Stageverslag en beoordeling
Bijlage 1:
Stageverslag: omvang, inhoud en indeling
Het stageverslag telt minimaal 10 en maximaal 20 pagina’s (exclusief bijlagen). In de regel kent het de
volgende onderdelen: Omslag
Titelpagina
Titel van het verslag
Naam van de stagiair
Naam van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling
Stageperiode
Namen van begeleidend docent en begeleider op de stageplek
Voorwoord
Inhoudsopgave met paginanummering
Inleiding
Waar heeft de student stage gelopen?
In welke periode heeft de student stage gelopen? Omschrijving opdracht
Leerdoelen
Begeleiders
Opzet verslag
Beschrijving van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling
Doel Kernactiviteiten Sector
Omvang
Uitvoering van de stagewerkzaamheden Beschrijving van de werkzaamheden Beschrijving en verantwoording aanpak
Hebben zich problemen voorgedaan en hoe zijn die aangepakt? Welke resultaten hebben de werkzaamheden opgeleverd?
Evaluatie
Zijn de vooraf geformuleerde leerdoelen gerealiseerd?
Welke kennis en vaardigheden uit de studie konden worden benut? Welke nieuwe kennis en vaardigheden heeft de stage opgeleverd? Wat is de belangrijkste persoonlijke winst van de stage geweest?
Hoe was de begeleiding vanuit de stagebiedende organisatie? En van de docent?
Gebruikte literatuur
Bijlagen (bijvoorbeeld vervaardigde producten in de vorm van rapportages, artikelen, plannen e.d.) Bij een stage waarin een onderzoek wordt uitgevoerd, bestaat het stageverslag uit een onderzoeksrapport plus een evaluatieve terugblik. Alleen een onderzoeksverslag is dus niet voldoende.
Bijlage 2:
Beoordeling stagiair
Na overleg met stagiair aan het eind van de stage in te vullen door de begeleider van de stagebiedende organisatie.
Naam stagiair(e) : Naam begeleider : Organisatie : Afdeling/Onderdeel :
Stageperiode : Opdracht : Beoordeelde aspecten |
Goed |
Voldoende |
Matig |
Onvoldoende |
1. Kennis |
||||
a. Theoretisch inzicht |
||||
b. Praktisch inzicht |
||||
c. Toepassing van kennis |
||||
2. Houding |
||||
a. Tegenover begeleider |
||||
b. Tegenover collega’s |
||||
c. Tonen van initiatief |
||||
d. Inzet |
||||
e. Zelfstandigheid |
||||
f. Vermogen tot samenwerken |
||||
3. Praktisch werk |
||||
a. Kwaliteit |
||||
b. Tempo |
||||
c. Accuratesse |
||||
d. Creativiteit |
||||
4. Communicatieve vaardigheid |
||||
a. Mondeling |
||||
b. Schriftelijk |
||||
5. Kwaliteit rapportage/verslag |
||||
6. Persoonlijke ontwikkeling |
||||
7. Eindoordeel |
Cijfer dat u toe zou kennen aan deze stagiair: