In het teken van de MEDAL Summer School in Experimental Linguistics, vinden er op woensdag 25 september twee taalkundige lezingen voor middelbare scholieren plaats! De eerste lezing gaat over hoe kinderen taal leren en de tweede over hoe het lichaam in gebarentalen wordt gebruikt om te communiceren. Tussendoor is er een pauze met koffie en thee. Je bent van harte welkom om een van de twee lezingen, of allebei, bij te wonen.
Workshop 1: Talk to the hand! Hoe gebarentaal gebruik maakt van het lichaam
14:00 - 15:20 uur
Bij taal denken we meestal aan klanken en letters. Maar hoe zit het met gebarentalen, de talen die worden gebruikt door dovengemeenschappen? Er zijn verschillende gebarentalen, met elk een eigen grammatica en conventies. Ze vertonen ook opmerkelijke overeenkomsten met gesproken talen. Als handen het middel zijn om gebarentaal uit te drukken, hoe werkt dit dan? Hoe kunnen handbewegingen verwijzen naar abstracte dingen? Er bestaan accenten en dialecten in gesproken taal, bestaan ze dan ook in gebarentaal? Hoe leren kinderen en volwassenen een taal die wordt waargenomen door de ogen in plaats van de oren? Wordt gebarentaal op dezelfde manier verwerkt in het brein als gesproken taal? In deze lezing kom je achter de fascinerende wereld van gebarentalen, hun structuur en hoe men zo’n visuele taal kan leren en waarnemen.
Deze workshop wordt in toegankelijk Engels gegeven door taalkundige Gerardo Ortega, verbonden aan de Universiteit van Birmingham, UK.
Workshop 2: Knutselen met taal? Dat doen we allemaal!
15:40 - 17:00 uur
Wist je dat de gemiddelde mens zo’n 42.000 woorden kent en dat al die woorden uit verschillende bouwstenen bestaan?
Het is nu moeilijk voor te stellen dat je een taal ooit hebt moeten leren. Jonge kinderen zijn vaak zo goed in knutselen met taal, dat ze een taal (of meerdere talen) snel onder de knie hebben. Onderzoekers willen natuurlijk graag weten hoe ze dat doen, maar zij willen ook graag weten waarom sommige kinderen moeite hebben met het leren van taal.
Zulk onderzoek doen we onder andere door kinderen te laten oefenen met zogeheten ‘fantasietalen’. Dat zijn talen die, net als een echte taal, uit verschillende bouwstenen bestaan. Door te puzzelen met die bouwstenen kom je er uiteindelijk achter hoe de taal werkt.
Lijkt het je leuk om ons te helpen? Tijdens deze workshop leer je over de bouwstenen van taal, ons onderzoek én vragen we om jouw hulp met het analyseren van de resultaten. Aan het einde van de workshop heb jij een goed beeld van taalonderzoek bij kinderen en heb je misschien ook wel inspiratie opgedaan voor een eigen onderzoek. Zien we je daar?
Deze workshop wordt gegeven door Renske Sakalis, onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen.