Over lijken
C. Hoetink, P. Bootsma, Over lijken. Ontoelaatbaar taalgebruik in de Tweede Kamer
Op 5 februari 1958 noemde oud-premier Gerbrandy de Indonesische president Soekarno in een kamerdebat een ‘oorlogsmisdadiger’. Bij het horen van die kwalificatie greep voorzitter Kortenhorst in:
De Voorzitter: ‘Ik maak de geachte afgevaardigde erop attent, dat hij het staatshoofd van een bevriende mogendheid heeft betiteld als oorlogsmisdadiger. Ik acht deze uitdrukking niet toelaatbaar.’ Gerbrandy (ARP): ‘Dan neem ik deze uitdrukking over uw vriend terug, Mijnheer de Voorzitter!’ De Voorzitter: ‘Mijn vriend? Hij is het hoofd van een bevriende staat en dus ook uw vriend, als u uzelf tenminste een nationale figuur acht!’
Hierop besloot Kortenhorst de term ‘oorlogsmisdadiger’ te schrappen uit het officiële verslag van de vergadering. Daarmee was er een zogeheten ‘lijk’ gecreëerd: een ontoelaatbaar geoordeelde uitspraak die, op last van de Kamervoorzitter, niet in de Handelingen werd opgenomen.
Deze lijken geven een prachtig beeld van opmerkelijke uitspraken uit de Tweede Kamer. De bevoegdheid om te schrappen bestond van 1934 tot 2001. Wat werd in deze periode zoal ‘ontoelaatbaar’ verklaard, en waarom? Door de incidenten van een achtergrond te voorzien, laten de auteurs zien dat de lijken méér zijn dan een aaneenschakeling van anekdotes: dit boek is een vrolijke cultuurgeschiedenis van het Nederlandse parlement.
Boom
ISBN-10: 9085061792
ISBN-13: 9789085061793
paperback | geïllustreerd
14,5 x 21,5 cm
232 blz. | € 19.00
Bestellen: I.Helsen@let.ru.nl