"Versterk je positie met een beroep op het Unierecht"

Datum bericht: 23 september 2019

Irene Aronstein

Bepalingen en beginselen van het Europese Unierecht zijn in toenemende mate en op ingrijpende wijze van invloed op de Nederlandse civiele rechtspraktijk in brede zin. Kennis van het Europese Unierecht is dus belangrijk, maar het is ingewikkelde materie. Waarmee moet je rekening houden en wat zijn de valkuilen? “Er liggen kansen in civiele zaken”, stelt CPO-docent en onderzoeker Irene Aronstein.

Hoe groot is de impact van het Europese Unierecht op ons nationale recht?

“Die impact is groot. Veel regels die bijvoorbeeld in ons Burgerlijk Wetboek zijn opgenomen, hebben hun oorsprong in het Europese Unierecht. Voorbeelden daarvan vind je in het arbeidsrecht, het consumentenrecht en in de regelgeving rondom algemene voorwaarden. Ook in het mededingingsrecht en het financieel recht zijn veel Europeesrechtelijke regels terug te vinden. En daarnaast zijn ook bepalingen en beginselen van het Unierecht als zodanig van invloed op privaatrechtelijke rechtsverhoudingen.”

“Mijn ervaring is dat advocaten en bedrijfsjuristen zich vaak niet realiseren dat een specifieke bepaling een Europeesrechtelijke oorsprong heeft; in wettenbundels is dat (meestal) ook niet aangegeven. Dat leidt ertoe dat kansen die het Unierecht biedt over het hoofd worden gezien. In de cursus ‘De toepassing van het Unierecht en aansprakelijkheid’ staan we daar uitgebreid bij stil op een manier die voor de praktijk nuttig is.”

Laten advocaten kansen liggen in een procedure?

“Dat sluit ik zeker niet uit. Er is in de laatste decennia veel veranderd op het gebied van het Unierechtelijke privaatrecht. De rechtspraak van het Hof van Justitie speelt daarin een belangrijke rol. Zo zijn de manieren waarop Unierechtelijke bepalingen, beginselen en grondrechten kunnen worden ingeroepen door private partijen bijvoorbeeld door het Hof van Justitie geformuleerd. En ook stelt het eisen aan de effectieve rechtsbescherming voor schendingen van Unierecht in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen. In de rechtenstudies aan Nederlandse universiteiten is over het algemeen relatief weinig aandacht voor deze onderwerpen. Daardoor missen veel praktijkjuristen basiskennis over de relevantie van het Unierecht in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen en geschillenbeslechting. Een argument neemt in kracht toe als het Unierechtelijke wortels heeft; het Unierecht heeft immers voorrang boven nationaal recht.”

Stel dat vaststaat dat een private partij een regel van Unierecht heeft geschonden, wat is daarvan het gevolg?

“Daar is niet een eenduidig antwoord op te geven. Het bijzondere van het Europese Unierecht is namelijk dat het veel rechten en verplichtingen voor private partijen in het leven roept, maar dat het doorgaans niet of nauwelijks voorziet in (civiele)remedies voor schendingen van die rechten en verplichtingen. Dat geldt in het bijzonder voor enkele verdragsbepalingen die op privaatrechtelijke verhoudingen van toepassing zijn en voor de grondrechten in het Handvest. Over het algemeen moeten civiele remedies daarom gevonden worden in nationaal recht.”

“Het Hof van Justitie heeft wel een aantal algemene uitgangspunten voor het vaststellen van civiele remedies geformuleerd. Zo moet een remedie bijvoorbeeld adequate en werkelijke rechtsbescherming bieden, mag een schadevergoeding niet slechts symbolisch zijn, en moeten civiele remedies gericht zijn op het herstellen van de balans tussen partijen. Lidstaten (inclusief nationale rechters), maar ook advocaten en bedrijfsjuristen kunnen in de toepassing van nationaal recht gebruik maken van de speelruimte die deze uitgangspunten hen bieden.”

Hoe worden die uitgangspunten in de praktijk toegepast?

“Een voorbeeld is de uitspraak van het Hof van Justitie in een Duitse zaak waarin sprake was van discriminatie van geslacht. Op basis van de Duitse wet werd de door de sollicitante geleden schade door de rechter vastgesteld op de waarde van de postzegel van de sollicitatiebrief aan de werkgever. De Duitse rechter vroeg zich af of dat in lijn was met het Unierecht. Het Hof van Justitie oordeelde dat dat een louter symbolische schadevergoeding was en dat dergelijke vergoedingen geen adequate en werkelijke rechtsbescherming bieden. De schadevergoeding moest dus hoger zijn. Maar het Hof gaf geen duidelijkheid over hoe hoog dan of hoe dan de werkelijke schade bij discriminatie moeten worden berekend.”

“Een ander voorbeeld is een zaak waarin sprake was van een overeenkomst tussen een wijnhandelaar en een supermarkt. Op basis van de nationale wetgeving werden er beperkingen gesteld aan de wijnexport, waardoor de wijnhandelaar weigerde zijn contractuele verplichtingen na te komen. Het Hof van Justitie oordeelde dat het vrij verkeer van goederen eist dat de beperkende regel in het nationale recht buiten toepassing moest worden gelaten in de civiele procedure. Zo kon de supermarkt toch nakoming vorderen en moest de wijnhandelaar de wijn alsnog leveren.

En zo zijn er nog veel meer voorbeelden van zaken waarin een Unierechtelijke bepaling op de een of andere manier – directer of indirect – invloed heeft op de rechtsverhoudingen tussen private partijen. Denk bijvoorbeeld aan de vele verplichtingen van financiële instellingen ten opzichte van consumenten, of aan het recht op privacy en (andere) bepalingen omtrent de bescherming van persoonsgegevens, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming. En die zakendoen zich niet alleen in andere lidstaten, maar ook in Nederland voor. Daarom doen praktijkjuristen in de civiele rechtspraktijk er goed aan om hun kennis over deze onderwerpen te testen en bij te houden.”

Wat is de kracht van de cursus ‘De toepassing van het Unierecht en aansprakelijkheid’?

“We leggen op een heldere, eenvoudige en praktijkgerichte manier uit hoe het Europese Unierecht doorwerkt in ons nationale recht en gaan in op de verschillen. Dat doen we aan de hand van casusposities en aan de hand van een stappenplan. Aan de hand van onze tips krijgen advocaten en bedrijfsjuristen beter inzicht in de kansen die het Unierecht hen biedt. Overigens, waar een eisende partij is, is ook een verwerende partij. Ook bij die positie staan we stil: wat zijn de aandachtspunten bij het voeren van verweer tegen een vordering op grond van een schending van het Unierecht? En hoe zit het met de bewijslast? We werken bij voorkeur met casuïstiek die is toegespitst op de rechtspraktijk van de deelnemers.”

De cursus 'De toepassing van Unierecht en aansprakelijkheid' vindt plaats op 26 november 2020. Meld u nu aan


Irene Aronstein is secretaris van het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht en docent Burgerlijk Recht aan de Radboud Universiteit. Eind 2019 verdedigde zij aan diezelfde universiteit haar proefschrift ‘Remedies for infringements of EU law in legal relationships between private parties’.

Ze is een van de docenten van de cursus 'De toepassing van Unierecht en aansprakelijkheid'. Bekijk het programma