"Overpeinzingen bij een crisis"

Datum bericht: 2 april 2020

Fred Hammerstein

Vanwege de coronacrisis zijn de gerechten gesloten. Fred Hammerstein verbaast zich erover dat zo'n vitale sector als de rechtspraak zonder veel discussie is stilgelegd.

In de afgelopen tijd heb ik in tal van programma’s al vele stuurlieden aan wal en zelf benoemde deskundigen aan het woord gezien, vooral over vragen over de maatregelen die moeten worden genomen. De crisis roept vanzelfsprekend bij vele mensen vragen op en twijfels over wat er moet of kan gebeuren. Ik vind het goed dat de regering vertrouwt op deskundigen en zich laat leiden door de feiten, wat er ook wordt gezegd. Toch mag het maatschappelijk debat in een rechtstaat nooit verstommen en luisteren de ministers geduldig naar leden van de Tweede Kamer, zelfs als zij veel tijd vragen en grote woorden uitspreken. De rechtspraak is een essentieel onderdeel van de rechtstaat en heeft een heel eigen verantwoordelijkheid. De regering legt de rechtspraak niet stil. Dat deed de rechtspraak zelf. Ook daarover mag wat mij betreft wel iets meer debat gevoerd worden.

Bij mij is in elk geval de vraag gerezen waarom de gerechten in Nederland grotendeels op slot zijn gegaan. Ik heb getracht daarvoor een verklaring te vinden in een mededeling van de Raad voor de rechtspraak of van de gerechten zelf. Als ik mij niet vergis, ontbreekt die uitleg. Mogelijk acht de rechtspraak deze sluiting vanzelfsprekend in verband met de gevaren van het coronavirus. Dan zou ik graag willen weten waarom de rechtspraak niet behoort tot de onmisbare onderdelen van onze maatschappij. Het is kennelijk voor iedereen vanzelfsprekend dat de ziekenhuizen harder moeten werken dan ooit met alle gevolgen voor het personeel. De centrale en decentrale overheden blijven de belangrijkste taken uitoefenen. We kunnen gelukkig ook nog naar de supermarkt en politie en brandweer blijven op hun post. Er zijn nog vele andere voorbeelden te geven van voortzetting van werk ondanks de crisis en vaak met aanzienlijke risico’s voor degenen die aan het werk blijven. Hebben rechters niet een bijzondere verantwoordelijkheid in deze maatschappij en in deze tijd? Zijn ze meer kwetsbaar dan gemiddeld?

Is er een goede reden om over dit onderwerp in deze bijzonder moeilijke tijd een column te schrijven? Daarover kan wellicht verschillend gedacht worden, maar ik heb een aantal redenen om hierop de aandacht te vestigen.

In de eerste plaats acht ik de rechtspraak een essentieel onderdeel van de rechtstaat en vind ik het voor het vertrouwen schadelijk dat een naar eigen zeggen 'vitale' rechterlijke organisatie nagenoeg plat komt te liggen. Rechters geven hiermee een signaal dat slecht is voor het vertrouwen in de rechtspraak.

In de tweede plaats is het in een tijd van zeer ingrijpende maatregelen met grote gevolgen voor de burgers, van groot belang dat de toegang tot de rechter is gewaarborgd. Ik weet dat de rechtspraak uitzonderingen maakt voor 'urgente gevallen' maar dat is een noodmaatregel en de rechter beoordeelt zelf wat urgent is. In feite ligt vrijwel alles stil, althans dat lijkt zo te volgen uit de noodregelingen.

In de derde plaats wordt het waarschijnlijk geacht dat de crisis geruime tijd zal duren. Al die tijd kunnen geen zittingen plaatsvinden. Het is best mogelijk dat er nog lopende zaken worden afgedaan, maar het lijkt me voorspelbaar dat er een flinke achterstand zal ontstaan en een lange periode van rechtsonzekerheid. Zou daaraan gedacht zijn bij het nemen van dit besluit en zijn de gevolgen afgewogen tegen de offers die gebracht moeten worden om door te gaan? Die offers worden nu gebracht door mensen die geen beslissing kunnen krijgen en advocaten die de komende tijd hun werk niet kunnen doen en hun inkomsten zien verminderen. Advocaten zullen personeel moeten ontslaan en kantoren moeten sluiten. Het is te voorzien dat zij na de crisis niet zomaar opnieuw kunnen beginnen. De emotionele en economische gevolgen van de lockdown van de rechtspleging zullen dus zeer aanzienlijk zijn. Heeft hierover overleg plaatsgevonden met de Nederlandse Orde van Advocaten en andere betrokken organisaties?

In de vierde plaats is al gebleken dat de bijzondere omstandigheden op het gebied van orde en veiligheid problemen oplevert. De politie kamp ook met personeelsproblemen maar kan niet het bijltje erbij neergooien. Zij blijven vanzelfsprekend altijd in contact met mensen op straat en zijn niet afdoende beschermd tegen de risico’s van een besmetting, net als vele anderen. Slaat de rechter hier niet een slecht figuur? Is de rechter niet een onmisbaar onderdeel van de strafrechtketen? Is het PAG geraadpleegd over de sluiting en was het College het daarmee eens?

Ik hoop van harte dat over alle vragen die ik hier stel goed is nagedacht. Ik besef dat er steeds weer lastige afwegingen moeten worden gemaakt en dat 'men' niet zit te wachten op het telkens weer ter discussie stellen van beslissingen die door bevoegde gezagsdragers zijn genomen. Ik zie ook wel in dat het voor het vertrouwen noodzakelijk is dat we uitgaan van weloverwogen besluitvorming. De rechtspraak heeft het in dit opzicht een heel stuk gemakkelijker dan de ministers die in de Tweede Kamer, niet zachtzinnig en soms ver over de grens van behoorlijkheid, ter verantwoording worden geroepen. De rechtspraak heeft echter een geheel eigen en zeer grote verantwoordelijkheid en mag die niet lichtvaardig gebruiken voor de eenvoudigste oplossing.

Het zal ongetwijfeld een lastige klus zijn om wel door te werken. Met betrekking tot besmetting moeten op andere plaatsen ook maatregelen worden genomen en daar lukt dat. Met betrekking tot veiligheid kan het verbieden van publiek bij zittingen al veel oplossen (op de wettelijke grond: belang van een goede rechtspleging wordt geschaad). Een afstand van 1,5 meter is binnen de zittingzalen en de gebouwen ook niet zo heel ingewikkeld, veel minder ingewikkeld dan in supermarkten. Op volle kracht werken zal niet mogelijk zijn, maar meer dan het hoogstnoodzakelijke lijkt me niet onmogelijk. In de afgelopen weken zag ik vele creatieve oplossingen voorbijkomen waarbij de digitale mogelijkheden heel belangrijk zijn. Mijn open vraag is: rechtspraak, zou u niet iets meer kracht kunnen tonen en iets meer oog voor uw belangrijke opdracht?

Lees ook:


Fred Hammerstein was tot 2016 raadsheer in de Hoge Raad. Van 2013 tot 2015 bekleedde hij de CPO-wisselleerstoel.

Bekijk het cursusaanbod van het CPO