Tentameneisen

Tentamen 6 - Recht Algemeen

Vereiste voorkennis

Geen

Doel van het tentamen

De kandidaat dient ervan blijk te geven dat hij voldoende kennis bezit van de beginselen van het Nederlandse burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht, voor zover deze kennis nodig is in verband met een goed begrip van het Nederlandse recht met betrekking tot de industriële eigendom.

Kennis die wordt getoetst

De kandidaat dient ervan blijk te geven dat hij kennis bezit m.b.t. de onderstaande onderwerpen - op zichzelf en in onderlinge samenhang - en dat hij deze kennis kan toepassen in een casus. De bedoelde kennis omvat ten minste:

  • de toepasselijke wettelijke, communautaire dan wel verdragsrechtelijke bepalingen;
  • de relevante jurisprudentie;
  • de gangbare juridische begrippen, hoe deze worden toegepast en in welke rechtsbronnen hieromtrent regels worden gesteld.

Onderwerpen

Basisbegrippen

De kandidaat kent de systematiek van het Nederlandse recht, de onderverdelingen in het Nederlandse recht en de basisbegrippen binnen het Nederlandse recht. De kandidaat heeft basiskennis van het wetgevingsproces, de rechtspraak, het staatsrecht, het bestuursrecht, het privaatrecht in het algemeen en het internationale recht.

Vermogensrecht

De kandidaat heeft grondige kennis van het Nederlands vermogensrecht, in het bijzonder waar het gaat om rechtshandelingen, verbintenissen, overeenkomsten, de nakoming en niet-nakoming, het goederenrecht, de productaansprakelijkheid en de vertegenwoordiging. De kandidaat heeft grondige kennis van de overeenkomst van opdracht, de overeenkomst van lastgeving, de bemiddelingsovereenkomst en de arbeidsovereenkomst.

Ondernemingsrecht

De kandidaat heeft grondige kennis van het Nederlandse rechtspersonenrecht en het Nederlandse recht betreffende de personenvennootschappen.

Procesrecht

De kandidaat heeft grondige kennis van het Nederlands burgerlijk procesrecht, in het bijzonder van de uitgangspunten hiervan, de dagvaardings- en verzoekschriftprocedures, de bevoegdheid van de Nederlandse rechter, de procedure bij de voorzieningenrechter, de rechtsmiddelen, de tenuitvoerlegging van vonnissen, de beslaglegging en alternatieve vormen van geschilbeslechting.

Intellectuele eigendomsrechten

De kandidaat heeft basiskennis van de verschillende wijzen waarop intellectuele kennis en prestaties kunnen worden beschermd of zijn beschermd. In het bijzonder heeft de kandidaat kennis van de basisbegrippen en de kenmerken van de te onderscheiden intellectuele eigendomsrechten.

Europese wetgeving en common law

De kandidaat heeft basiskennis van de inrichting en werkwijze van de Europese Unie en de verhouding tussen Europees recht en nationaal recht. Tevens heeft de kandidaat basiskennis van het Britse "common law" systeem.

Internationaal privaatrecht

De kandidaat heeft basiskennis van het internationaal privaatrecht, in het bijzonder van het internationale bevoegdheidsrecht, het conflictenrecht en het internationale recht m.b.t. de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen.

Methode van tentamineren

Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. De tentamenduur is 3 uur. De tentamenopgave bevat een of meerdere casus waarin zich algemene juridische vraagstukken voordoen.