Nieuwe kiezers anno 2017: zes jongeren over hun eerste kans om te stemmen
Jongeren lopen over het algemeen niet erg warm voor Kamerverkiezingen. De opkomst onder hen is meestal relatief laag. De afgelopen decennia is de nodige moeite gedaan hen meer bij de politiek te betrekken. Ook in de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart 2017 hebben politici het nodige uit de kast gehaald om de circa 850.000 jongeren die dit jaar voor het eerst mogen stemmen naar de stembus te lokken. Gebruik maken van social media lijkt daarbij het toverwoord. Kandidaat-Kamerleden zijn actief op Facebook, in het nieuws werd melding gemaakt van vloggende politici en snapchattende ministers, en de jongerenorganisatie van GroenLinks plaatste aan het begin van de campagne een veelbekeken filmpje op YouTube van een fictief computerspel waarin Jesse Klaver Geert Wilders overwon.
Daarnaast werden meer traditionele middelen ingezet om jongeren te bereiken, zoals door D66 dat een speciaal voor studenten bedoelde folder liet uitdelen op universiteiten.
Op jongeren gerichte initiatieven
Ook van buiten de politiek werden initiatieven gelanceerd om stemgerechtigde jongeren te verleiden tot het uitbrengen van hun stem. Zo werd op initiatief van een aantal jongerenorganisaties een kieswijzer ontworpen speciaal voor jongeren en liet het nieuwsprogramma Editie NL wekelijks een klas MBO-studenten in gesprek gaan met een aantal lijsttrekkers in het op Facebook uitgezonden programma ‘De Klas Kiest’.
Vooral BNN-presentator Tim Hofman trok veel aandacht door met een ‘Stembus’ het land door te trekken om jongeren te motiveren hun stem uit te gaan brengen. De filmpjes op zijn YouTube kanaal #Boos Polertiek trokken veel bekijks.
Stemmen: leuk en belangrijk
Kortom: veel aandacht voor de nieuwe kiezers. Maar hoe ervaren de jongeren het zelf eigenlijk om voor het eerst hun stem te mogen uitbrengen voor de Tweede Kamerverkiezingen? Ik vroeg zes willekeurige jongeren om hun mening en zij waren het unaniem eens dat stemmen ‘leuk!’ en ‘belangrijk!’ is. ‘Ik vind het goed dat je als je meerderjarig bent mag meebeslissen over wie er in de Tweede Kamer komt, want zij gaan voor ons bepalen wat er in het land gebeurt’, zegt de 18-jarige student middelbaar laboratoriumonderwijs Corné Vermeer. ‘Het is fijn dat je in Nederland vanaf je achttiende jaar mag meebepalen welke kant het op moet’, vindt ook zijn studiegenoot Geerte van Mil (19 jaar).
Zou het ook al kunnen vanaf zestien jaar, zoals door sommigen in Nederland wel wordt bepleit? ‘Het lijkt me erg jong’, zegt Milou Overbeeke, zelf negentien jaar en student HBO Bestuurskunde in Den Haag. ‘Stemmen gaat wel echt ergens over en met zestien jaar weet je eigenlijk nog zo weinig van de wereld.’ De anderen zijn dat met haar eens. ‘Je bent dan echt nog met hele andere dingen bezig’, zegt Geerte. ‘Nu is voor mij in ieder geval het juiste moment’, zegt de 18-jarige VWO-scholiere Kadija Kabba, ‘toen ik zestien was had ik al wel belangstelling voor de politiek, maar ik had mijn mening nog veel minder goed ontwikkeld’.
Motivatie om te gaan stemmen
De jongeren die ik sprak zijn allemaal vast van plan te gaan stemmen op 15 maart, en een aantal van hen weet zelfs al op welke partij. GroenLinks, Partij voor de Dieren en D66 worden genoemd als definitieve keuzes; VVD, CDA en SP worden overwogen als serieuze opties door degenen die nog twijfelen. Geen thuisblijvers dus.
Maar wat motiveert deze jongeren eigenlijk om te gaan stemmen? ‘Ik ben best wel geschrokken van de uitslag van het referendum over de Brexit en de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten’, zegt Kadija. ‘Het beste dat je kunt doen om te voorkomen dat er in Nederland iets vergelijkbaars gebeurt is zelf te gaan stemmen.’ Dat vindt ook Marin Bont (18 jaar). Zij is pas terug van een paar maanden in Botswana en ontmoette in het ziekenhuis waar ze bij wijze van tussenjaar werkte vaak Amerikanen die haar vertelden dat veel van hun bekenden niet de moeite genomen hadden te gaan stemmen, omdat ze ervan uit gingen dat Hillary Clinton toch wel zou winnen, iets waar ze achteraf veel spijt van hadden gehad. ‘Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat iedereen gaat stemmen, omdat dat de enige manier is om er achter te komen hoe er gedacht wordt onder de bevolking’, zegt Marin, ‘mensen die hun stem niet uitbrengen worden niet gehoord.’
