Autoclaaf

Twee autoclaven staan geïndexeerd als GI voorzieningen: de grote Belimed geplaatst bij de afdeling Microbiologie en de kleinere Linden bij de afdeling Neurofysiologie.

Belimed autoclaaf - kamer HG02.444

De Belimed autoclaaf is een zeer volledig apparaat waarmee de meest gevarieerde sterilisatieprogramma's uitgevoerd kunnen worden, en dat ook geschikt is voor grote volumina of aanzienlijke partijen goederen. Om praktische redenen is dit apparaat bij de grootste gebruiker, de afdeling Microbiologie, opgesteld. De Belimed wordt dan ook vanuit die afdeling beheerd door Katinka van de Pas-Schoonen en backup Harry Harhangi. Alle onderzoek- en onderwijsafdelingen van de FNWI die materiaal/oplossingen moeten steriliseren mogen vrij gebruik maken van dit apparaat, nadat zij de bedieningsinstructies met de beheerder hebben doorgenomen. Natuurlijk wordt er van iedereen verwacht dat hij/zij schoon en netjes werkt in deze gevoelige omgeving. De AP1 normen zijn er van toepassing, en het dragen van een labjas is niet meer verplicht (maar mag wel). Zie wijze van afvoeren afval hieronder.

Werkwijze voor de Belimed: Use and programs Belimed

Linden autoclaaf - HG02.235

De Linden autoclaaf (type Linden ECO MK4 6/6/6/ DEVE, SN Li3024) is een relatief kleine autoclaaf, ondergebracht bij de afdeling Neurofysiologie, dat bedoeld is voor de sterilisatie/destructie van media, celkweek ustensilien, bacteriën en eukaryotische cellen uit in deze vleugel. Men kan kiezen uit droge en natte stoom programma's zowel standaard als op MLI niveau. Deze Linden autoclaaf kan ook eventueel ingezet worden als –beperkt- backup instrument bij defect van de grote Belimed autoclaaf bij Microbiologie. Neem voor gebruik eerst contact DebbieTilburg-Ouwens of Dorine Schonhoven-van Eeuwijk (backup).

Work procedure for the Linden: Use and programs Linden

AP1 richtlijnen

Voor vast afval zijn dit de blauwe WIVA vaten te verkrijgen in het magazijn 30 liter WIVA vat met autoclaveerdeksel (6,14 euro per stuk) te bestellen via Tracelab.Dit vat klik je dicht met de doorzichtige dop in de oranje deksel. In de autoclaaf smelt de dop erin. Als het uit de autoclaaf komt kan de gele bijgeleverde dop erop geschroefd worden en kan het geheel afgevoerd worden naar de containers in de kelder. Dan wel de biohazard sticker eraf halen om problemen te voorkomen.

Voor nat afval hebben we via de faculteit plopdoptonnen gekregen. Dit zijn grote metalen pannen met deksel waar een soort plug inzit die er in de autoclaaf insmelt. Er zit ook een schroefdop op, deze moet eraf tijdens het autoclaveren! De pluggen (tapse beschermkap/plug 32.5 mm rood; artikelnummer 10272 ) zijn te verkrijgen bij essentracomponents.nl. Vaten zijn nu via Marielle Nelemans te krijgen.

MLI richtlijnen

Voor het autoclaveren moeten de MLI richtlijnen gevolgd worden!!
Deze zijn te vinden in de ruimten en in deze bijlage: "Workprotocol ML1 (pdf, 142 kB)" . Tijdens het inladen dient men een VMT labjas te dragen. De deur moet tijdens de werkzaamheden gesloten blijven. Materiaal moet gelabeld zijn en voorzien van een datum. Tevens moeten naam, datum en werkzaamheden geregistreerd worden in het logboek. In geval van twijfel vraag hulp bij de assistenten (zie kolom rechts).

Vast MLI afval wordt getransporteerd in speciale witte emmers met daarin een gesloten plastic zak. De zak moet voor het autoclaven opengeknoopt worden. Vloeibaar MLI afval wordt vervoerd in dichte flessen of in erlenmeijers afgesloten met aluminium folie. Vervoer van het glaswerk moet plaats vinden in een afgesloten bak . Flessen moeten altijd los, maar niet open voor het autoclaveren.