Zoek in de site...

CPG-weblog

balk
07 januari 2013

Knikkende knieën en klamme handen, daarvan zullen vermoedelijk veel nieuwe Tweede Kamerleden de komende tijd last hebben bij hun debuut in de grote vergaderzaal.

Sinds de verkiezingen van september telt de Kamer meer dan vijftig nieuwe gezichten. Zij zijn lang niet allemaal al voor de leeuwen gegooid. Het voor het eerst als Kamerlid een speech voordragen, de maidenspeech, is een belangrijk moment in het leven van een politicus. Sybrand van Haersma Buma, tegenwoordig fractievoorzitter van het CDA, omschreef in het Jaarboek 2008 het initiatieritueel als een ‘positieve vorm van ontgroening'. Waar komt dit ritueel vandaan en hoe ontwikkelde het zich in de Nederlandse parlementaire geschiedenis?

HerkomstGibbon

De oorsprong van de maidenspeech ligt, hoe kan het ook anders met zo'n naam, in Engeland bij ‘de moeder der parlementen'. De gebruiken die bij de maidenspeech horen
luisteren daar iets nauwer dan hier. De felle debatcultuur die in de House of Commons heerst, maakt het voor Kamerleden bijzonder spannend daar voor het eerst van wal te steken.
De beroemde historicus Edward Gibbon (1737-1794) zat twaalf jaar in het Lagerhuis zonder ook maar één toespraak te houden. In zijn autobiografie gaf hij de volgende uitleg: ‘The great speakers filled me with despair, the bad ones with terror.'

Iemand die duidelijk minder spreekangst had was Margaret Thatcher. Zij hield haar maidenspeech op 5 februari 1960. De afgevaardigde van het district Finchley kwam meteen terzake; de gebruikelijke plichtplegingen sloeg ze over. Een dag later werd zij over haar eerste optreden geïnterviewd. Zittend op de sofa naast haar zichtbaar verveelde kinderen, beantwoordde Thatcher de vragen van journalist Neville Clarke over haar debuut en over het combineren van het Kamerlidmaatschap met het moederschap.

Het ritueel in Nederland

Tegenwoordig is het de gewoonte dat de maidenspeech door de voorzitter wordt aangekondigd. Vervolgens betreedt de debutant het spreekgestoelte en houdt zijn rede over het aan de orde zijnde onderwerp. Het is gebruik dat de spreker niet mag worden geïnterrumpeerd. Dikwijls kijken vanaf de tribune familie en vrienden gespannen toe. Na afloop volgt een gelukwens van de voorzitter en wordt de vergadering kort geschorst om de Kamerleden de gelegenheid te geven de ingewijde te feliciteren. Het is gebruikelijk dat de eerstvolgende spreker iets vriendelijks zegt over degene die zojuist zijn maidenspeech heeft gehouden.

Spreken Kamerleden heden ten dage vrij snel na het afleggen van eed of gelofte de Kamer toe, vroeger duurde dat langer, vaak jaren, zeker voor de leden van de grote fracties. Kamerleden werden geacht de kunst af te kijken bij hun meer ervaren collega's. Soms was de fractievoorzitter zenuwachtiger dan de debutant. Jonkvrouwe Wttewaall van Stoetwegen, Kamerlid voor de CHU en in het land bekend als ‘de freule', vertelde in haar memoires hoe zij in december 1945 voor het eerst sprak in het noodparlement. ‘Durft u het aan?', had fractievoorzitter Tilanus haar gevraagd. De freule dacht van wel, al vond ze het wel griezelig. Terwijl ze op het spreekgestoelte stond, ijsbeerde Tilanus steeds vlak ervoor, ‘een feit op zichzelf al om je doodnerveus te maken.' Toch ging het goed, na afloop ontving ze vriendelijke complimenten.

