Zoek in de site...

CPG

Biografie De Jong

Van Buitengaats naar Binnenhof. P.J.S. de Jong, een biografie beschrijft het bijzondere leven van oud-minister-president Piet de Jong, in 1915 in Apeldoorn geboren als zoon van een treinmachinist. De Jong werd in 1934 beëdigd als marineofficier en kwam terecht bij de Onderzeedienst. In de meidagen van 1940 ontsnapte hij aan de bezetter door met de half afgebouwde onderzeeboot O 24 naar Engeland te varen. Zes jaar lang zou hij op zee blijven als oudste officier en, later, als commandant van de O 24. Hij vocht voor de Noorse kust op de Noordzee tegen de Duitsers, op de Middellandse Zee tegen de Italianen en op de Indische Oceaan tegen de Japanners.

Na de oorlog trouwde hij met een marva-officier. De Jong wisselde adjudantschappen af met commando’s. Van 1955 tot 1958 was hij adjudant, zowel van de koningin als van de inspecteur-generaal van de Koninklijke Marine, prins Bernhard. Daar werd de basis gelegd voor zijn latere vertrouwenspositie ten opzichte van het Koninklijk Huis. In 1959 werd hij staatssecretaris voor Marine in het kabinet-De Quay en, kort daarop, lid van de KVP. Als overtuigd katholiek werd hij door KVP-leider Romme als ‘een van de onzen’ beschouwd. Vier jaar later volgde zijn promotie tot minister van Defensie. Hij poetste de reputatie van zijn departement op en voerde een flinke reorganisatie door. De omroepcrisis van het kabinet-Marijnen, de Nacht van Schmelzer en het intermezzo-Zijlstra maakte hij als minister van nabij mee.

Nadat Biesheuvels pogingen om een kabinet te vormen mislukt waren, kwam men in het voorjaar van 1967 plotseling uit bij De Jong. Het lukte hem om binnen korte tijd een ministersploeg samen te stellen van centrumrechtse signatuur. Een alternatief was er niet: de nieuwlinkse PvdA had zichzelf buitenspel gezet. Het kabinet slaagde erin vier jaar vol te maken, in een periode van grote maatschappelijke onrust: matrozen die de dam schoonveegden, studentenopstanden, een vernieuwingsgolf in het partijwezen, Vietnamdemonstraties en de eerste Molukse gijzelingszaak. Het was ook een periode van hoogconjunctuur waarin werkgevers bereid waren dubbele lonen uit te betalen. De werknemers, al even ongeduldig als de studenten, eisten medezeggenschap en loonsverhoging om de toenemende inflatie het hoofd te bieden. Intussen leverde het kabinet op bestuurlijk en wetgevend gebied indrukwekkende prestaties. Er werd van 1967 tot 1971 meer tot stand gebracht door de ploeg van De Jong dan door het legendarische vechtkabinet-Den Uyl (1973-1977). De persoon van de minister-president was daarbij een belangrijke factor. Hij was een uitstekend teamleider met een groot gevoel voor humor. Als voorzitter van de ministerraad was hij misschien wel de beste die Nederland gehad heeft. Hij trad zelden op de voorgrond. De mensen in het land kenden hem van de televisie – hij introduceerde het wekelijkse gesprek met de minister-president – als een betrouwbare man die hen in begrijpelijke taal aansprak.

Na 1971 werd het stil rondom De Jong. Dat jaar koos zijn partij, aangestoken door vernieuwingskoorts, een nieuw gezicht als lijsttrekker. Tot 1975 was hij fractieleider van de KVP in de Eerste Kamer. Daarna trok hij zich terug uit de politiek.

De biografie is geschreven op basis van literatuur- en archiefonderzoek, interviews met De Jong en gesprekken met een aantal andere oud-politici.


Inhoudsopgave
Bestellen


Piet de Jong op TV

De Jong op de O-24 eind 1945

De Jong en Wilhelmina, 8 april 1946

VBNB