Mr. Fred Hammerstein: 'Rechtsstaat slecht voor de burgers?'

Datum bericht: 24 mei 2017

Mr. Fred Hammerstein

Volgens een onlangs verschenen onderzoeksrapport van HiiL zou de rechtsstaat slecht zijn voor de burgers. Dat is regelrechte demagogie en nog kletskoek ook, zegt mr. Fred Hammerstein.

Op 3 mei 2017 kopte de voorpagina van NRC: 'Rechtstaat fantastisch voor juristen, slecht voor de burgers'. Dat is wonderlijk nieuws, want de rechtsstaat lijkt mij goed voor ons allemaal. Bij nadere lezing blijkt het te gaan om 'juridische dienstverlening' waaronder blijkbaar gemakshalve ook de rechtspraak wordt verstaan. En wie kennis neemt van het bericht ziet dat de redacteuren de conclusie van onderzoekinstituut HiiL onder de aandacht van de lezers brengen. Rechters en advocaten die aan de rechtspleging hebben deelgenomen met – naar mijn ervaring – toch wel steeds de bedoeling om zo rechtvaardig mogelijke beslissingen tot stand te brengen, hebben – als we HiiL moeten geloven - jammerlijk gefaald.

De rechtsstaat zou hebben gefaald

Het onderzoeksrapport van HiiL draagt de titel: 'Menselijk en rechtvaardig. Is de rechtstaat er voor de burger?'. Dat NRC dit rapport met huid en haar heeft overgenomen, kan niet verbazen. Folkert Jensma had in dezelfde krant kort daarvoor een column geschreven waarin het rapport wordt aangekondigd met een korte samenvatting van het inktzwarte scenario dat erin wordt beschreven. De titel van zijn stuk loog er ook niet om: 'De rechtsstaat is doof, blind en alles zit vast'. Blind wisten we al, want we koesteren de blinddoek van Vrouwe Justitia, maar dit is echt zeer negatief bedoeld. Hoe geschokt de opstellers van het HiiL-rapport zijn over de toestand in Nederland, blijkt uit de volgende passage in de inleiding:

'Deze maand komen er weer honderden kinderen uit een scheiding die hun vader niet meer zullen zien. Jaarlijks vallen er doden onder die kinderen en hun wanhopige ouders. Niemand wil dit nog. Toch gaat het goed gefinancierde en wettelijk geregelde scheidingsmodel van justitie maar niet op de helling.'

Er vallen dus doden als gevolg van een 'scheidingsmodel' dat niemand wil. Dat kinderen hun vader (sic) niet meer zullen zien, wordt toegeschreven aan een model. Of aan het feit dat het wettelijk is geregeld en goed gefinancierd, of aan de rechter? Het is mij een raadsel waarom de onderzoekers denken dat ze met deze wartaal kunnen scoren, of het moet zijn dat de Trumpiaanse benadering om oorzaak en gevolg door elkaar te husselen school maakt.

Ik ben lang genoeg familierechter geweest om te weten hoe schrijnend en zelfs tragisch de gevolgen van vechtscheidingen zijn, vooral voor de kinderen die de dupe worden van onverantwoordelijk gedrag van (een van hun) ouders. In de familierechtspraak is in de afgelopen decennia steeds meer een beroep gedaan op externe deskundigen en op niet-juridische methoden bij het oplossen van deze conflicten die, laat dat duidelijk zijn, niet door de rechtspraak in het leven worden geroepen. Vaak lukt dat niet door onwil van een van de betrokkenen en procedures zijn zeker niet altijd de beste manieren om goede oplossingen te krijgen, maar soms wel de enige mogelijke. Dat rechtvaardigt echter niet de loze kretologie van het rapport.

Het Nederlandse rechtssysteem staat op internationale ranglijsten hoog aangeschreven, doch het is toch nog verre van volmaakt. Per definitie zijn veel mensen teleurgesteld als ze ermee in aanraking komen. Ze krijgen immers lang niet allemaal gelijk. Uit onderzoeken blijkt dat de rechtspraak niet slecht scoort als het gaat om de procedurele rechtvaardigheid en dat telt wat mij betreft het zwaarst.

Zit overal alles vast?

Mijn kennis ligt voornamelijk op het gebied van het burgerlijk procesrecht. 'Overal zit alles vast' luidt – aldus Jensma – de ontmoedigende conclusie. Conform een rubriek in zijn krant ga ik deze bewering toetsen: waar of onwaar? Ik beperk mij tot enkele ontwikkelingen in deze eeuw. In de eerste plaats is er een Raad voor de rechtspraak gekomen die de aanzet heeft gegeven tot een zeer groot aantal kleine en grote veranderingen en vernieuwingen in de rechtspraak.

