Zoek in de site...

‘Er is maar één manier om wat te veranderen: ga stemmen!’ Interview met Rens Raemakers, de jongste kanshebber op een Kamerzetel

Wordt Rens Raemakers de benjamin van de nieuwe Tweede Kamer?

Rens-Raemakers-kandidaat

Volgens de huidige stand van de peilingen maakt de nummer 17 op de kandidatenlijst van D66 daarop grote kans. Raemakers is op dit moment raadslid in zijn gemeente Leudal en jurist/bestuurskundige via detacheringsbureau Maandag.  De Limburger is 25 jaar – eind maart wordt hij 26.

Maar wacht even, 26 is toch helemaal niet zó jong? Farshad Bashir, de huidige benjamin, was in 2008 pas 20 jaar toen hij voor de SP in de Kamer kwam. Daarmee was hij het jongste Kamerlid uit de parlementaire geschiedenis. Vóór hem was de VVD’er Hans Wiegel lange tijd recordhouder, met 25 jaar. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 was dat de nieuwe minimumleeftijd. Stapsgewijs is de vereiste leeftijd voor het Kamerlidmaatschap in de twintigste eeuw naar beneden gegaan. Aan het begin van de eeuw lag de grens nog bij 30 jaar. Bij de grondwetswijziging van 1963 werd deze verlaagd naar 25. Sinds 1983 staat de minimumleeftijd op 18 jaar.

wiegel

Bashir

Rens Raemakers is naar die maatstaven dus inderdaad niet opvallend jong. Op onverkiesbare plaatsen vinden we veel jongere kandidaten. De Partij voor de Dieren spant daarbij de kroon: op plek 37 prijkt de naam van Malou Herstel, 17 lentes jong en daarmee zelf nog niet stemgerechtigd. Als zij met voorkeursstemmen gekozen wordt, zal ze nog tot haar 18e verjaardag moeten wachten voor ze haar zetel mag innemen. Dat lijkt wel een trend: partijen zoeken voor hun lijst bewust ook naar jonge gezichten om jongeren als doelgroep aan te spreken.

Ook gemiddeld gezien zijn Kamerleden de afgelopen decennia wat jonger geworden. Lag de gemiddelde leeftijd in 1987 nog op 47 jaar, inmiddels is ze onder de 45 jaar gezakt. De nieuwe Kamer zal volgens voorspellingen van het Parlementair Documentatiecentrum weer op 45 jaar uitkomen. Hierin weegt de populariteit van 50Plus mee. De ouderenpartij levert ook de oudste kansrijke kandidaat. Die eer gaat naar de nummer 3 op de lijst, de 74-jarige Martin van Rooijen – eerder al eens staatssecretaris van Financiën voor de KVP. Daartegen steekt Rens Raemakers als twintiger toch jong af.

Wat betekent stemrecht voor deze D66-kandidaat? Hoe ontwikkelde hij zo jong al een fascinatie voor politiek? En hoe denkt hij die bij leeftijdsgenoten aan te wakkeren?

Zo jong al verslingerd aan de politiek?

Waar die passie voor de politiek bij hem vandaan komt, kan Rens eigenlijk niet goed zeggen. ‘Thuis waren we niet echt van een partij. Mijn vader was nog het meest van de PSP en later de PvdA. Gelukkig is hij me nu naar D66 gevolgd… Mijn moeder is sowieso niet echt in politiek geïnteresseerd.

Op mijn elfde kende ik alle feiten over de Tweede Kamer al uit mijn hoofd. Ik was wat die fascinatie voor politiek Den Haag betreft op school wel een beetje een buitenbeentje. Dat wordt in Limburg toch een beetje raar gevonden.Op weg naar het Lagerhuis middelbare school Rens (2) “Ze beslissen daar maar wat in Den Haag. Die zijn niet van hier”. Waarom ik daar anders in stond? Ik kan het eigenlijk niet zeggen. Het kan blijkbaar ook iets autonooms zijn. Ik zocht vanzelf gelijkgestemden op, bijvoorbeeld door mee te doen aan de VARA-debatwedstrijd Op weg naar het Lagerhuis. Na mijn eindexamen kon ik mijn belangstelling helemaal kwijt in mijn studie Bestuurskunde. Ook heb ik me toen aangesloten bij een debatclub.’

