“Eén op de zes mensen krijgt in zijn of haar leven te maken met een psychiatrische aandoening,” vertelt Bralten. “Dat zijn miljoenen mensen wereldwijd. We hebben het dus niet over een uitzondering, maar over een wezenlijk onderdeel van onze samenleving.” Psychiatrische aandoeningen worden veroorzaakt door meerdere factoren, ze ontstaan uit een samenspel van genetische én omgevingsfactoren. En die combinatie is voor ieder individu anders. Deze aandoeningen hebben een enorme impact. Niet alleen op het dagelijks leven van degene die het treft, maar ook op familie, vrienden, studie, en werk.
Comorbiditeit
Toch weten we nog steeds niet goed wat er precies in de hersenen en het lichaam gebeurt bij aandoeningen als depressie, ADHD of schizofrenie. Bovendien overlappen de symptomen van verschillende aandoeningen sterk. Ook genetisch is er veel overlap tussen verschillende psychiatrische aandoeningen. De genetische varianten die bijdragen aan ADHD, overlappen bijvoorbeeld sterk met die bij depressie of obsessieve compulsieve stoornis. Als aandoeningen samen voorkomen noemen we dat comorbiditeit
Uit eerder onderzoek van Bralten en collega’s bleek dat er genetische overlap bestaat tussen psychiatrische aandoeningen en lichamelijke ziekten waarbij insuline een rol speelt. “We zagen dat genetische varianten die bijdragen aan bijvoorbeeld ADHD of depressie ook verband houden met insulineresistentie. Dat suggereert een gedeelde biologische basis,” zegt ze. “En dat biedt een kans om binnen de psychiatrie subgroepen te definiëren.”
Met haar Vidi wil Bralten methoden uit het diabetesonderzoek toepassen op de psychiatrie. Ze vergelijkt genetische varianten die belangrijk zijn voor insulineprocessen met die voor psychiatrische aandoeningen, en zoekt naar clusters van mensen die genetisch eenzelfde profiel delen. “Vervolgens wil ik in grote datasets nagaan hoe deze groepen zich over de tijd ontwikkelen. Reageren ze anders op medicatie of leefstijlkeuzes? Hebben ze een ander ziekteverloop?”
Het uiteindelijke doel is om behandelingen beter af te stemmen op de biologie van de patiënt. “We hopen toe te werken naar meer persoonlijke psychiatrische zorg, waarbij we niet meer alleen naar symptomen kijken, maar ook naar onderliggende biologische mechanismen.”
Donders Institute
Het Donders Institute speelt daarin een belangrijke rol. “Het Donders-netwerk is voor mij heel belangrijk geweest in aanloop naar deze beurs,” benadrukt Bralten. “Ik werk samen met onderzoekers uit verschillende disciplines – van bijvoorbeeld genetica tot cognitie. Dat brede perspectief is precies wat nodig is om deze complexe vraagstukken te ontrafelen. Als we beter begrijpen wat er biologisch gebeurt, kunnen we niet alleen behandelingen verbeteren, maar ook het stigma rond mentale gezondheid verminderen.”