Om die vraag te beantwoorden, moeten we eerst kijken naar de definitie van een 'politieke rechter'. Dit is een rechter die te veel ruimte neemt ten opzichte van de volksvertegenwoordiging, op de stoel van de wetgever gaat zitten en zich te veel door eigen opvattingen laat leiden. De kritiek luidt dus voornamelijk dat de rechter niet op de stoel van de wetgever mag gaan zitten. Zo werd in de Urgenda-zaak de staat veroordeeld meer te doen tegen de uitstoot van broeikasgassen. Maar is de kritiek op dit soort uitspraken van de rechter wel gegrond? Rechters doen dit soort uitspraken namelijk alleen binnen een vastgesteld juridisch kader. Soms zijn dit internationale normen, zoals internationale klimaatverdragen in het geval van de Urgenda-zaak. Ook in de stikstofuitspraak werd het wettelijke en internationale milieurechtenkader toegepast. Er is dus gewoon sprake van de toepassing van rechtsnormen. Politici mogen natuurlijk, onder de juiste voorwaarden, wel kritiek hebben op uitspraken van de rechter. Maar na de rechterlijke uitspraak ligt de bal bij de wetgever: die kan indien gewenst de wet aanpassen.
Hansko Broeksteeg over politieke rechters
In Nederland zouden we te maken hebben met politieke rechters: zitten rechters daadwerkelijk teveel op de stoel van de wetgever?
- Naam
- Hansko Broeksteeg
- Huidige functie
- Universitair hoofddocent Staatsrecht
Vanuit verschillende politieke hoeken wordt de rechter ‘te politiek’ genoemd. Zo claimde de VVD begin 2021, in een later gewijzigd verkiezingsprogramma, dat de rechter steeds vaker en verder ingrijpt in democratisch genomen besluiten. Zitten rechters echt steeds vaker op de stoel van de wetgever? En staat daardoor de verhouding tussen recht en politiek onder druk?