Herinneringen aan de eerste keer naar de stembus?

‘De gemeenteraads­verkiezingen van maart 2010 waren mijn eerste verkiezingen. Het was voor mij vanzelfsprekend om te gaan stemmen. Maar de lokale politiek volgde ik verder niet supergoed. Allemaal klein gedoe, dacht ik. Ik had niet veel op met lokale partijen, die toen nogal polariserend optraden, ook in Limburg. Ik keek neer op hoe ze het spel speelden en elkaar vliegen afvingen. Op de middelbare school was ik eigenlijk alleen geïnteresseerd in het Haagse. Bij die gemeenteraadsverkiezingen, in 2010, stemde ik bewust op een landelijke partij. Dat was trouwens nog wel een dilemma, want welke moest ik dan kiezen? Ik was al heel erg voor D66, maar die had bij ons in de Gemeente Leudal geen kandidaat. Ik moest uiteindelijk kiezen tussen PvdA en VVD.’

D66 en Limburg, dat is inderdaad geen geijkte combinatie. Of wel?Bezoek Pechtold mei 2010

‘Mijn sympathie voor D66 dateert eigenlijk van na de verkiezingen van 2006, juist toen de partij verder terugviel van 6 naar 3 zetels. Ik was toen 15 jaar. Ik vond het eerst vooral spannend hoe de gevestigde orde links en rechts harde klappen kreeg, vooral van de SP en PVV. Toen ik de Kamerdebatten ging volgen, kreeg ik steeds meer sympathie voor het parlementaire optreden van D66. Dat was de tijd waarin Fatma Koser Kaya en Boris van der Ham de fractie een gezicht gaven, samen natuurlijk met Alexander Pechtold. Alexander stak er voor mij echt bovenuit.

Gemeenteraadsvergadering 2015 (1)Dat neerkijken op de lokale politiek was voor mij de prikkel om, vanuit D66, uiteindelijk wel in de lokale politiek actief te worden. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 besloot ik juist dat geluid van vernieuwing te brengen in een politieke omgeving waar ik het niet mee eens was. Met het motto “Verjonging en vernieuwing” kwamen we in één klap met twee zetels in de raad.’

De komende verkiezingen mag een grote groep 18-jarigen voor het eerst gaan stemmen. Richt jij je nu opnieuw bewust op die doelgroep?

‘Eerst en vooral wil ik voor D66 het gat dichten tussen Limburg en Den Haag. Maar ja, ik heb natuurlijk veel jongeren in mijn netwerk en zoek die ook bewust op. Ik doe veel op social media en geef ook graag gastlessen op scholen. Ik heb gemerkt dat jongeren langs die weg veel te weinig kennis wordt bijgebracht over politiek. Dat moet echt beter.’

Is een stem- of opkomstplicht geen oplossing?

‘Nee, ik ben niet voor dat soort verplichtingen. Stemmen is een vrij recht. En ook andere verbeteringen die de ronde doen, zoals het veranderen van het kiesstelsel, lijken niet echt de weg. Ik heb via een opiniestuk in De Limburger vorig jaar bij jongeren gepolst of ze het een goed idee zouden vinden de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar te verlagen. Weet je wat voor appjes en snapchats ik terugkreeg? “Niet doen!” Heel veel vonden dat de meeste jongeren in hun omgeving er op die leeftijd nog helemaal niet klaar voor waren hun hersens verstandig te gebruiken.’

Hoe denk je ze wel te kunnen motiveren?

‘Zo vanzelfsprekend als stemmen voor mij was, is het duidelijk niet voor veel jongeren… Ik probeer vooral hun vertrouwen te winnen; duidelijk te maken dat ik hun belangen in de Tweede Kamer kan vertegenwoordigen. Maar als ze echt niet willen? Dan vind ik dat we daar ook niet te krampachtig over moeten doen. Ik zeg dan altijd dat het hun vrije keuze is om thuis te blijven, maar dat ze dan ook niet moeten zeuren dat ze niet gehoord worden. Als jongeren iets willen veranderen aan de situatie waarin ze verkeren, is er maar één manier om daar iets aan te doen: stemmen!’

2016_Op campagne

Rens Raemakers op campagne

Carla Hoetink