Hulpbehoevenden door corona in de knel: "We moeten alle belangen goed afwegen" - Reageren

Datum bericht: 15 april 2020

Dewi Deijle

De coronamaatregelen treffen mensen met een beperking extra zwaar. Dewi Deijle vindt daarom dat beleidsmakers alle belangen nauwkeurig moeten afwegen.

Terwijl we met z’n allen hard ons best doen om gezond te blijven en de zorgsector niet te overbelasten, worden we tegelijkertijd ook in onze grondrechten ingeperkt.

We zijn beperkt in onze bewegingsvrijheid, onze privacy staat onder druk en onderwijs is niet voor ieder kind voldoende toegankelijk. De maatregelen zijn, zoals het ons dagelijks door politiek en experts wordt voorgeschoteld, onvermijdelijk: we begrijpen dat we meer besmettingen moeten voorkomen. Maar speelt bij de keuzes van die inperkingen het belang van onze gezondheid of juist het economische belang een grotere rol? Over de motieven zijn de meningen nogal verdeeld.

Het recht op gezondheid

De landen die partij zijn bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) - dus ook Nederland - erkennen het recht van een ieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid, zoals gesteld in artikel 12 van dit Verdrag. Het tweede lid van dit artikel verstaat hieronder: voorkoming, behandeling en bestrijding van epidemische en endemische ziekten, alsmede van beroepsziekten en andere ziekten (sub c) en het scheppen van omstandigheden die een ieder in geval van ziekte geneeskundige bijstand en verzorging waarborgen (sub d). Het artikel vereist dat alle gezondheidsvoorzieningen, evenals de diensten en producten die zij aanbieden, in gelijke mate toegankelijk zijn voor elke persoon in het rechtsgebied van het betreffende land. Er mag geen discriminatie zijn op een van de verboden gronden opgesomd in artikel 2, die onder meer iemands psychische en mentale status omvat.

Er verschenen berichten in de media over leeftijdsdiscriminatie op de intensive care en over oudere personen met een handicap die worden gevraagd om te overwegen zich niet te laten opnemen op de intensive care zodra ze zijn besmet met het coronavirus. Kortom, coronapatiënten op leeftijd of met een beperking moeten het afleggen tegen 'gezonde' coronapatiënten. Ook al leidt een dergelijk ontmoedigingsbeleid niet direct tot juridische discriminatie, er bestaat zoiets als 'gevoelsdiscriminatie'. Voor een hulpbehoevend persoon is niet makkelijk te verkroppen dat inperkende maatregelen noodzakelijk zijn als hij of zij ineens niet meer die (extra) zorg kan krijgen.

Op 14 juli 2016 trad het VN-verdrag Handicap in Nederland in werking. Het doel van dit verdrag is dat de positie van mensen met een beperking verbetert. Dit Verdrag moet dus worden nageleefd. Uit een op 2 april 2020 verschenen rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau wordt pijnlijk zichtbaar dat mensen met een beperking tussen 2013 en 2018 meer discriminatie hebben ervaren. Hoe zal dat nu in deze coronacrisis worden ervaren? Wellicht goed om dat ook eens te evalueren, als deze crisis voorbij is.

Wiens belang weegt het zwaarst?

Maatregelen die inbreuk maken op grond- en mensenrechten moeten wettig, noodzakelijk en te rechtvaardigden zijn. Bij de beoordeling of een inbreuk gerechtvaardigd is, spelen drie aspecten een rol:

  • Proportionaliteit: de ernst van de inbreuk moet in redelijke verhouding staan tot het doel dat de overheid nastreeft. Er moet dus een goede belangenafweging worden gemaakt.
  • Subsidiariteit: is dit de beste manier om het doel te bereiken of zijn er andere manieren?
  • Doeltreffendheid: bereik ik met de inbreuk wat ik wil bereiken?

