert.

Ik ben bang voor een leven

dat niet op staat uit de dood,

een leven

met verkrampte handen

en stroeve, stijve leden.

Ik ben bang voor mijn eigen angst,

maar meer nog voor de angst van anderen

die niet weten waarheen te gaan,

ze lopen achter elkaar aan en klampen zich vast

aan wat voor hen het leven is,

terwijl wij weten dat het de dood is.

Ik leef iedere dag om de dood te doen sterven,

Ik sterf iedere dag om het leven voort te brengen,

en in deze dood van de dood

sterf ik duizend malen

en verrijs ik telkens weer.

vanuit de liefde,

bron van hoop

voor mijn volk.

Julia Esquivel

Muziek Joris Gilberts

gedicht

Ik zag in mijn dromen

de doden staan voor Gods troon,

groten en kleinen.

En de boeken werden geopend,

het boek van het leven ging open. (Openbaring 20)

Ik zag de doden uit ons midden:

een man oud van dagen,

een vrouw na jaren van ziekte,

een kind weggerukt onverhoeds,

een jongere te vroeg gegaan.

Ik zag onze doden staan voor de troon.

LICHT

gebed

Heer, onze God, wij komen tot u

en ons hart is verdeeld:

wij geloven in uw macht over dood en leven

en wij zijn verslagen over wat de dood teweeg bracht,

wij zijn dankbaar voor wat ons gegeven

werd en wij zijn verbijsterd om wat ons ontnomen is;

wij willen proberen te aanvaarden wat ons overkwam

en wij zijn opstandig tegen wat inbreuk maakt op ons geluk.

Wij roepen u aan, Heer onze God: houd ons vast,

richt ons op, voeg ons hart tezamen

in de gedachtenis van uw goedheid,

in de verwachting van uw toekomst -

Vertroost nu, o Heer, in de stilte

het hart van ieder

die tot u toevlucht neemt,

en verhoor elk gebed,

dat in geloof tot u wordt gericht.

Stilte voor persoonlijk gebed

Psalm 23 :De Heer is mijn herder.

Omdat de Heer mijn herder is,

mijn hoeder,

daarom zal ik nooit iets tekort komen.

Hij immers zorgt voor een plek

om te rusten,

aan de oevers van zeeën en meren,

daar waar stilte is en bezinning.

Daar leef ik op,

daar vat ik moed om verder te gaan

op wegen die ik ken.

Hij is mijn herder;

hij gaat voorop,

in zijn naam durf ik volgen,

ongeacht waarheen de weg met hem voert.

In zijn nabijheid schrikt de dood mij niet af.

Ik weet mij bij hem

en waarvoor zou ik dan bang zijn?

Hij geeft mij een plaats aan zijn tafel

en het ongelofelijke wordt waar:

hij verzorgt mij van het begin tot het einde,

hij vult mijn beker telkens tot de rand.

Hij is mijn herder,

geluk en bijstand omringen mij

al mijn dagen.

En mocht ik ooit de weg bijster raken,

hij blijft mij behoeden altijd.

Omdat de Heer mijn herder is, mijn hoeder,

daarom zal ik nooit iets tekort komen.

muziek Joris Gilberts

NAMEN

Muziek Faure Cantique 5.21

Wij danken u, Heer,

voor het leven van onze broeders en zusters

die wij vandaag gedenken voor uw aangezicht.

Voor alle goede gaven,

waarmee Gij hen hebt gezegend,

voor alles wat wij in hen ontvingen

aan liefde en vreugde, zorg en raad, troost en hulpvaardigheid.

Laat niets verloren gaan

van hetgeen zij ons nalieten

aan hoop en verwachting.

Dat zij in alles waarin zij waarlijk mens waren

tot ons moge blijven spreken.

Muziek Joris Gilberts

2002

Studentenkerk herdenking overledenen op 4 november 2002

Thema: ACHTERGELATEN

ochtend en avond van het heil Illustratie John Hacking

Im Spätrot

Im Spätrot schlafen die Namen:

einen

weckt deine Nacht

und führt ihn, mit weissen Stäben entlang-

tastend am Südwall des Herzens,

unter die Pinien:

eine, von menschlichem Wuchs,

schreitet zur Töpferstadt hin,

wo der Regen einkehrt als Freund

einer Meeresstunde.

Im Blau

spricht sie ein schattenverheissendes Baumwort,

und deiner Liebe Namen

zählt seine Silben hinzu.

Paul Celan

Opening

ACHTERGELATEN

in een onbewoonbare wereld

rinkelend van kleuren

en geluiden

waar de dag te licht is

en geen nacht donker genoeg

om het verborgen tumult

te bedaren.

In alle straten, alle kamers

blijf ik je zoeken.

Tussen ontelbare mensen

vind ik je

nergens.

Verlos mij

uit dit luchtledig.

