Zoek in de site...

Op weg naar nieuwe vergezichten. Kunnen we leren van de pestuitbraak in tijden van de coronacrisis?

Datum bericht: 14 april 2020

In dit artikel zet Daniela Müller, hoogleraar in de geschiedenis van het Christendom, uiteen hoe een vergelijking tussen de eerste pestgolf in Europa en de huidige coronacrisis kan helpen om na te denken over de toekomst.

De Pest van Albert Camus is een van de bestverkochte boeken van dit moment. Met de snelle verspreiding van het coronavirus is dit niet verrassend, maar waarom zou een hernieuwde interesse in een pandemische catastrofe uit het verleden juist in deze onzekere en onvoorspelbare tijd zo tot de verbeelding spreken?

Het is de bekende vloek van historici dat ze gebeurtenissen, structuren en mensen alleen kunnen analyseren en contextualiseren vanuit retrospectief. De 'gewone' historicus is geen profeet. We kunnen momenteel de gevolgen van het coronavirus voor Europa niet overzien, maar we kunnen wel kritisch naar een historische gebeurtenis kijken die de mensen in Europa toentertijd voor onvoorstelbaar moeilijke uitdagingen heeft gesteld. Aangezien het coronavirus nu voor de eerste keer haar intrede heeft gedaan in Europa, is het raadzaam om ook naar de eerste grote pestgolf te kijken, die verankerd bleef in het culturele geheugen van mensen: de pestepidemie van de late veertiende eeuw.

Verschillen en overeenkomsten tussen de pest en corona

De pest en het coronavirus zijn natuurlijk niet direct met elkaar te vergelijken, zoals meteen al blijkt vanuit medisch perspectief; pest werd veroorzaakt door een bacterie, terwijl corona een virus is; het sterftecijfer bij de pestepidemie was veel exponentiëler en kostte toen aan ongeveer driekwart van de Europese bevolking het leven. De omstandigheden en context van de samenleving waren in die tijd ook heel anders. Een aantal belangrijke verschillen tussen de situaties:

  • in plaats van een seculiere samenleving zoals we vandaag de dag hebben, was er een religieus bepaalde samenleving;
  • in plaats van overwegend democratische regeringen, waren er uitsluitend monarchistisch-absolute bestuursvormen;
  • in plaats van hightech kennis, was er de natuurfilosofie en bijgeloof;
  • in plaats van de wereldhandel met het daarbij behorende banksysteem, waren er lokale langeafstandshandelcentra en grotendeels nog agrarische levensvormen.

De impact van het coronavirus is zo bezien heel anders (vooral wat betreft het sterfterisico voor juist de jongere generaties), maar misschien is het effect op de lange termijn niet minder dramatisch: gaat het bij corona niet ook om de bewustwording dat de moderne maatschappij lang niet die controle binnen de eigen samenleving heeft die als bijna vanzelfsprekend werd verondersteld? Het vertrouwen in de basale overeenkomsten van de samenleving zou op die manier minstens even aangetast kunnen zijn als destijds het vertrouwen in God en Zijn rechtvaardigheid. In beide gevallen gaat het dus ook om de angst voor verlies van controle: breekt nu de chaos aan? We moeten dus ook op zoek gaan naar nieuwe identiteitsfactoren, waarvoor een nieuw vertrouwen opgebouwd moet worden.

Zijn de langetermijneffecten vergelijkbaar?

Ondanks dat de directe gevolgen van de pest en corona niet te vergelijken zijn, kunnen we toch met belangstelling kijken naar de langetermijngevolgen van de pest voor Europa. We hebben nog een lange weg te gaan als het gaat om corona, maar misschien is een terugblik op de impuls die de pest heeft gehad een goed handvat voor een toekomstige beoordelingsstrategie. Dit kan eveneens hoop geven, zeker in moeilijke tijden. Het kan de blik verruimen dat crises op de lange termijn ook positieve sociale verandering teweeg kunnen brengen, wat nieuwe kansen kan bieden voor toekomstige generaties. Het is absoluut niet de intentie om de ernst van de huidige situatie en de slachtoffers te bagatelliseren. Wel kunnen toekomstgerichte vragen helpen ook naar andere zaken de kijken dan de dramatische huidige actualiteit: op dit moment hebben acute hulpmaatregelen voorrang, maar er zal ook weer een tijd na corona komen.

De pest als versnelde koerswijziging

Als we kijken naar de toekomst is het belangrijk om te benadrukken dat we niet mogen aannemen dat er slechts één reden is voor toekomstige veranderingen; de pest beïnvloedde verschillende factoren die al onder de oppervlakte van de samenleving borrelden. Maar zonder de ervaring van de pest hadden deze factoren een andere richting in kunnen slaan. In dit opzicht heeft de pest bijgedragen aan een versnelde koerswijziging. Het was een vormend element in een complex netwerk van effecten, maar het is aanneembaar dat zij bij een aantal ontwikkelingen de doorslag gaf, juist omdat zij diep in het culturele geheugen gegrift staat.