Dat je geen gebruik zou maken van het recht, het privilege eigenlijk, om te stemmen, kan Milou maar moeilijk begrijpen: ‘het gaat om jouw samenleving, om jouw land en jouw leven’. Dat vindt Corné ook, maar toch kan hij zich wel inleven in jongeren die niet gaan stemmen. ‘Er zijn zoveel partijen, het is moeilijk om te kiezen.’ ‘Zomaar wat stemmen is in ieder geval niet goed’, vindt Thomas Kruijtzer, 18 jaar en student HBO Commerciële Economie in Utrecht. ‘Als het mensen niet interesseert, dan is het nog beter dat ze niet stemmen dan dat ze min of meer willekeurig hun stem uitbrengen alleen om maar te kunnen zeggen dat ze zijn gaan stemmen.’
Bronnen van informatie
Als het gaat om de vraag waar jongeren informatie vandaan halen die hen helpt bij het bepalen van hun stem zijn er tussen de zes wel verschillen. Ieder blijkt zo zijn eigen favoriete mix van informatiebronnen te hebben. ‘Meestal weet ik in de trein wel de hand te leggen op een achtergelaten krant’, zegt Corné, en ook Milou leest iedere dag de krant. De webpagina’s van de partijen geven goede informatie over hun standpunten, een aantal van de jongeren maakte gebruik van een stem- of kieswijzer, of keek naar tv-debatten en talkshows waarin de kandidaten optraden. Of juist niet optraden…. ‘Dat Mark Rutte afzegde voor het RTL-debat vond ik echt heel vreemd en niet kunnen’, aldus Marin.
Over het gebruik van social media als bron van politieke informatie verschillen de meningen. Marin, Kadija en Geerte volgen wat ze via Facebook binnenkrijgen over de politiek wel, ‘maar’, zegt Geerte: ‘deze informatie kent wel een beperking: je krijgt vooral nieuws over de partijen die je hebt “geliked” en dan krijg je dus vaak alleen hun kant van het verhaal.’ Voor Thomas is dat een reden om Facebook niet te gebruiken: ‘Ik heb geen Facebook, en ik haal mijn informatie ook liever van echte nieuwssites; dat is veel objectiever.’
Van Tim Hofman’s #Boos Polertiek, heeft niet meer dan de helft van de geïnterviewde jongeren gehoord. ‘Bij ons op school is het inderdaad niet zo bekend’, bevestigt Kadija. Net als Milou en Geerte vindt ze wat hij doet wel heel goed. ‘Veel jongeren haken af als politici verhalen gaan houden over onderwerpen als de AOW of Europa; het betekent niets voor ze. Maar zoals Tim Hofman het brengt spreekt het ze aan’, legt Milou uit. ‘Voor jongeren is het belangrijk dat een item echt hun aandacht trekt’, zegt ook Kadija. ‘Ik ben zelf actief voor ‘Bijlmerenzo’, een website voor en door jongeren met nieuws uit de Bijlmer en Amsterdam, en ik heb daar geleerd dat de eerste dertig seconden van een filmpje bepalend zijn: pas als die pakkend zijn, kijken jongeren tot het einde door. Je moet dus eerst de aandacht trekken met iets geks of schokkends, en pas daarna kun je informatie gaan geven. Zo zijn die filmpjes van Tim Hofman ook opgebouwd.’
Belangrijke onderwerpen
Gevraagd naar de onderwerpen waaraan ze het meeste belang hechten worden het milieu, de immigratie en de standpunten ten aanzien van de Europese Unie veelvuldig genoemd als belangrijke onderwerpen. Kadija en Corné noemen ook de zorg als onderwerp. Nu ze 18 zijn geworden, hebben ze voor het eerst een zorgverzekering moeten afsluiten, leggen ze uit; dat onderwerp is voor hen nu dus gaan leven.
Vijf van de zes de jongeren noemen ook het onderwijs als een verkiezingsthema dat voor hen essentieel is. Thomas Kruijtzer begrijpt dat, maar denkt er zelf anders over. ‘Ik kijk niet echt speciaal naar onderwijs’, zegt hij, ‘ik stem op basis van wat ik denk dat goed is voor de hele samenleving. Als ik alleen zou stemmen op basis van wat op dit moment in het onderwijs voor mij van belang is, dan ben ik toch al te laat. Als er nieuwe wetgeving komt, dan wordt die toch pas over een paar jaar ingevoerd, en dan ben ik al geen student meer.’
Hilde Reiding
Voor de wijze waarop jongeren in het verleden bij de politiek betrokken zijn: zie de bijdrage van Wim de Jong.