Mr. Willem D. Bierens de Haan: 'De belangrijkste balanspost van de advocaat staat niet in de balans'

Datum bericht: 4 mei 2017

Willem D. Bierens De Haan

Na de recente wetswijziging in het jaarrekeningenrecht vraagt Willem D. Bierens de Haan zich af: wat is de belangrijkste balanspost voor de advocaat?

Eerder schreef ik voor de rubriek Jaarrekeningenlezen op deze site, dat was einde 2015, over de toen op handen zijnde wetswijziging in het jaarrekeningenrecht. Inmiddels is deze ingevoerd en zoals ook wel te verwachten was: het was niet heel spectaculair. Jaarverslag werd bestuursverslag, de termijn voor opmaken wijzigde, activeren van uitgaven voor onderzoek is blijkbaar niet meer de bedoeling, belangrijke financiële gebeurtenissen na de balansdatum komen nu in de toelichting en ten slotte is er een nieuwe vrijstelling voor de micro-rechtspersonen gekomen (art. 2:395a BW).

In deze bijdrage wil ik dan de vraag aan de orde stellen: wat is de belangrijkste balanspost voor de advocaat? Eigenlijk kan de vraag worden uitgebreid naar iedere beoefenaar van een vrij beroep en misschien wel naar iedere ondernemer. Een voor de hand liggend antwoord is: de winst. Ondernemers plegen immers op winst gerichte entiteiten te zijn. Nu is de winst in de eerste plaats de resultante van de opbrengsten (de omzet) van de onderneming en de kosten. Daarbij spelen respectievelijk het realisatiebeginsel en het matchingbeginsel een belangrijke rol. Het resultaat verschijnt in de eerste plaats in de winst- en verliesrekening en dat is ook de functie die de wet aan dit overzicht geeft (art. 2:362 lid 3 BW). Alleen wanneer de balans vóór winstverdeling wordt gepresenteerd, is het ook een balanspost (art. 2:362 lid 2, tweede volzin BW). Een groot eigen vermogen, veel vaste activa, een hoog saldo liquide middelen lijken redelijke alternatieve antwoorden: het zijn immers alle balansposten (art. 2:364 BW, nader uitgewerkt in Afdeling 3 van Titel 9).

Deze posten doen echter wat statisch aan binnen een dynamische onderneming. Zo is vooral de naamsbekendheid, reputatie, klantenkring van groot belang: dit zorgt in de nabije toekomst voor inkomsten, kasstromen en uiteindelijk winst voor de ondernemer. Het gaat dan om de post ‘Goodwill’, die in het jaarrekeningenrecht valt onder de Immateriële vaste activa (art. 2:365 lid 1, sub d BW). De wet spreekt daar echter nadrukkelijk over de kosten van goodwill ‘die van derden is verkregen’. Daar is bij de eigen, zelf voortgebrachte goodwill van de ondernemer geen sprake van. Enkel bij overgenomen goodwill (een overgenomen klantenkring) is opname in de jaarrekening aan de orde. De eigen goodwill wordt daar niet onder begrepen. Activering in de jaarrekening zou in strijd komen met enkele accounting principles: de ondernemer mag zich niet rijker rekenen dan hij is en bovendien zou het activeren tot een nogal willekeurig (subjectief bepaald) bedrag kunnen leiden. Doorgaans wordt er een bepaald bedrag aan goodwill bedongen bij de verkoop van de onderneming en vormt het verschil tussen de totale koopsom en de werkelijke waarde van het vermogen de betaling voor de goodwill. Dat is dan tenminste objectief waarneembaar.

Het activeren van eigen goodwill en tegelijk opnemen van een wettelijke reserve in de jaarrekening lijkt meer zekerheid te bieden, maar is evenmin juist. Allereerst is een wettelijke reserve enkel toepasselijk in een aantal concreet in de wet genoemde situaties (art. 2:373 lid 4 BW). Ten tweede staat ook de wettelijke reserve, als onderdeel van het Eigen vermogen, slecht voor een boekhoudkundige grootheid en vooral niet voor een hoeveelheid liquide middelen of andere identificeerbare bezitting binnen de onderneming. Als laatste rijst dan nog de vraag of de eigen goodwill niet in de jaarrekening wordt opgenomen onder toepassing van de IFRS (International Financial Reporting Standards). Hoewel er onder IFRS een duidelijke keuze voor de fair value (werkelijke waarde, marktwaarde) van de onderneming gemaakt is, is ook in een dergelijk geval opname van de eigen goodwill niet aan de orde. En dus ook geen impairment test, zoals de IFRS zo graag wil.

Concluderend: de belangrijkste balanspost van de advocaat is de goodwill. Maar deze staat niet in de balans te vinden. Welkom in de wondere wereld van het Jaarrekeninglezen!

Lees ook


Willem D. Bierens de Haan is docent/repetitor Jaarrekeninglezen en bestuurslid van de Stichting Kring van Leidse Repetitoren.