De negatieve, veelal direct waarneembare gevolgen van de pest op de samenleving worden vaak besproken (en ook door Camus weergegeven als een patroon in de omgang met elkaar), maar er waren dus ook belangrijke veranderingen die de aanzet vormden voor de opkomst van het "moderne" Europa. Onderzoekers, zoals de sociaal-economische historicus David Herlihy, benadrukten dit al een aantal jaar geleden.

Wat waren de gevolgen van de pest voor Europa?

Gevolgen voor geloof

De generaties na 1348 werden geconfronteerd met een gekelderde economie en stonden voor enorme sociale en politieke uitdagingen. Noch God, noch koningen hadden de pest kunnen voorkomen of afwenden, en het wantrouwen in de autoriteiten dat voorheen slechts sporadisch oplaaide, werd nu breed gedragen. Ziekte als straf van God voor de zonden van mensen kon niet langer geloofwaardig worden overgebracht: want was het niet het kenmerk van een plaag dat het zonder onderscheid zowel de schuldigen als de onschuldigen en zowel kinderen en als ouderen trof? Als dit Gods wil was, waar was dan Zijn rechtvaardigheid? In plaats van zich tot zo'n wrede God te wenden, baden mensen steeds meer tot Maria en de heiligen. De toenemende verering van heiligen werd zo een massafenomeen en dit ging over op een lucratieve handel in relikwieën. Op haar beurt werd dit de voedingsbodem voor de kritiek van Maarten Luther op de Katholieke Kerk. Hij begon de rechtvaardigheid van God helemaal anders te interpreteren en goede werken en bidden tot heiligen kon geen garantie meer zijn voor het zielenheil. De kerk als instituut had gefaald; het pad naar verlossing werd nu in toenemende mate op een meer geïnternaliseerde, individualistische manier gezocht. Zo kreeg het individu een beslissende impuls.

Gevolgen voor de wetenschap

Het aantal universiteiten verhoogde in de tweede helft van de 14e eeuw aanzienlijk. In plaats van de monopolisering van de geleerde opleiding in Bologna of Parijs ontstonden nu overal in Europa centra van geleerzaamheid. De meer intellectueel geschoolde denkers wendden zich steeds meer tot verklaringspatronen die op het individu berustten; het tijdperk van de Renaissance werd door de cultuurhistoricus Egon Friedell (hoewel niet zonder kritiek) al verklaard als een direct gevolg van de pestepidemie.

Ook was de pest voor Paus Clemens VI in juli 1348 de aanleiding om officieel toestemming te geven tot autopsie: op aandringen van zijn topdokters zag hij de kans door het openen van lijken de oorzaak van de pandemie te achterhalen. Hiermee werd door de kerkelijke autoriteiten de weg vrij gemaakt voor een wetenschappelijke bestudering van het menselijk lichaam.

Gevolgen voor de samenleving

De meest zichtbare veranderingen op lange termijn vonden plaats op sociaal en politiek gebied: als gevolg van de verwoestende werking van de pest werden niet alleen grote delen van het land ontvolkt, maar ook de steden. Een herstructurering van de arbeidswereld was onvermijdelijk. Er waren niet meer genoeg arbeiders en vooral in Engeland stortte de doekenhandel in. Dit is - onder andere - waarom Edward III de Franse kroon zo hardnakkig claimde, die hem in staat zou stellen om aansluiting te vinden bij de lakenverwerkingscentra op het vaste land van Europa. De Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk was ook een gevolg van de pest. Tijdens deze oorlog vond het idee van de natie een duidelijke voedingsbodem. Dit idee zou vanaf toen in de plaats komen van de oude universele machten; pausdom en keizerdom.

Door de massale sterfte viel na de pest een schaarste aan arbeiders te constateren – dus werden nu ook personen tot de gilden toegelaten die voorheen geweigerd werden. In de steden stegen de lonen snel en voor het eerst konden de ambachtslieden en arbeiders eisen stellen en afdwingen. Deze eisen waren niet beperkt tot meer salaris, maar gingen ook in de richting van meer politieke zeggenschap. Zelfs de plattelandsbevolking organiseerde zich nu tegen de adel en zette vraagtekens bij diens traditionele heerschappij, vaak gelegitimeerd met Gods wil. Er volgden bloedige botsingen, maar er waren ook successen: in 1381 was Engeland het eerste land in Europa dat de lijfeigenschap afschafte als gevolg van de 'Boerenopstand'.

Door de stijging van de lonen werd handmatige arbeid nu steeds meer vervangen door gemechaniseerd werk. Het voorbeeld van de boekdrukkunst is indrukwekkend: alleen zolang het loon van de schrijvers laag was, kon het handmatig kopiëren van teksten iets opleveren. Toen de lonen stegen, werd het tijd voor technische vernieuwing, die uiteindelijk in Europa  haar hoogtepunt bereikte in de uitvinding van losse letters door Johannes Gutenberg, Laurens Janszoon Coster en Dirk Martens.

