"Wetsvoorstel gaat uitstoting en uittreding van aandeelhouder uit bv vergemakkelijken"

Datum bericht: 16 september 2019

Gerard van Solinge

Er is een nieuwe wet in de maak om uitstoting en uittreding van een aandeelhouder uit de bv te vergemakkelijken. Dat is een goed initiatief, vindt CPO-docent en hoogleraar Ondernemingsrecht Gerard van Solinge.

Werk en privé gescheiden houden: iedereen streeft het na, maar vaak lukt het niet. Als twee mensen samen een onderneming starten, is dat nog lastiger. Zeker als de twee behalve collega’s ook vrienden of familieleden zijn. De gezamenlijke onderneming lijkt dan op een huwelijk. Het begin is spannend en onzeker: weinig geld, maar volop idealen.

Dan volgt een fase van succes. Opdrachten stromen binnen en er wordt geld verdiend. Veelal blijft het goed gaan, maar de relatie kan ook barstjes gaan vertonen. Dan kan een patstelling ontstaan en gebeuren er soms rare dingen.

Een treffend voorbeeld deed zich recent voor bij de rechtbank Rotterdam. Het betreft een besloten vennootschap (bv) die actief is op het gebied van subsidie- en managementadvies. Twee ondernemers – laten we ze Arie en Bep noemen – houden ieder de helft van de aandelen. Tevens zijn zij bestuurders van de bv. Voor de activiteiten in Centraal- en Oost-Europa is er ook een Slowaakse dochtervennootschap, waarvan Arie en Bep bestuurders zijn en ieder 40% van de aandelen houden.

Op een gegeven moment richt Arie in Slowakije een nieuwe vennootschap op, waarin hij een controlerend belang heeft. Volgens Bep doet Arie dit om te gaan concurreren met hun Slowaakse dochtervennootschap. Arie zou zelfs de onderneming van de Slowaakse dochter hebben overgeheveld naar zijn eigen vennootschap. Bep heeft dit (in de rechtszaak) echter niet kunnen aantonen. Maar de barsten in hun relatie zijn nu zichtbaar.

Ontslag

Dat blijkt ook uit het feit dat Bep kort na de oprichting van Arie’s concurrerende vennootschap is ontslagen als bestuurder van hun Slowaakse dochter. Volgens Bep heeft Arie haar er uitgewerkt. Bep is er helemaal klaar mee, vecht in Slowakije het ontslag aan en zint op wraak. Zij doet een oproeping voor een aandeelhoudersvergadering van de Nederlandse bv. Op de agenda staat het ontslag van Arie als bestuurder wegens de concurrerende activiteiten.

Conform de oproeping begint de vergadering stipt om 9 uur. Op dat moment is slechts Bep aanwezig. Als Arie enkele minuten later binnenkomt, krijgt hij te horen dat de aandeelhoudersvergadering is gesloten en dat hij is ontslagen als bestuurder van de bv. Arie vecht dit ontslagbesluit aan bij de rechtbank Rotterdam.

Rechters zijn niet snel geneigd in te grijpen als een bestuurder wordt ontslagen. Het staat de aandeelhouders vrij een bestuurder te allen tijde te ontslaan. Dat is een beginsel van ons recht. Anders wordt het als een ontslagbesluit in strijd met de wet of de statuten tot stand is gekomen. Ook kan een ontslagbesluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid zijn.

Onredelijk en onbillijk

Dat laatste was het geval volgens de Rotterdamse rechtbank, die oordeelt dat Bep onredelijk en onbillijk heeft gehandeld door buiten aanwezigheid van Arie zo snel mogelijk het ontslagbesluit te nemen, zonder na te gaan of Arie onderweg was. Bep wist immers uit een brief van Arie’s advocaat dat hij aanwezig zou zijn. Het enige belang van Bep om geen contact op te nemen met Arie of zijn advocaat was het buitenspel zetten van Arie. De rechtbank heeft daarom het ontslagbesluit vernietigd.

Door de vernietiging van het ontslagbesluit is Arie met terugwerkende kracht weer bestuurder van de bv. Het kwaad is echter geschied, de relatie tussen de twee is grondig verpest. Wat te doen?

Meestal wordt in zo’n patstelling aangestuurd op het vertrek van een van de twee. De vertrekker legt de bestuursfunctie neer en draagt zijn aandelen over aan de achterblijver. Vraag is dan: wie moet gaan vertrekken?

De wet kent een regeling om dit soort geschillen op te lossen. De ene aandeelhouder kan de rechter vragen de andere aandeelhouder uit te stoten. De rechter kan ook bepalen dat een aandeelhouder op diens eigen verzoek uit de bv treedt. Vrijwel altijd ontstaat een conflict over de prijs die de vertrekkende aandeelhouder voor zijn aandelen moet krijgen. Het kan lang duren voordat dit uiteindelijk is opgelost, soms tientallen jaren. De wettelijke geschillenregeling wordt in de praktijk daarom maar weinig gebruikt.

Aanpassing wet

Op 22 augustus heeft minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming een consultatievoorstel tot wetswijziging openbaar gemaakt. Een probleem onder de huidige wet is dat een aandeelhouder slechts kan worden uitgestoten indien hij zich misdraagt als aandeelhouder. Gedragingen in andere hoedanigheid, zoals oneerlijk concurreren met de eigen vennootschap, vallen hier niet onder. Voorgesteld wordt dat voortaan ook die andere gedragingen een rol kunnen spelen.

Verder wordt voorgesteld dat een aandeelhouder die zelf wil uittreden een ‘onherroepelijk, onvoorwaardelijk en redelijk’ bod op zijn aandelen niet mag afwijzen. Hiermee wordt beoogd een ruzie over de prijs van de aandelen bij de rechter te voorkomen.

Door de huidige problemen wijkt men vaak uit naar de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer. Langs die weg worden veel conflicten opgelost. Maar de Ondernemingskamer kan in die procedure niet verplichten tot overdracht van de aandelen. Het wetsvoorstel maakt dat wel mogelijk.

Het wetsvoorstel vertoont nog wat technische onvolkomenheden, maar het is een goed initiatief. De praktijk is hiermee gebaat.

Laten we hopen dat Arie en Bep er samen uitkomen en niet hoeven te wachten tot de wetswijziging in werking is getreden.

Deze column verscheen op 15 september 2019 op FD.nl.

Lees ook:


Gerard van Solinge is hoogleraar Ondernemingsrecht aan de Radboud Universiteit en advocaat bij Allen & Overy LLP in Amsterdam. Voor het CPO verzorgt Van Solinge cursussen Ondernemingsrecht.

Bekijk het cursusaanbod van het CPO