Het 'Goud van de Krim' kent zoveel interessante juridische aspecten

Datum bericht: 12 april 2022

René KlompDoor de oorlog in Oekraïne is de politiek gevoelige zaak die momenteel bij de Hoge Raad speelt over het Goud van de Krim weer zeer actueel geworden. De uitkomst van de oorlog heeft namelijk gevolgen voor de feitelijke afloop van deze zaak. CPO-docent René Klomp belicht de verschillende juridische aspecten in deze zaak. In de cursus Actualiteiten Verbintenissenrecht bespreekt hij meer actuele ontwikkelingen op het gebied van het verbintenissenrecht.

Welke actuele ontwikkelingen spelen in het verbintenissenrecht?

“Bij de Hoge Raad loopt een interessante en door de oorlog in Oekraïne ook zeer actuele zaak over de gouden kunstschatten van de Krim. Deze kunstschatten zijn in 2014 naar Nederland gekomen voor een expositie in het Allard Piersonmuseum, onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Maar niemand kon bij het maken van de afspraken voorzien dat Rusland tijdens de expositie in 2014 de Krim zou bezetten. Deze inval zette het eigendomsrecht van de kunstschatten van de Krim in een ander daglicht, want na de inval claimde Rusland dat de kunstschatten Russisch cultureel erfgoed zijn.

Er is inmiddels in verschillende instanties geprocedeerd over het ‘Goud van de Krim’, zoals de verzameling kunstschatten ook wel wordt genoemd. In eerste en tweede aanleg is bepaald dat de geleende voorwerpen aan Oekraïne moeten worden afgegeven. Stel dat destijds direct uitvoering aan deze uitspraken was gegeven, dan hadden de kunstschatten zich op dit moment in het zwaar getroffen Kiev bevonden. Dat de kunstschatten nog veilig in Nederland zijn, komt puur en alleen door het feit dat de vier musea op de Krim cassatie bij de Hoge Raad hebben ingesteld. En omdat Rusland nu ook Oekraïne is binnengevallen, kent deze zaak niet meer alleen juridische aspecten, maar ook geopolitieke. De uitkomst van deze oorlog is namelijk medebepalend voor wat er met het Goud van de Krim feitelijk gebeurt. Als Rusland de oorlog wint en Oekraïne inneemt, dan valt het goud toch in Russische handen, ongeacht de uitspraak van de Hoge Raad. Wint daarentegen Oekraïne de oorlog en wijst de Hoge Raad het goud aan Oekraïne toe, dan blijft het goud in Oekraïense handen. Ik verwacht dat de kunstschatten dan symbool zullen staan voor de wederopbouw van Oekraïne.

In deze zaak spelen zoveel interessante juridische aspecten. De kern van het geschil draait om het goederenrecht, want wie is de rechtmatige eigenaar van de kunstschatten? Maar ook het contractenrecht speelt een rol en er komen verschillende procesrechtelijke aspecten bij kijken.”

Hoe komt het dat Oekraïne en Rusland in Nederland over het Goud van de Krim procederen?

“In de museumwereld is het gebruikelijk dat musea kunst aan elkaar uitlenen. Op basis van wederzijds respect, vriendschap en belangstelling voor elkaars cultuur hebben de Oekraïense musea hun mooiste kunstschatten uitgeleend voor de expositie in het Allard Piersonmuseum. Daarvoor heeft de Universiteit van Amsterdam een bruikleenovereenkomst gesloten met één museum in Kiev en vier musea op de Krim. In deze bruikleenovereenkomsten is opgenomen dat voor het tentoonstellen van de kunstschatten geen vergoeding is verschuldigd. Ook is opgenomen dat partijen bij de overeenkomst het Goud van de Krim erkennen als cultureel erfgoed van Oekraïne. In de overeenkomsten staat verder nog een standaardclausule over arbitrage. Op grond daarvan zou bij een geschil over de uitvoering van de overeenkomst, de Kamer van Koophandel in Kiev een arbiter moeten aanwijzen.