Als een van de vele voorbeelden noem ik de vierjaarlijkse visitaties met commissies die voor een belangrijk deel uit buitenstaanders bestaan. De Raad legt wel degelijk verantwoording af aan de samenleving. Op zeer veel gebieden zijn rechters gaan samenwerken en er zijn grote stappen gezet in uniformering van rechterlijk beleid. Het project rechtspraak en mediation is succesvol gebleken.

Voorts is het wetboek van burgerlijke rechtsvordering in 2002 tamelijk grondig herzien. Het contradictoire model is sterk afgezwakt. Daarbij is het niet gebleven. Het ministerie heeft opdracht gegeven aan het driemanschap Asser-Groen-Vranken om voorstellen te doen voor verdere hervorming. Zij hebben twee rapporten uitgebracht met een groot aantal innoverende aanbevelingen. De cassatierechtspraak is – conform een van deze aanbevelingen – ingrijpend veranderd met onder meer de mogelijkheid van het stellen van prejudiciële vragen. De appelrechters hebben het project 'Innoverende hoven' uitgevoerd.

In 2016 is de KEI-wetgeving in de Eerste Kamer aanvaard. Deze leidt tot grote veranderingen: digitaal procederen en de regierol van de rechter. De wet bevat belangrijke aanzetten tot een andere aanpak van geschillen. Er ligt een voorstel tot oprichting van een Internationaal Commercial Court. Er wordt hard gewerkt aan een wetsvoorstel over collectieve acties en ook de WCAM is al sterk verbeterd.

Ten slotte is in april 2017 aan de minister een advies aangeboden voor vernieuwing van het bewijsrecht. Dit advies wordt meegenomen in een programma van het 'bolwerk V&J' dat erop is gericht in de komende jaren het civiele procesrecht verder te verbeteren.

Regelrechte demagogie en kletskoek

Het vorenstaande moet voldoende zijn om de conclusie als pertinent 'onwaar' te kwalificeren. Ik heb niet de illusie dat de opstellers van het rapport hiervan onder de indruk zullen zijn. Als zij het nodig vinden om beelden te schetsen waaruit zou moeten blijken dat we wat rechtsvordering betreft nog steeds in de 19e eeuw verkeren, staan ze zeker niet open voor kritiek uit de hoek van de juristen die volgens hun opvattingen alles bij het oude willen houden. Wederzijds onbegrip dus, stel ik hiermee vast, want de hele toon van het rapport is negatief ten opzichte van de gevestigde orde (helaas gebruiken de opstellers en passant ook al het begrip 'elite'). Lees maar wat het rapport zegt:

'Al het geld en alle energie gaan naar meer van hetzelfde: agenten, officieren van justitie, advocaten en rechters. Die blijven werken met routes naar rechtvaardige oplossingen die stammen uit de 19e eeuw.'

Onlangs gaf ik een cursus (procesrecht) aan advocaten die mij vele voorbeelden wisten te noemen van gebreken in de huidige rechtspleging. Nogmaals beklemtoon ik dat die voor verbetering en vernieuwing vatbaar is. Maar ik verzet mij met alle kracht tegen het beeld dat het rapport geeft van de situatie zoals het volgende:

'Rechters en andere juristen moeten intussen steeds harder werken om met niet goed werkende procedures de problemen op te lossen die mensen bij ze neerleggen. En het lijkt daarbij of je steeds meer juristen nodig hebt. Dat zijn ideale leden van politieke partijen, mensen die werken in het algemeen belang, en ook nog kunnen helpen met een amendement te schrijven. Welk druk bezet Tweede Kamerlid kan en wil nee zeggen tegen een op het oog zeer gerechtvaardigde lobby van deze gesprekspartners?'

Dit is regelrechte demagogie en het is nog kletskoek ook. Het is de populistische manier van denken die alles en iedereen wantrouwt. Het rapport is reeds daarom niet een uitnodiging voor een vruchtbare discussie. Het biedt geen basis om de problemen van nu en van de toekomst goed te doordenken. En wat het ergste is: het rapport bevat geen enkele bruikbare oplossing. Over de rechtsstaat gaat het trouwens helemaal niet.

Lees ook:


Mr. Fred Hammerstein was tot 1 mei 2016 raadsheer in de Hoge Raad. Van 2013 tot 2015 bekleedde hij de CPO-wisselleerstoel.

Het CPO verzorgt regelmatig cursussen op het gebied van het burgerlijk (proces)recht en familierecht. Bekijk het cursusaanbod