De rechtspraktijk als inspiratiebron
De juridische setting van zijn boeken zorgt ervoor dat Van Olden dagelijks uit voldoende inspiratie kan putten. Maar wordt daar niet vreemd op gereageerd door zijn omgeving? “Fictie is altijd gebaseerd op bouwstenen uit de werkelijkheid. Natuurlijk steel ik karaktereigenschappen van mensen die ik ken; óók van collega’s. Toen ik nog bij Tanger Advocaten in Velsen-Zuid werkte, was het de running gag dat er een ‘Tanger-trilogie’ op komst was. Maar tot nu toe is er nog niemand naar me toegekomen die zei ‘wat maak je me nou, heb je mij dat boek ingeschreven’.” Van Olden begint te lachen: “Aan de andere kant: als iemand me dat vraagt, ontken ik dat natuurlijk glashard.”
Ondanks zijn dagelijkse inspiratie zijn de hoofdpersonen geen advocaten in het intellectueel eigendomsrecht, zoals Van Olden zelf. “Mijn verhalen zijn inderdaad niet autobiografisch, maar er zijn wel momenten die ik aan mijn eigen ervaringen heb ontleend. Ik ben ook ooit stagiaire geweest, net als de hoofdpersoon in mijn laatste boek. En aspecten als werkdruk, dossiers waar je niet uitkomt en moeilijke cliënten komen terug. In algemene zin is het autobiografisch, maar niet specifiek. Dat wil ik ook niet. Ik heb mijn vak als advocaat nog. Tegenpartijen kunnen mijn boeken lezen, dus ik wil me niet té bloot geven met autobiografisch werk. Als ik een roman zou schrijven, met mijn meest intieme privégedachtes, zou ik dat nogal onprettig vinden. Bovendien zijn mijn boeken thrillers, geen romans. Het gaat om het plot; het is een wereld op zichzelf. Dan wens ik mijn wederpartijen veel succes om daar hun voordeel mee te doen.”
Ergens vind ik het wel jammer dat die Thomas van Aquinostraat weg is. Natuurlijk, mooi waren die gebouwen niet, maar ik vond het een grappig straatje en ik heb er mooie herinneringen aan.
- Max van Olden deelt zijn herinneringen aan de oude faculteitsgebouwen.
Thuis in Nijmegen
In februari 2019, tijdens het schrijven van zijn laatste boek, keerde Van Olden terug in Nijmegen. “Ik heb achttien jaar met veel plezier in Amsterdam gewoond, maar op een gegeven moment geloofde ik het allemaal wel. De stad heeft natuurlijk reuring en dynamiek, maar er zit ook een andere kant aan: drukte, overlast, je auto niet kunnen parkeren. Twee jaar geleden gingen we nadenken. ‘Willen we hier oud worden?’ Ik kom uit Zevenaar, mijn partner uit Aalten en we hebben hier allebei gestudeerd. Toen hebben we besloten om terug te gaan naar het oude nest. Voor mij voelt Nijmegen als thuis, meer nog dan Zevenaar.”
Het contrast met Amsterdam kon bijna niet groter. “Nu woon ik aan de rand van het bos. Echt een heerlijke plek, zeker ook vanwege deze werkruimte.” Van Olden gooit nog een houtblok in het kacheltje en pookt wat in het knetterende vuurtje. “In het begin moesten we wennen aan de stilte: je hoort hier alleen de haan van de buren.” Bovendien woont Van Olden op steenworp afstand van zijn alma mater. “Toch mooi om na twintig jaar weer terug te zijn op de plek waar het allemaal begon en elke dag tegen die Erasmustoren aan te kijken. Voor de coronacrisis ging ik nog wel eens in de bieb studeren en in de Refter eten. Ergens vind ik het wel jammer dat die Thomas van Aquinostraat weg is. Natuurlijk, mooi waren die gebouwen niet, maar ik vond het een grappig straatje en ik heb er mooie herinneringen aan. Die rare gangetjes; het was wel knus en je kon bij iedereen binnenlopen. Nu zijn het allemaal mooie flitsende gebouwen. Ik hoop in ieder geval dat ze van de bibliotheek en het collegezalencomplex afblijven.”
Wordt het dan tijd om een boek te schrijven dat gesitueerd is in Nijmegen? “Oh dat zou best kunnen, waarom niet. Het is inmiddels een tijdje geleden dat Het zwarte dossier uitkwam, dus dan hoop ik in 2021 wel weer een goed idee te hebben. Of ik weer een advocaat als hoofdpersoon gebruik? Dat denk ik wel. Het scheelt ontzettend veel tijd wanneer je het over je eigen vak hebt. Als ik schrijf over een arts of een garagehouder moet ik me inlezen. Bovendien is de juridische wereld een mooi decor.” Van Olden sluit af met een grijns: “Er zijn altijd intriges en geheimen.”