Afbeelding waarop mensen communiceren
Afbeelding waarop mensen communiceren

Betere afasierevalidatie door aandacht voor variatie

Het herstel van taal bij mensen met afasie verschilt per persoon. Marina Ruiter doet samen met een interdisciplinair team onderzoek naar taalvariatie bij afasie. Het doel is de individuele verschillen beter te kunnen meten en begrijpen. Met deze kennis kan - op termijn - de diagnostiek, prognostiek, en behandeling van mensen met deze taalstoornis worden verbeterd.

Afasie is een aandoening die wordt gekenmerkt door aantasting van de vaardigheid om taal te gebruiken of te begrijpen, en ontstaat meestal als gevolg van verworven hersenletsel zoals een beroerte. Ruiters onderzoek is gemotiveerd doordat mensen met afasie verschillen in hun taalvaardigheid. Het gaat daarbij niet alleen om de verschillen tussen personen, maar vooral om de verschillen die één en dezelfde persoon met afasie laat zien, afhankelijk van de context en de taak die uitgevoerd wordt. Deze verschillen binnen sprekers (intrapersoonlijke variatie) worden door sommige onderzoekers als ruis afgedaan, maar volgens Ruiter kunnen deze verschillen belangrijke inzichten bieden in het aanpassingsvermogen. Dat vermogen is van belang voor de mate waarin het communicatiegedrag aangepast kan worden om de boodschap toch over te brengen.

Ruiter legt uit: “We weten dat geen twee personen met afasie hetzelfde zijn en dat zelfs één persoon verschillende taalvaardigheden kan laten zien, afhankelijk van de taak. Bijvoorbeeld, het taalgedrag van sommige mensen met afasie is anders in informele gesprekken dan wanneer ze afbeeldingen beschrijven. Bij het omschrijven van een afbeelding moeten ze veelal meer complexe, volledige zinnen produceren, waarin door de afasie taalfouten ontstaan. In een informeel gesprek kunnen ze soms hun uitingen sterk vereenvoudigen, waardoor er minder taalfouten optreden.”

De eerste, voorlopige resultaten van het onderzoek, suggereren dat de mate van intrapersoonlijke variatie niet voor elke spreker even groot is. Deze bevindingen zouden kunnen betekenen dat een grotere intrapersoonlijke variatie verband houdt met betere herstelvooruitzichten, maar om dit te bevestigen is meer data nodig.

Implicaties voor behandeling afasie

Naast het vergroten van ons begrip van afasie, heeft dit onderzoek praktische implicaties voor de behandeling van mensen met afasie. Behandelaren kunnen door dit onderzoek beter programma’s op maat maken om het aanpassingsvermogen van elke patiënt zo groot mogelijk te maken. Bovendien streeft het onderzoek ernaar om diagnostische hulpmiddelen en automatische spraakherkenningssystemen te verbeteren, die onder andere worden gebruikt om taalstoornissen te beoordelen. Doordat de data na afronding van het onderzoek ook beschikbaar wordt gesteld aan andere onderzoekers via de Radboud Data Repository, vormt de database een impuls voor breder wetenschappelijk afasieonderzoek in Nederland.

De projectgroep bestaat uit onderzoekers van het CLS, DCC, MPI en Radboudumc, te weten Vitória Piai, Willemijn Doedens, Henk van den Heuvel, Paul Trilsbeek, Frank-Erik de Leeuw, Anil Tuladhar en Marina Ruiter. Dit onderzoek wordt gefinancierd door de Stichting Afasie Nederland (SAN), het Centre for Language Studies en het Adaptive Language Consortium, wat de collaboratieve en interdisciplinaire aard van het onderzoek weerspiegelt.