Zoek in de site...

Welke spanning ervaart de startende leraar?

Datum bericht: 13 juli 2017

Na de lerarenopleiding staan veel starters te popelen om te beginnen met hun eerste baan als leraar. In het begin komt er veel op hen af: het leren kennen van de school en haar werkwijze, het zelfstandig lesgeven aan meerdere en verschillende klassen en het kunnen omgaan met collega’s en met de indrukwekkende verhalen van leerlingen. Tegelijkertijd hebben veel starters hoge verwachtingen van werken in het onderwijs en brengen ze een innovatieve visie en ambitie met zich mee.  Die combinatie van werken in de schoolpraktijk (bijvoorbeeld verschillende of lastige klassen, administratie, overleg) en de persoonlijke kenmerken (bijvoorbeeld ambitie, visie en verwachtingen) kan leiden tot spanningen.

Omdat de huidige inductieprogramma’s voor starters zich niet richten op het leren omgaan met spanningen, is er vanuit de Radboud Docenten Academie in 2014 gestart met een langlopend onderzoek naar spanningen van startende leraren. Het doel van dit onderzoek is om beter te begrijpen welke spanningen starters ervaren en hoe spanningen een rol kunnen spelen bij het verbeteren van de begeleiding van starters op scholen en in lerarenopleidingen. De eerste resultaten van het onderzoek zijn nu bekend.

Onderzoek

We hebben ongeveer 50 starters één schooljaar gevolgd. Ze hebben drie keer een logboek ingevuld, waarin ze situaties beschreven waarin zich een spanning voordeed. De resultaten laten vier verschillende spanningen zien: een lijdzame spanning, een afwachtende spanning, een conflicterende spanning en een actiegerichte spanning.

De lijdzame spanning (lage impact, negatieve aard) wordt door de starter als negatief ervaren, maar hij/zij onderneemt geen actie om de spanning te verminderen of de situatie op te lossen (‘het is nou eenmaal zo’).  De afwachtende spanning (lage impact, positieve aard) heeft geen sterke impact op het welbevinden van de starter en gaat vaak gepaard met een meer positieve houding van de starter ten opzichte van de situatie (‘het komt wel goed’ of ‘ik leer het vanzelf’). De conflicterende spanning (hoge impact, negatieve aard) raakt de starter sterk emotioneel. Er treedt geen verbetering op van de situatie, omdat de starter bijvoorbeeld niet weet hoe te handelen, hier geen mogelijkheden toe ziet of de energie hier niet voor heeft. Ontevredenheid, een laag welbevindensniveau en stress liggen op de loer (‘het raakt me echt’). Ten slotte zet de actiegerichte spanning (hoge impact, positieve aard) de starter aan tot leren, wat kan leiden tot een verbetering van vaardigheden of inzichten bij de starter. De starter is dan zelf actief, neemt verantwoordelijkheid en heeft een drive om zich verder te ontwikkelen (‘ik ga er wat aan doen’).

Eerste conclusies

  • Veel spanningen hebben betrekking op klassenmanagement, maar ook op verschil van visie met collega’s, contact met ouders en baanzekerheid.
  • De meeste starters ervaren een actiegerichte- (24,5%) of conflicterende (42,8%) spanning: spanningen met hoge impact (67,3%).
  • Veel starters zijn in staat om een meer negatieve spanning om te zetten in een positieve situatie.
  • De rol van coaches en begeleiders wordt in de situaties opvallend weinig genoemd door starters.

In het najaar van 2017 wordt het onderzoek als hoofdstuk gepubliceerd in het boek Ondersteuning voor de startende leraar: inspiratieboek van De Vos et al. Het hoofdstuk komt uit als: Schaap, H. & Oolbekkink, H. Spanningen van startende leraren in de praktijk. Daarin doen we een aantal aanbevelingen voor starters en begeleiders. De kern hiervan is dat begeleiden van spanningen vraagt om maatwerp of adaptief begeleiden, waarbij veiligheid een belangrijke voorwaarde is.

Meer weten? Op de website www.begeleidingstartendeleraren.nl vind je meer algemene informatie over dit onderzoek en over andere lopende onderzoeken.  Verder kan je contact opnemen met Harmen Schaap, één van de onderzoekers in dit project: h.schaap@docentenacademie.ru.nl.