2016. Studeren met een beperking? Doen!!

Datum bericht: 6 mei 2023

In het studiejaar 2015-2016 ben ik begonnen op de universiteit. Nee, voor mij was het niet vanzelfsprekend om op de universiteit te belanden. Ik heb namelijk ADCY5, een neurologische aandoening waardoor mijn lichaam onregelmatig beweegt. Of, zoals ik het vroeger verwoordde: mijn handen en voeten doen niet wat ik wil. Tel hierbij op dat ik een matig ruimtelijk inzicht en rekentalent heb. Hiermee is mijn plaatje compleet. Daarom dacht ik lange tijd, dat het bij een droom zou blijven om op de universiteit te studeren.

Door Victor van Boxtel

Via het speciaal onderwijs naar de universiteit

Ik begon als zesjarige in het speciaal onderwijs. Dat was voor mij geen feest. Iedere dag met het busje op en neer naar school. Bovendien miste ik mijn vriendjes. Tijdens mijn middelbareschooltijd kreeg ik te horen: ‘Ja, vmbo-k is echt je niveau.’ Na het behalen van mijn diploma kon ik via een omweg (de Rutte-regeling) doorstromen naar het volwassenenonderwijs. Hier behaalde ik mijn mavo- en havodiploma en een aantal vwo-deelcertificaten. Daarmee kreeg ik de kans om te beginnen op de universiteit.

Van kinds af aan was ik bijzonder geïnteresseerd in geschiedenis. Het was mijn droom om te studeren aan een universiteit. Niet om religies te bestuderen, al had ik wel al een aardige boeddhacollectie. Nee, ik wilde eigenlijk Geschiedenis studeren. Het werd Religiewetenschappen en ik heb er geen moment spijt van gehad. Mijn interesse voor geschiedenis kwam hier ruimschoots aan z’n trekken.

Gelukkig had ik een maatje

Natuurlijk liep ik tegen bepaalde dingen aan. Zo was ik 22 jaar toen ik op de universiteit begon. Het merendeel van mijn jaargenoten was 18 jaar. Over het algemeen geen onoverbrugbaar leeftijdsverschil, maar toch was het best lastig. Waarom? Als student met een functiebeperking merkte ik dat uitgaan niet mijn ding was, terwijl mijn jaargenoten daar wel van genoten. Veel gedeelde gesprekstof was er dan ook niet. Gelukkig werd ik in die tijd begeleid door een studiemaatje via het maatjesproject van de universiteit. Het maatje kon mij helpen waar nodig. Verder worstelde ik met het vak Methode en Technieken I. Vanwege mijn slechte motoriek, slecht ruimtelijk inzicht en matig rekentalent was het voor mij nauwelijks te doen. Het invullen en tekenen van grafieken was een struikelblok. Het zou me geholpen hebben als ik tekenhulp gekregen had.

Speciale aandacht

Reflecterend op mijn studietijd kan ik zeggen dat ik genoten heb van de verhalende vakken: boeddhisme, hindoeïsme, islam, jodendom, christendom, bronteksten van de desbetreffende religies, nieuwe religieuze bewegingen, christendom en cultuur in de moderniteit en rituele studies. Ik voelde duidelijk de passie van de docenten.

Waarom ik heel mijn studententijd alleen vakken aan de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen gevolgd heb? Het voelde hier als een soort thuis. Vooral de betrokken houding én het feit dat je niet als nummer gezien wordt door de docenten, waren belangrijke redenen. Het was heel fijn dat er korte lijntjes waren met de docenten. Met vragen kon ik altijd gemakkelijk met hen in contact komen en even bij hen binnenlopen. Het contact met een docent in het bijzonder verdient extra aandacht. Dit contact was met de hoogleraar Aziatische religies, Paul van der Velde. Met hem onderhoud ik een van mijn meest waardevolle vriendschappen.

Een gesprek met de docent Godsdienstpsychologie, Carl Sterkens, heeft me wezenlijk geholpen. Hij zei dat hij zich herinnerde dat ik hem ooit verteld had dat ik niet wezenlijk anders behandeld wilde worden dan andere studenten en dat hij dat dus ook niet ging doen. In eerste instantie voelde het frustrerend, zeker omdat ik zijn vak niet gehaald had. Later is het voor mij toch echt gaan voelen als acceptatie. Waarom? Ik wil inderdaad niet anders behandeld worden dan de andere studenten.

De mooiste ervaringen

De mooiste ervaring tijdens mijn bachelor? De twee studiereizen in 2019. De eerste reis van dat jaar ging naar Bosnië-Herzegovina: hier kwam veel van wat we geleerd hadden tijdens de colleges over de islam heel mooi naar voren. Bijvoorbeeld tijdens het bezoek aan een soefi klooster (het soefisme is de mystieke vorm van de islam) in Mostar. De sterren in de koepel van het klooster symboliseren het heelal. Het idee is dat je door hier te mediteren, versmelt met het heelal. De tweede reis in dat jaar ging naar Nepal. Veel van wat we tijdens de colleges over boeddhisme, hindoeïsme en rituele studies besproken hadden, konden we hier met eigen ogen zien. Vooral de manier waarop mensen daar omgaan met de dood maakte veel indruk op me. Tijdens colleges hebben we rouwrituelen bij de grote vijf religies besproken. De verrassend open omgang met de dood in Nepal zal me altijd bij blijven. Waar in Nederland crematies en begrafenissen in besloten kring plaatsvinden, delen nabestaanden in Nepal hun verdriet met iedereen. Aan de oevers van de rivier werden lijken op de brandstapel gelegd door de achtergebleven familieleden. De nabestaanden ontstaken zelf het vuur. Weer anderen deelden flesjes water uit aan ons. Alsof het een voorstelling was.

Mijn master en daarna

Reflecterend op mijn master: ik heb genoten van de discussies en de diepte die we ingingen. Al met al heb ik een goede en mooie studietijd gehad. Het heeft me zekerder gemaakt en ervoor gezorgd dat ik me ook beter durf te mengen in discussies. In 2022 behaalde ik mijn master Religiewetenschappen. Een paar maanden later werd ik aangenomen om mee te werken aan de  honderd verhalen van deze faculteit. Dit is mijn verhaal.