Ervaringsverhaal Dominique en Arsen
Op zoek naar een nieuwe invalshoek binnen de studie
Een nieuw perspectief creëren binnen de gezondheidszorg: dat deden Dominique Nijmeijer en Arsen Goril tijdens hun deelname aan de denktank ‘De Zorg van Morgen’. In de denktank gingen ze aan de slag met een onderbelicht onderwerp binnen de gezondheidszorg: de existentiële dimensie van zorg. In opdracht van het Radboudumc deden de studenten onderzoek, het opstellen van een advies over ‘waardengedreven zorg’ als uitgangspunt.
Foto's: Dominique Nijmeijer en Arsen Goril
Hoewel de twee studenten een heel verschillende achtergrond hebben, startten ze met de denktank met een vergelijkbaar doel. Als studente Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie was Dominique op zoek naar een nieuwe invalshoek binnen haar studie. “Binnen de antropologie kan je veel kanten op: ook binnen de medische wereld is er vraag naar antropologisch onderzoek. Omdat de coronacrisis het onderzoeksveld zo actueel maakte, wilde ik er graag meer van weten: hoe zit de gezondheidszorg eigenlijk in elkaar?” Ook voor Arsen, student Geneeskunde, was het onderwerp nieuw. “Al bij de eerste bijeenkomst viel een complex begrip: de ‘existentiële dimensie’ en existentiële vragen van patiënten. Alhoewel ik al bekend ben met veel termen binnen de gezondheidszorg, was dit onderwerp tijdens mijn bachelor nog niet ter sprake gekomen. Welke betekenis wordt hier in de zorg aan gegeven?”
Na literatuuronderzoek en het uitwerken van een begrippenpakket, gingen de studenten verder de diepte in. Ze spraken niet alleen met patiënten, maar hielden ook interviews met zorgprofessionals over zingeving in de gezondheidszorg. “Binnen verschillende disciplines keken artsen en verpleegkundigen heel anders tegen de existentiële dimensie en zingeving aan. Waar de oncoloog het veel had over de dood, had de revalidatiearts het juist meer over dagelijkse behoeften van de patiënt,” vertelt Arsen. Dominique vult aan: “Ook patiënten hadden een heel verschillende kijk op zingeving. Vooral de impact op de algemene kwaliteit van leven bleek belangrijk: een patiënte vertelde bijvoorbeeld over een medicijn dat zorgde voor een slechte adem, waardoor haar dochtertje niet meer bij haar op schoot kwam zitten. Als een arts hierover in gesprek gaat met een patiënt, kan er samen een oplossing worden bedacht waarbij de existentiële dimensie op de voorgrond staat.”
Als eindopdracht maakten de studenten een video en een verslag, met de interviews als rode draad. Dominique: “Met de video stralen we een krachtige boodschap uit. We hebben de video laten zien bij de patiëntenadviesraad en bij de afdeling neurologie. Een belangrijk advies dat naar voren kwam, was heel simpel: ga in gesprek met de patiënt en vraag hoe het thuis gaat. Voor veel artsen is dat echter lastig: de tijdsdruk houdt hen tegen bepaalde vragen te stellen.” Toch zien de studenten mogelijkheid voor de toepassing van het advies. Arsen: “Er is onderzoek gedaan naar de consulttijd van artsen, waaruit bleek dat voor het bespreken van de existentiële dimensie niet veel extra tijd nodig was. In een halve minuut zou een oncoloog al een simpele vraag kunnen bespreken: ‘wat gaat er nu echt in je hoofd om?’. Daarmee kan een patiënt al veel geholpen zijn.”