1993. Het Centrum voor Ethiek

Datum bericht: 3 april 2023

In de jaren tachtig was wijsgerige ethiek in Nijmegen stiefmoederlijk bedeeld met een halve hoogleraar. Ad Peperzak bekleedde de leerstoel ‘Metafysica en Ethiek’. Naar goed katholiek (neothomistisch) gebruik kon je pas over normatieve vraagstukken nadenken nadat je ‘door’ de grote metafysische vragen was gegaan.

Maar de tijden vroegen om meer ethische reflectie, en ideeën ontstonden voor een ‘Centrum voor Ethiek van de Katholieke Universiteit Nijmegen’ (CEKUN). Het zou een samenwerkingsverband worden van drie faculteiten: Filosofie, Theologie en Geneeskunde.

De jonge energieke theoloog Hans Schilderman kreeg de opdracht enig ambtelijk proza te vervaardigen, en in 1993 was het CEKUN een feit. De naam van de universiteit moest erin doorklinken; ik herinner me een radio-interview met de toenmalige collegevoorzitter die het CEKUN als een van de boegbeelden van de identiteit beschreef.

Door Marcel Becker

Maar hoe positioneer je jezelf als filosoof/theoloog tegenover maatschappelijke actualiteiten? Het denken daarover – toegepaste ethiek – stond nog in de kinderschoenen. Tijdens een voorbereidende vergadering schijnt een universitaire ambtenaar provocerend aan een hoogleraar gevraagd te hebben: ‘en wat zeg jij als CEKUN-filosoof tegen die nu zo fanatiek protesterende boeren?’ (De Nederlandse geschiedenis heeft zijn constanten). Het antwoord van de hoogleraar is niet overgeleverd.

Bruggen bouwen

Het CEKUN met als eerste directeur Paul van Tongeren bouwde bruggen tussen faculteiten, en tussen wetenschap en samenleving. Het eerste was niet makkelijk; faculteiten waren wisselend genegen tot samenwerking. Het tweede ging voortreffelijk. Medewerkers van het centrum waren vaste gasten bij instellingen in het onderwijs, de gezondheidszorg, de politie en de krijgsmacht. Onder de vlag van het centrum werd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken een DVD over ambtelijke integriteit ontwikkeld.

Ondertussen was het CEKUN ook een onderzoeksinstituut, dat rapporten en een boekenreeks bij een vaste uitgever verzorgde. In het jaarlijkse ‘Research Report’ stond het als piepkleintje tussen de grote wetenschappelijke beeldbepalers van de universiteit. Hetzelfde instituut dat protesterende boeren tegemoet moest treden presenteerde internationale contacten, hoogwaardige publicaties, en zelfs enige tijd een prominente gasthoogleraar, theoloog Dietmar Mieth.

Met deze hybriditeit was het centrum een schoolvoorbeeld van toegepaste ethiek: academische ethiek, toegesneden op maatschappelijke problemen. Maar de hybriditeit was ook bij vlagen een probleem voor de financiers. De spanningen werden evenwel binnen de goede bestuurstraditie van de universiteit opgelost. De directeur en coördinator schreven op een namiddag het jaarverslag, waarvan eerste versies werden ‘gesondeerd’ alvorens formeel te worden ingediend. De druk om maatschappelijk actief te zijn nam in de loop van de tijd wel toe, en dat zal niet altijd in de genen van de wetenschappers. Een crisisberaad, ‘opblazen’ van activiteiten in een jaarverslag, en een keer extra sonderen waren regelmatig noodzakelijk.

Met het probleem van de gebrekkige cohesie werd verschillend omgegaan. Naast de soms jaarlijkse soms tweejaarlijkse etentjes introduceerde de nieuwe directeur Jean-Pierre Wils het CEKUN-ontbijt. Op donderdagochtend half 9 praatten de aanwezigen informeel bij; er waren meestal teveel broodjes.

“Het moet echt anders”

Het CEKUN veranderde in 2004 met de universiteit van naam, en ging daarna als Centrum voor Ethiek (CvE) door het leven. In de werkzaamheden veranderde niets, tot 2009. Toen kwam vanuit het universitaire bestuur de mededeling dat de maatschappelijke dienstverlening niet meer prioriteit had. Het Centrum diende zich tot een binnen-universitair platform voor ethiek te ontwikkelen. Hoe dat vorm te geven zonder in universitaire navelstaarderij te vervallen werd er niet bij gezegd. Voor de nieuwe bemensing (slechts één medewerker bleef gehandhaafd, de nieuwe directeur werd Evert van der Zweerde) kwam er, zo kunnen we achteraf zeggen, een bizar ‘geschenk’. Na het bekend worden van een grote wetenschappelijke integriteitsfraude elders groeide de behoefte aan ethische reflectie spectaculair, en het CvE kon hierin voorzien. Alle faculteiten kenden nu ‘weken van de ethiek’, met gratis lunch voor bezoekende studenten (er waren meestal te weinig broodjes) en prominente sprekers van de faculteit, die natuurlijk de vraag om over ethiek te spreken niet konden weigeren. In deze periode was het CvE, met wisselende personele bezettingen, de spin in het ethisch netwerk op de Radboud Universiteit.

Integratie

Niet omdat het CvE slecht zou draaien, niet omdat financiën opdroogden maar gewoon omdat ik weet het niet kwam in 2014 het signaal dat het CvE diende te fuseren met het Soeterbeeck Programma tot Radboud Reflects, ‘omdat dat efficiënter’ is. Radboud Reflects was de jaren daarvoor succesvol getransformeerd, was vijf keer zo groot als het CvE en had een oneindig veel groter bereik. Het CvE zou nu voortleven als ethieklijn binnen RR, met speciale aandacht voor binnen-universitaire ethiek. Die aparte lijn was wel veel minder uitgesproken, maar er kwam wel iets voor in de plaats: ‘Radboud Reflects Professional’, waarmee de organisatie partijen buiten de universiteit bedient.

Het CvE bestaat niet meer, maar zijn oorspronkelijke doelstellingen zijn niet verloren gegaan. Het ene bestuurlijke besluit heeft het andere ongedaan gemaakt, en het CvE kan nog steeds iets over boerenprotesten zeggen.


1993 Marcel Becker in 2014kanindetekst

In 'Ethische perspectieven' van juni 1993 schrijft Hub Zwart,  een artikel over de grondbegindselen van het CEKUN (pdf-document) (pdf, 111 kB).