"Coronacrisis vereist directe actie om faillissementen te voorkomen"

Datum bericht: 19 maart 2020

Ruud Hermans

Het is begrijpelijk dat de aandacht van ondernemers en de overheid tijdens de coronacrisis in de eerste plaats uitgaat naar de volksgezondheid. Maar het voorkomen van faillissementen van grote aantallen bedrijven is minstens zo urgent. Wat kunnen ondernemers doen die vrezen dat de crisis tot hun insolventie leidt? En wat kan de overheid doen?

Insolventie kan op korte termijn worden veroorzaakt door een liquiditeitstekort. Ondernemers moeten als eerste een liquiditeitsprognose maken, bij voorkeur voor de eerste dertien weken op weekbasis en voor de rest van het jaar op maandbasis. Omdat niemand weet hoe lang de maatregelen tegen de verspreiding van het virus nog van kracht zijn, is het verstandig drie scenario’s te maken: basis, optimistisch en pessimistisch.

Als in deze scenario’s een liquiditeitstekort wordt verwacht, kan een ondernemer maatregelen nemen. Bijvoorbeeld het sneller incasseren van vorderingen, verminderen van voorraden, uitstellen van niet-noodzakelijke investeringen, niet meer inschakelen van oproepkrachten of uitstellen van betalingen aan schuldeisers. Zo is het beter om een crediteur vóór het verstrijken van de betalingstermijn te vertellen dat betaling van zijn vordering moet worden uitgesteld, dan daarmee te wachten tot de deurwaarder op te stoep staat. Dit voorkomt naast ergernis ook nodeloze incassokosten. Ook moet de ondernemer uiteraard gebruikmaken van de steun die de overheid biedt (uitstel van belastingbetaling en deeltijd-ww).

Als dat niet voldoende is, kan de ondernemer opdrachten annuleren. Dat brengt misschien annuleringskosten van 25% of 50% in rekening, maar scheelt in de liquiditeit. Ook is aanvullende externe financiering, bijvoorbeeld tegen verstrekking van zekerheid, een optie. Hierbij helpt het om de jaarrekening 2019 snel gereed te krijgen, om aan te tonen dat de onderneming structureel gezond is. Via de borgstelling voor MKB-bedrijven kan ook de overheid helpen.

Denk tenslotte aan het tijdig melden van betalingsonmacht aan de belastingdienst en het UWV om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen.

Dwarsliggende crediteuren

De overheid moet zorgen dat verzoeken om steun heel snel worden beoordeeld: zorg voor voldoende personeel en eenvoudige criteria. Geen eindeloze formulieren die moeten worden ingeleverd en beoordeeld. Liever iets te veel aan steun toekennen dan te weinig. Accepteer dat er een paar oneigenlijke aanvragen tussendoor zullen glippen.

Als de crisis niet alleen de liquiditeit maar ook de solvabiliteit van de onderneming raakt, zijn ingrijpender maatregelen nodig. Waar de aandeelhouder niet kan of wil bijspringen door het eigen vermogen te versterken, moet de ondernemer zijn schuld herstructureren. Dat kan door het aanbieden van een onderhandsakkoord. Nu vereist dat nog instemming van alle betrokken crediteuren. Dat is onwenselijk, omdat een dwarsligger een akkoord waarmee de meerderheid van de crediteuren instemt kan blokkeren.

Daarom is het noodzakelijk dat de Wet homologatie onderhands akkoord (Whoa) zo spoedig mogelijk in werking treedt. Die wet maakt het mogelijk dwarsliggende crediteuren aan een akkoord te binden. Daardoor kan faillissement van in essentie gezonde bedrijven met een te hoge schuldenlast worden voorkomen.

Elke dag telt

De Whoa zou 11 maart plenair in de Tweede Kamer worden behandeld. De behandeling is uitgesteld, tot verbijstering van heel insolventierechtelijk Nederland. Het lijkt alsof politici de urgentie van deze wet niet begrijpen. Aan de Whoa is sinds 2013 gewerkt. Tientallen insolventiespecialisten en maatschappelijke organisaties hebben minister voor rechtsbescherming Sander Dekker daarbij ondersteund. De wet heeft breed draagvlak en zit technisch goed in elkaar. Een succesvol beroep op de Whoa kan faillissement van de onderneming voorkomen. Daardoor wordt het waardeverlies dat bij een faillissement onvermijdelijk optreedt, ook als een doorstart plaatsvindt, voorkomen.

Zelfs als een beperkt aantal grote bedrijven die zwaar door de crisis zijn getroffen met behulp van de Whoa kan herstructureren, kan honderden miljoenen, zo niet miljarden aan waardeverlies worden voorkomen. Duizenden werknemers kunnen hun baan behouden. Doordat de onderneming wordt voortgezet, wordt ook schade bij toeleveranciers en afnemers voorkomen.

De crisis slaat zó snel om zich heen dat letterlijk elke dag telt. Als de Tweede en vervolgens de Eerste Kamer hun verantwoordelijkheid nemen, staat niets de inwerkingtreding van de Whoa op 15 april of 1 mei in de weg. Daarvoor is niet meer nodig dan een klein beetje politieke wil om de bestaande procedures te versnellen.

Deze column verscheen ook op 19 maart 2020 op FD.nl.

Lees ook:


Ruud Hermans is CPO-hoogleraar met als leeropdracht 'Geschiloplossing in de (inter)nationale privaatrechtelijke rechtspraktijk'.