Die hoffelijkheid viel niet iedereen ten deel. Bij het debuut van Marcus Bakker (CPN), op 4 december 1956, liepen de aanwezige leden uit protest stommelend en luid pratend de vergaderzaal uit, terwijl ze achter de gordijnen doorgingen met kabaal schoppen. Bakkers collega Wagenaar vond dat de voorzitter moest ingrijpen. Door de herrie was de speech van Bakker nauwelijks te verstaan (pdf, 389 kB).

Sommige kersverse Kamerleden ruziën met de technische hulpmiddelen. Toen Anneke Goudsmit (D'66) in 1967 haar maidenspeech wilde houden, stond de microfoon veel te hoog afgesteld voor haar lengte. Volgens het Leidsch Dagblad haalde ze de microfoon zo krachtig naar beneden dat een bode moest toesnellen om te voorkomen dat het ding bezweek. De eerder genoemde Wttewaall van Stoetwegen, die ook klein van stuk was, had een oplossing voor dit probleem.

Niet interrumperen

Aan het gebruik de nieuweling niet te onderbreken hoefde de voorzitter in de regel de Kamerleden niet te herinneren. Pas eind jaren zestig komt hierin - mede door de komst van nieuwe partijen als D'66 en de PPR - verandering. Zo bracht Erik Jurgens (PPR) tijdens zijn maidenspeech een Kamerlid in verlegenheid door hem een vraag te stellen:

Berkhouwer (VVD): het is uw maidenspeech daarom mag ik u niet interrumperen.
Jurgens: u mag mij best interrumperen, want ik ben niet zo maagdelijk als u wel denkt.
Berhouwer: ik zal mij eraan houden, maar u doet het niet.

Jurgens eindigt zijn betoog plagerig door zijn bewondering uit te spreken voor Berkhouwer, die zich al die tijd heeft weten in te houden. (HTK 1972-1972, p. 44-45 (19 dec. 1972))

Hans Wiegel (VVD) werd bij zijn debuut in 1967 maar liefst twee keer onderbroken. Henk Lankhorst (PSP) was een van de ‘zondaars'. Hij wilde zijn excuses aanbieden voor zijn faux pas, maar Wiegel wuifde dat weg. De toen 25-jarige meende dat het ging om een ‘wat ouderwetse gewoonte (pdf, 430 kB)'.

Interessant is dat de voorzitter op 29 augustus 1973 abusievelijk meende dat het ‘niet-interrumperen gebruik' ook gold voor ministers die hun debuut in de Kamer maken. Toen minister Ruud Lubbers dreigde te worden onderbroken door D'66 Kamerlid Lodewijk Imkamp, greep voorzitter Anne Vondeling in (pdf, 393 kB).

Ceremonie in de Handelingen

In de Handelingen is te zien dat het fenomeen maidenspeech steeds meer aandacht kreeg. Aanvankelijk kondigde de voorzitter het gegeven niet aan en nadien schorste hij evenmin de vergadering. Wel complimenteerden navolgende sprekers het Kamerlid dikwijls, meestal in een tussenzinnetje. Vooral de nieuwe vrouwen in de Kamer vielen die eer te beurt. Kamervoorzitter Wim Deetman maakte van de maidenspeech een echt initiatieritueel door het ook in de Handelingen op te nemen. Op 10 oktober 1989, Deetman was krap een maand voorzitter, hield Arthie Schimmel (D66) haar maidenspeech. Deetman kondigde haar aan: ‘Het woord is nu aan mevrouw Schimmel (D66) die haar maidenspeech zal houden.' Na de speech nam de voorzitter weer het woord: ‘Ik wens u geluk met uw maidenspeech. Ik schors de vergadering enkele ogenblikken voor felicitaties.' Sindsdien keren deze frasen steeds in de Handelingen terug. Daarmee is de Kamer een traceerbaar ritueel rijker.

Anne Bos

logo balk

logo

Het Handelingenkevertje speurt wekelijks de Handelingen af naar boeiende, interessante, 
serieuze en / of grappige feiten,
wetenswaardigheden en anekdotes uit de parlementaire geschiedenis.