Aansprakelijkheid van accountants: "Sommige bedrijven kunnen geen accountant meer vinden" - reacties

Datum bericht: 30 augustus 2021

Steven Hijink

De rol van de accountant ligt al langer onder vuur. Er zijn aanbevelingen voor extra kwaliteitsmaatregelen gedaan, maar hebben die het gewenste effect? Hoogleraar Jaarrekeningenrecht Steven Hijink benoemt onbedoelde neveneffecten en signaleert fricties bij de uitvoering. In de cursus Aansprakelijkheid van accountants gaat hij dieper in op deze thema's en de actualiteit rondom aansprakelijkheid.

Welke actuele ontwikkelingen spelen er rondom de aansprakelijkheid van accountants?

"Het accountantsberoep ligt al een aantal jaar onder vuur door onder meer de in 2014 uitgebrachte kritische rapporten van de AFM en de Nederlandse Beroepsorganisatie van accountants, de NBA. Naar aanleiding van deze rapporten is de Commissie Toezicht Accountancysector, de CTA, in het leven geroepen. Deze commissie heeft begin 2020 een aantal aanbevelingen gedaan gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de accountantscontroles. Een in het oog springende aanbeveling is dat de AFM niet alleen toezicht moet houden op de grootste accountantskantoren, maar ook op de kleinere.

De kleinere accountantskantoren vallen formeel al onder het toezicht van de AFM, maar in de praktijk houdt de NBA toezicht op hen. Meer fundamenteel is dan ook de vraag of het wijzigingen van deze praktijk veel verschil gaat maken. De werkzaamheden van de grotere accountantskantoren hebben veel meer impact; de AFM kan zich naar mijn mening beter daarop richten. Als er fouten worden geconstateerd bij kleinere kantoren, dan kunnen die worden afgehandeld via het reguliere tuchtrecht voor accountants.

Ook is er een bijeffect van deze aanbeveling. Wanneer de AFM toezicht moet houden op alle accountantskantoren, dan leidt dat tot een stijging van de kosten voor deze kantoren. Ze moeten aan meer regels voldoen en meer gegevens overleggen. Voor kleine kantoren wegen die extra kosten vaak niet op tegen de inkomsten van hun werk. Een mogelijkheid voor hen is om te fuseren, dan delen ze de kosten, maar er zijn ook kantoren die hun vergunning inleveren en stoppen met hun dienstverlening. Dat is de afgelopen jaren al op grote schaal gebeurd. In 2006 waren er nog 400 accountantskantoren met een vergunning, inmiddels zijn dat er nog maar 270. Dit probleem speelt overigens ook bij de accountantskantoren met een vergunning voor het controleren van de jaarrekening van organisaties met een openbaar belang, het oob-segment. Daarvoor geldt een zwaardere vergunning. In dit segment is de markt tot stilstand gekomen."

Wat zijn de gevolgen van het tot stilstand komen van de markt voor grote accountantskantoren?

"In vijftien jaar tijd is het aantal vergunningen van accountantskantoren in het oob-segment gedaald van 24 naar 6. Op dit moment zijn er dus maar zes kantoren die de jaarrekening van banken, verzekeraars en beursgenoteerde bedrijven mogen controleren. Dat zijn er te weinig en heeft tot gevolg dat sommige beursgenoteerde bedrijven geen accountant meer kunnen vinden die de jaarrekening kan controleren. Accountantskantoren kunnen vanwege de grote vraag klanten weigeren. Dat doen ze ook als ze voorzien dat ze hun taak niet goed kunnen uitoefenen.

De CTA voorzag dit probleem en heeft aanbevolen dat de minister van Financiën een mechanisme ontwikkelt waarbij in dat geval een accountantskantoor wordt aangewezen. Het ministerie heeft inmiddels een wetsvoorstel gepubliceerd dat dit probeert te regelen. Ik plaats vraagtekens bij een dergelijke oplossing. Stel dat een accountantskantoor op basis van de beroepsregels voor accountants een opdracht niet heeft aangenomen omdat het kantoor die niet in onafhankelijkheid zou kunnen uitoefenen, dan valt een aanwijzing door het ministerie om die opdracht alsnog uit te voeren daarmee niet te rijmen. De strijdigheid met de beroepsregels blijft bestaan; de accountant kan de opdracht in feite nog steeds niet uitvoeren.

Het probleem dat sommige organisaties geen accountant kunnen vinden, komt niet alleen door het tekort aan accountantskantoren. Het heeft ook te maken met de kwaliteit van de interne beheersing en governance van sommige beursgenoteerde organisaties. Als die gebrekkig is, waardoor bijvoorbeeld onduidelijkheden bestaan over transacties en relaties tussen aandeelhouders en de vennootschap, dan kan de accountant zijn taak niet goed uitoefenen. Hij moet dan op grond van de beroepsregels de opdracht weigeren of teruggeven. Dat roept de vraag op of we niet toe moeten naar vastgelegde kwaliteitseisen voor de interne beheersing van beursvennootschappen. Dan wordt het wellicht ook weer interessanter voor accountants om deze markt te betreden."

Kan een accountant aansprakelijk zijn voor schade van derden?

"De Hoge Raad heeft in het zogenaamde Vie d'Or-arrest bepaald dat, afhankelijk van de omstandigheden, een accountant ook aansprakelijk kan zijn voor de schade van derden. Dit arrest is al vijftien jaar oud, maar nog steeds is niet uitgekristalliseerd welke omstandigheden dat zijn. Je ziet dat de afgelopen jaren bij faillissementen wel meer en meer wordt gekeken naar de rol van de accountant. Daarbij spelen de beroepsregels voor accountants een rol. Heeft de accountant gehandeld zoals van een redelijk handelend en vakbekwame accountant mag worden verwacht?

In mogelijke aansprakelijkheidskwesties dienen betrokkenen vaak eerst een klacht in bij de tuchtrechter voor accountants. Dat is een laagdrempelige procedure waarvan steeds meer gebruik wordt gemaakt. De afgelopen jaren is het aantal zaken waarin fouten van de accountant aan de orde waren, toegenomen van 120 naar 200 per jaar. Met een veroordelende uitspraak van de tuchtrechter staat aansprakelijkheid overigens nog niet vast. Die uitspraak kan wel worden ingebracht in een civiele procedure. In de cursus Aansprakelijkheid van accountants komt dit onderwerp eveneens uitgebreid aan bod."

Oorspronkelijk gepubliceerd op 19 januari 2019
Laatste update: 30 augustus 2021


Steven Hijink is hoogleraar Jaarrekeningenrecht bij het Van der Heijden Instituut van de Radboud Universiteit en advocaat bij Stibbe. Voor het CPO doceert hij - samen met Jan van Nass - de cursus Aansprakelijkheid van accountants.