CPG weblog
![]() |
21 januari 2013
Musici in de Kamer Politici hebben soms te kampen met een stoffig imago. Maar saai zijn ze lang niet altijd want wie verder kijkt, ziet dat sommige parlementariërs op zijn tijd best van een mopje muziek houden. Zo kende de Kamer heuse zangers en zangeressen. Denk aan het voormalig Kamerlid Sabine Uitslag (CDA) die met haar coverband Spinrock menig festival in het oosten van het land op zijn kop zette. En ook de onlangs afgetreden staatssecretaris Co Verdaas (PvdA) speelt al jaren in de band John-Boy and the Waltons. Hij sprak zelfs bij de formatie van 2012 met formateur Mark Rutte af dat hij af en toe nog onbezoldigd mocht optreden. Bij de Kamerverkiezingen van 2002 zette Verdaas zijn muzikale kwaliteiten volop in. Hij stond op nummer 72 van de PvdA-lijst. In de hoop kiezers zover te krijgen dat ze zijn hokje rood kleurden, voerde Verdaas met zijn eigen band campagne met dit nummer. Verkiezingsmuziek Tijdens verkiezingscampagnes kiezen veel partijen heel bewust een muzieknummer dat past bij de boodschap die ze willen uitdragen. Zo koos Geert Wilders (PVV) zowel bij de verkiezingscampagne van 2010 als die van 2012 voor het nummer ‘Eye of the Tiger' van de band Surivor. Overigens was hij niet de eerste die dit lied voor een politieke campagne koos. Ook de Amerikaanse Republikein Newt Gingrich deed dit. Tijdens de verkiezingsavond op 12 september 2012 verbaasden diverse partijen de burger met de keuze voor hun themasong. Zo vierde Mark Rutte (VVD) de overwinning met ‘Viva la vida' van Coldplay met daarin de opmerkelijke regel: ‘It was never, never an honest word. That was when I ruled the world'.Het CDA, dat een flinke verkiezingsnederlaag moest incasseren, koos voor ‘I get knocked down', (‘but I get up again') van Chumbawamba. Ook als de verkiezingen eenmaal achter de rug waren, bleef muziek vaak een rol spelen. Nog tijdens zijn Kamerlidmaatschap maakte boer Hendrik Koekoek (Boerenpartij) in 1975 het nummer ‘Ik blijf toch altijd een boertje' waarin hij zong over het boerenleven en het Kamerlidmaatschap. De strofe ‘Want voor de dieren, daar moet je voor zorgen' geeft trouwens te denken, want het Kamerlid werd in 1980 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een week en een boete van 1000 gulden voor de verwaarlozing van één van zijn pony's. In 2006 leidde politiek beleid zelfs tot een heuse rapbattle. De toenmalige burgemeester van Maastricht Gerd Leers (CDA) maakte met de Limburgse band de Heideroosjes het nummer ‘Da's toch dope man' over het in hun ogen hypocriete softdrugsbeleid. De reactie van minister van Justitie Piet Hein Donner (CDA) was in stijl. Samen met ‘Meester G.' verkondigde de rappende minister blowers hard aan te pakken. Kamervragen In datzelfde jaar stelde de SGP Kamervragen (pdf, 18 kB) over popdiva Madonna die in Amsterdam zou optreden. Het ging hierbij om haar ‘Confessions Tour' en de pijn zat bij de SGP specifiek bij de scène waarin Madonna zich liet kruisigen met een doornenkroon op haar hoofd. De scène had in andere landen voor ophef gezorgd. Volgens Kees van der Staaij (SGP) was er sprake van ‘smalende godslastering' en hij vroeg de minister of hij bereid was de scène in Nederland te voorkomen. De minister kon zich indenken dat christenen zich gekwetst voelden door Madonna's keuze maar in het kader van vrijheid van meningsuiting wilde hij geen verbod opleggen. Verwijzen naar muziek Ook werd er in de Kamer veelvuldig naar muziek verwezen. Onlangs nog, tijdens het debat over de kabinetsformatie, citeerde CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma schlagerzanger Dennie Christian ‘Wij zijn twee vriendjes'. Hij doelde hierbij op Rutte en Samsom die elkaar tijdens de verkiezingen veelvuldig bestreden en nu samen, gebroederlijk bijna, het nieuwe kabinet presenteerden. In 1984 haalde Kamerlid Gerrit Mik (D66) tijdens een debat over de Raad voor de Kinderbescherming (pdf, 360 kB) ‘the Beatles' aan: ‘Vroeger zei men dan: 'Love is not enough'. Dat geldt hierbij bepaald. Ook geldt echter in volle omvang: - nu zeg ik het The Beatles na - 'All you need is love'.' Op 22 april 2008 sprak Kamerlid Jean Eigeman (PvdA) bij het debat over de Staat van de Europese Unie (pdf, 25 kB) een deel van een liedtekst van volkszanger André Hazes uit: ‘Geef me je angst en ik geef je er hoop voor terug'. Zingen in de Kamer Verwijzen naar artiesten is parlementariërs dus niet vreemd. Dat in de vergaderzaal zelf ook wel eens is gezongen, mag een unicum heten. Op 11 juli 1919 vergaderde de Tweede Kamer over de wettelijke beperking van de arbeidstijd tot acht uren per dag, de Arbeidswet van minister van Arbeid Piet Aalberse. Het wetsontwerp werd met 69 tegen 3 stemmen aangenomen. Hiermee eindigde het debat volgens het verslag (pdf, 12 MB) in de Handelingen. Echter, via kranten uit die tijd weten we dat na aanneming van de wet de sociaal-democraten uit volle borst het ‘achturenlied' inzetten. Uit het ‘dagblad voor de arbeiderspartij' Het Volk van 12 juli 1919: ‘Het bourgeois-gedeelte der Kamer staat een oogenblik verstomd. De voorzitter haast zich met een hamerklop de vergadering te sluiten teneinde niet in de formeele noodzakelijkheid te komen verkeeren van te trachten in te grijpen. Als de roode fraktie ons lied heeft uitgezongen, vat de rechterzijde moed en begint onder aanvoering van majoor Duvmaer van Twist, die de maat slaat, het ‘Wilhelmus' te zingen'. De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 11 juli 1919 concludeerde: ‘‘Zoo bracht de Arbeidswet nog een ander novum dan de acht-uren-dag; zij maakte van onze nuchter-prozaïsche Kamer een tweetal geestdriftige liedertafels'. Charlotte Brand en Anne Bos |
![]() |
Het Handelingenkevertje speurt wekelijks de Handelingen af naar boeiende, interessante,
serieuze en / of grappige feiten, wetenswaardigheden en anekdotes uit de parlementaire geschiedenis.