Maar dan valt Rusland in 2014, tijdens de expositie in Nederland, de Krim binnen. De vier musea op de Krim eisen hun kunstschatten op, maar de staat Oekraïne verzoekt de Universiteit van Amsterdam de kunstschatten niet terug te geven aan de musea op de Krim, want dat zou betekenen dat de kunstschatten in Russische handen zouden vallen en naar Rusland zouden verdwijnen. Oekraïne stelt zich – kort gezegd - op het standpunt dat de musea op de Krim rijksmusea zijn, dat alles afkomstig van de Krim Oekraïens nationaal erfgoed is, en dat het daarom afgegeven moet worden aan de staat Oekraïne. De Universiteit van Amsterdam beroept zich op haar opschortingsbevoegdheid en stelt dat zij de kunstschatten onder zich houdt zolang niet duidelijk is aan wie zij de geleende voorwerpen moet teruggeven.

In principe zou voor dit geschil met de vier musea op de Krim het arbitragebeding uitkomst kunnen bieden, maar zij hebben gekozen voor een procedure bij de rechtbank Amsterdam, naar ik vermoed omdat zij onvoldoende vertrouwen hebben in een door de Kamer van Koophandel in Kiev aan te wijzen arbiter. Het procesrecht bepaalt in zo’n geval dat je als eiser ook alsnog kunt kiezen voor een overheidsrechter. De rechter van de woonplaats van gedaagde, de Universiteit van Amsterdam, is dan de meest voor de hand liggende bevoegde rechter. Zo komt het dat de zaak aanhangig is gemaakt bij de rechtbank in Amsterdam. Overigens moet de zaak inhoudelijk naar Oekraïens recht beoordeeld worden, dat maakt het een extra complexe zaak.”

Wat is de stand van zaken in deze procedure bij de Hoge Raad?

“Zowel de rechtbank als het hof hebben, weliswaar op andere gronden, bepaald dat de kunstschatten moeten worden afgegeven aan Oekraïne. Of het Oekraïens recht in deze zaak goed is toegepast is echter in de procedure bij de Hoge Raad niet aan de orde. De Hoge Raad controleert namelijk niet of buitenlands recht op een juiste wijze is toegepast. De Hoge Raad beoordeelt alleen of de uitspraak van het hof niet lijdt aan een vormverzuim of een motiveringsgebrek.

Bij de behandeling van deze zaak bij de Hoge Raad speelt ook nog een procesrechtelijk aspect. Voor een procedure bij de Hoge Raad geldt namelijk een verplichte procesvertegenwoordiging door een cassatieadvocaat. De vier musea op de Krim zijn in alle instanties over het Goud van de Krim vertegenwoordigd door een Nederlands advocatenkantoor. De vraag is of de advocaten die namens de vier musea op de Krim in cassatie zijn gegaan zich naar aanleiding van de sancties tegen Rusland hebben teruggetrokken in deze zaak; ik vermoed van wel. Omdat de middelen waarmee cassatie is ingesteld al zijn ingediend, hoeft dit wellicht voor de behandeling van de zaak geen probleem op te leveren. In het geval bij de verdere behandeling van deze zaak de vier musea toch door een advocaat vertegenwoordigd moeten zijn, en niemand bereid is om op te treden voor de vier musea op de Krim, dan zal de deken een advocaat moeten aanwijzen. Ik verwacht dat de Hoge Raad eind dit jaar uitspraak zal doen in de zaak over het Goud van de Krim.

Er is door Oeke Hoogendijk een documentaire gemaakt over het Goud van de Krim: De schatten van de Krim. Ik raad iedereen aan om deze documentaire te kijken, niet alleen vanwege de schoonheid van deze kunstschatten, maar vooral ook vanwege de wijze waarop de documentairemaker hoor en wederhoor heeft toegepast. Dat maakt de documentaire met name ook voor juristen zeer boeiend.”


René Klomp is raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Amsterdam.

CPO Academy is het kennisplatform van het CPO. Met columns en kennisclips van CPO-docenten en wetenschappers. Voor inspiratie, reflectie en nieuwe inzichten.

Wilt u op de hoogte blijven van inspirerende columns, kennisclips en de nieuwste cursussen? Meld u aan voor de informatiemails.

aanmelden