Laat mij toe tot de aarde

die je bedekt.

Dicht bij je wil ik slapen

en tot stof vergaan.

Hanny Michaelis

Muziek Joris Gilberts

LICHT

Lezing: Psalm 19,1-5

Voor de leider van de muzikanten.

Een zangstuk op naam van David.

De hemel ontvouwt de glorie van God;

het uitspansel zegt: `Ik kom uit zijn handen.'

Elke dag opnieuw wordt dat verkondigd,

elke nacht opnieuw wordt dat gefluisterd,

zonder tong of taal,

geen stem laat zich horen;

en toch klinkt de boodschap over heel de aarde,

reikt dat getuigenis tot het einde van de wereld.

muziek Joris Gilberts

NAMEN

Muziek Codex Calixtus –miracles of Santiago

OCHTEND

TOEN ik dacht

dat je was weggegaan

en mij zonder leeftocht

alleen had gelaten

in een verdroogde steppe,

heb ik mij vergist.

Nu weet ik dat je mij

hebt uitgekozen

om je voorgoed te herbergen

veilig besloten in

mijn duisternis

Wanneer ik mij aandachtig

over mezelf heenbuig,

ontmoet ik je oogopslag

helder en diep als water

en je glimlach overrompelt mij

met de ernstige vreugde

van vroeger.

Dat is genoeg

voor een heel leven.

Hanny Michaelis

Slotwoord

MuziekJoris Gilberts

Du merkst nicht

Du spürst nicht

Dass der Schnee der Jahre

In dein Haar fällt

Und merkst nicht

Wie die Sonne

Deinen Weg verbrennt

Im Licht

Schwimmst du hinaus ins Meer

Verstehst dich mit Delphinen

Und merkst nicht

Dass das Wasser finster wird

Kommst zurück zur Erde

Die du liebst

Und merkst nicht dass sie

Weggewandert ist

Und du an ihrem Rand stehst

Du steigst hinauf

Zum schneebestirnten Gipfel

Bewunderst das Panorama

Unten das grüne Tal

Und merkst nicht

Dass ein Grab geschaufelt wird

Rose Ausländer

2001

Studentenkerk herdenking overledenen op 2 november 2001

collage Illustratie John Hacking

Thema: Dichtbij: liefde...

Liefde gaat er altijd van uit,

dat het woord een oor vindt,

ook als er geen antwoord meer is.

Zij gaat er van uit,

dat de hand een hand voelt,

ook als dat nergens uit blijkt...

Spoedig zullen wij allen sterven

elke gedachtenis

zal dan van de aarde verdwenen zijn,

en wij zelf zullen een kort ogenblik

worden geliefd en daarna vergeten.

Maar de liefde zal genoeg geweest zijn!

Er is een land van de levenden

en een land van de doden,

en de brug tussen hen is de liefde -

het enig blijvende, de enige zin.

J. Zink

Opening

muziek:

The Italian Lauda - Huelgas ensemble o.l.v P. Nevel

Alexander Demophon Venetus: Volgi gli ochi, o madre pia 5.24

De mens, kostbaar in Gods ogen. Zo willen wij vandaag onze geliefde doden gedenken, in het bijzonder hen die het afgelopen jaar door de dood van ons gescheiden zijn.

Welkom iedereen. We willen vandaag opnieuw hun namen noemen en met hen vele andere namen van mensen die nog zo leven in ons hart, maar die niet meer tastbaar in ons midden zijn

De mens is kostbaar in Gods ogen, dat belijden we hier met elkaar, hoewel we misschien soms moeite hebben om ons een voorstelling daarvan te maken.

LICHT

Lezing: uit het boek Job (14)

Job nam het woord en zei:

'De mens, uit een vrouw geboren en kort van levensdagen

tot zijn nek vervuld van ongedurigheid,

ontkiemt en verwelkt als een bloem,

is vluchtig en vergankelijk als een schaduw.

Voor een boom bijvoorbeeld is er hoop;

wordt hij omgehakt, dan kan hij opnieuw gaan groeien

dan zijn er altijd zijn scheuten nog.

Wordt zijn wortel te oud in de grond

sterft zijn stem in het mul,

dan nog schiet hij uit als hij water ruikt,

ontwikkelt als rijshout een stel twijgen

Sterft een mens daarentegen,

dan is de kracht eruit;

komt die aan zijn eind - waar is hij gebleven'?


muziek

Anthony Holborne, the Tears of the Muses

2. Galliard: the Tears of the Muses 2.07

NAMEN

muziek

Anthony Holborne, the Tears of the Muses

22. Pavane: The funerals 4.11

LEVEN

muziek

The Italian Lauda - Huelgas ensemble o.l.v P. Nevel

Anonymus: Alma che scraca dal corporea velo 4.48

2000 hemel aarde14