Hoewel de meeste mensen begrip hebben voor de maatregelen en de media schrijven over de ‘verbroedering van de samenleving’, is het niet per se zo dat de aan ons opgelegde restricties voor iedereen zijn te rechtvaardigen. Welk of wiens belang weegt het zwaarst?

De maatregelen zullen mogelijk de toets van proportionaliteit doorstaan. Maar toch kunnen er voor diverse groepen in de samenleving, al dan niet op langere termijn, op allerlei vlakken negatieve gevolgen ontstaan.

Personen met een fysieke beperking kunnen door de inperkende maatregelen behoorlijke problemen ondervinden. Vele locaties voor dagbesteding en opvang zijn in omvang beperkt of zelfs gesloten. Voor gehandicapte kinderen die niet naar huis kunnen, geldt dat ze volledig worden geïsoleerd van het normale gezinsleven. En krijgen mensen die het nodig hebben nog wel de mantelzorg die ze eerst kregen?

Nu gemakkelijk afstevenen op beeldbellen en online consulten klinkt aantrekkelijk en praktisch, maar deze middelen zijn niet voor iedere patiënt weggelegd en effectief. Een face-to-facegesprek kan stukken beter werken dan een gesprek via een mobieltje. Bij bepaalde psychische klachten geldt dat de cliënt echt gezien moet worden. Allemaal zaken waar we stil bij moeten staan.

Zelfredzaamheid

Het onderscheid tussen arm en rijk toont zich meer en meer in deze crisis. Voor personen die meer geld hebben te besteden zijn hulp(middelen), voorzieningen en zorg toegankelijker. Personen met een duurzaam fysieke of mentale beperking zijn meestal aangewezen op een uitkering of gemeentelijke voorziening en hebben niet vanzelfsprekend toegang tot hulp en middelen die ze nu misschien extra hard nodig hebben. Hulpbehoevenden zullen mogelijk helemaal niet (tijdig) het juiste maatwerk in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) ontvangen. Daarmee worden ze in een 'dode hoek' gezet. Er zijn zelfs gemeentes die inmiddels zijn gestopt met het financieren van bepaalde zorg. Nogal verwerpelijk, lijkt mij.

Zorg voor iedereen

Volgens artikel 12 van het IVESCR moet zorg voor iedereen voldoende toegankelijk zijn. Maar nu staan allerlei operaties en medische behandelingen die patiënten eerst nog met spoed moesten ondergaan on hold. En ook al gaat het niet altijd om een acute behandeling of operatie: een patiënt die al maanden of jaren met pijn wacht op een plekje op de operatietafel of die nu z'n leven niet zeker is, heeft het lastig te verduren. Er wordt een behoorlijk beroep gedaan op de psychische belasting van deze patiënten.

Schadebeperking voor álle groepen

Het is natuurlijk goed dat COVID-19 met man en macht wordt bestreden en er levens worden gered. Maar aan de andere kant zijn er veel volwassenen en kinderen die hun leven hiervoor moeten opofferen. En als we op den duur mondjesmaat weer naar meer vrijheid gaan, geldt dit dan ook voor de kwetsbare groepen?

In deze moeilijke tijd is het belangrijk dat de mensen die de hulp het hardst nodig hebben die hulp ook krijgen. Een goede belangenafweging maken is niet makkelijk en bepaalde scenario's zullen bij de één populairder zijn dan bij de ander. Het gaat mij vooral om de onderliggende motieven, of keuzes goed zijn afgewogen (proportionaliteit) en of goed is gekeken naar andere manieren om het hetzelfde effect te bereiken (subsidiariteit), waarbij de schade op zoveel mogelijk vlakken voor álle groepen in de samenleving wordt beperkt.

Lees ook:


Dewi Deijle is jurist en eigenaar van OJAU-rechtskundig advies. Daarnaast doceert zij HBO-rechten en sociaal juridische dienstverlening bij enkele onderwijsinstellingen. Deijle is auteur van Postpakketjes van overzee, een boek over gelegaliseerde kinderhandel in interlandelijke adoptie en de rol van de Nederlandse overheid hierin.