Twee kanten van een pandemie: een voorzichtige vooruitblik

De Januskop van de pandemieën is duidelijk. Aan de ene kant stelde de pestplaag Europa voor nog onbekende problemen, aan de andere kant leidde het op de lange termijn niet enkel tot negatieve ontwikkelingen. Het culturele trauma opende in sommige gevallen ook deuren naar een constructieve omgang. Op de lange termijn gaf het perspectieven voor de Reformatie, Renaissance, democratie en secularisatie.

Misschien betekent het dat er na de coronacrisis ook nieuwe wegen kunnen worden bewandeld. Met de nasleep van de pest in gedachten valt te denken aan het volgende:

  • Economisch: we zagen dat de pestepidemie in eerste instantie leidde tot economisch verval. In de huidige tijd zien we de beurzen instabieler worden naarmate er meer maatregelen tegen de verspreiding van corona genomen worden die een impact hebben op de economie. In veel landen zijn de winkels gesloten en dit roept vragen op over de onheilige alliantie tussen de ongecontroleerde consumptie en de vrijemarkteconomie, zoals: “Hebben we deze producten en diensten wel allemaal écht nodig?” De dagen in afzondering laten ook zien hoeveel kostbare tijd alle consumptie ons kost en dat niet kunnen kopen kan omslaan in niet hoeven consumeren, wat een nieuwe dimensie aan het begrip ‘vrijheid’ kan geven. Zodoende zou de ongeremde economisering van alle levensverbanden ten einde kunnen komen.
  • Sociaal: vanwege het wegvallen van arbeidskrachten door de pest, kwamen de overgebleven arbeiders in een gunstigere financiële en rechtsmatige positie. Om de kosten te drukken, werd ingezet op technische vernieuwing. Om ons heen zien we een soortgelijke tendens, waarin in sneltreinvaart nieuwe manieren gevonden moeten worden om vanuit huis te kunnen werken. Wat de boekdrukkunst dan voor de middeleeuwer was, is de digitale omgeving voor de moderne mens. Hier kan een kritische kanttekening bij worden geplaatst, namelijk of door het thuiswerken het persoonlijk contact tussen mensen niet in het geding komt.
    Daarnaast zien we nu een herwaardering voor de zogenaamde ‘vitale beroepen’, waardoor de vraag rijst of deze mensen niet onderbetaald worden. Ook kan men zich afvragen of de bonussen voor managers werkelijk bijdragen aan het welzijn van de bevolking in zijn geheel. En of de tendens naar grotere wetenschappelijke samenwerking, in minder veel maar grotere centra, inderdaad meer kennis en vooruitgang van wetenschap betekent, in het licht van juist tegengestelde ontwikkelingen in de 14e eeuw.
  • Politiek: door de onmacht van koning en Kerk om de pest te beteugelen verloor men het vertrouwen in deze autoriteiten, waardoor het model van de natie kon ontstaan. Momenteel zien we dat overheden strenge maatregelen invoeren om de verspreiding van het virus in te perken. We kunnen ons afvragen of vrijheidsrechten dan niet langer meer als individuele rechten worden gezien, maar als plichten jegens de samenleving, en of de democratie daardoor niet haar essentie verliest. En mochten de maatregelen tevergeefs zijn, welke machten zullen het gat dan opvullen? Behouden de Verenigde Staten hun positie als wereldmacht in het geval dat zij deze crisis niet goed te boven komen? En hoe zit het met de Europese Unie? Is die meer dan een gemeenschap van economische interesses? Zodoende zouden nieuwe politieke machtsverhoudingen kunnen ontstaan, die weer gevolgen hebben voor de relatie tussen nationaal en mondiaal in de context van globalisering.
  • Religieus: het opbloeien van de Maria- en heiligenverering ten koste van de devotie jegens God werd een religieus twistpunt waardoor het Katholicisme haar eenheid verloor. Het Protestantisme legde de nadruk op persoonlijk geloof, waardoor er met een frisse blik naar de mens kon worden gekeken. Dit kwam tot bloei tijdens de Renaissance en bood een vernieuwend perspectief. Ook nu kunnen we kijken hoe vanuit religieuze hoek omgegaan wordt met de bekende (en nog altijd onbeantwoorde) theodicee-vraag: waarom staat een goede en almachtige God zoiets kwaadaardigs als COVID-19 toe? Staat Hij inderdaad aan de kant van de “zwakken”, als de voornaamste slachtoffers de ouderen en zieken zijn? Zitten religies die de groep en de gemeenschap centraal stellen (dus de “geinstitutionaliseerde” religies) niet in een bijzonder moeilijke situatie? Als hier geen bevredigende antwoorden op gevonden worden, zouden we misschien wederom op religiekritiek kunnen rekenen die een nieuw perspectief kan bieden op de betekenisgeving van de mens.

De twee pandemieën zijn in veel aspecten niet te vergelijken, maar beide zijn ziektes die onze wereld totaal op hun kop hebben gezet. Wat de toekomst brengt weten we niet, maar aan de hand van wat we weten over de pest, mogen we hopen dat deze coronacrisis ons ook tot goede dingen kan inspireren.