Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland

Archiefnummer: 884
Archiefnaam: DEO
Sector: Onderwijs en wetenschappen
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: (1888) 1975-1990 (1991)

Plaatsingslijst en Rubriekenschema (pdf, 608 kB) vernieuwd augustus 2018


Ziekenhuis St. Joan de Deo, 's-Hertogenbosch. ca. 1939

Ten geleide
Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland (1888) 1975-1990 (1991)

1. Geschiedenis van de archiefvormer
De Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland, opgericht in 1975, kent een voorgeschiedenis die teruggaat tot 1875. In dat jaar kwamen enkele broeders van Die Genossenschaft der Barmherzigen Brüder von Montabaur, opgericht in Duitsland in 1856, naar Nederland als gevolg van de Kulturkampf. Zij vorm­den het begin van de Nederlandse tak van de Vereniging van Broeders van Sint Joannes de Deo. In 1949 vormden de broeders een zelfstandige provincie.
De congregatie ontplooide een grote activiteit op het terrein van de ziekenzorg, aanvankelijk alleen voor mannen, ongeacht levensbeschouwing. In verschillende plaatsen in Nederland hielden de broeders zich met de ziekenzorg bezig. Na een kort verblijf in Kaatsheuvel vestigden zij zich in 1876 in 's-Hertogenbosch, waar zij een verpleeginstelling oprichtten aan de Papenhulst. Deze instelling groeide uit tot een ziekenhuis dat tot 1963 heeft bestaan.
In 1887 gingen enkele broeders, op verzoek van het Regentencollege van hof Beresteijn, naar Haarlem voor verpleging van oude mannen in het Sint Nicolaasgesticht. Daarnaast ging een aantal broeders in dezelfde stad 'in de wijk' werken. Het jaar 1887 geldt tevens als het oprichtingsjaar van het latere ziekenhuis Sint Joannes de Deo.
Een jaar na hun vestiging in Haarlem namen de broeders in Amsterdam de thuisverpleging van chronisch zieken voor hun rekening. Deze activiteit groeide in het begin van deze eeuw uit tot een verpleeghuis aan de Keizersgracht. In 1972 werd deze instelling gesloten en gingen de broeders een verzorgingstehuis in Amsterdam-Osdorp exploiteren.
Met medewerking van de toenmalige aartsbisschop huurden de broeders in 1889 een huis in Utrecht, van waaruit zij de wijkverpleging ter hand namen. In 1896 volgde de opening, aan de Mariaplaats, van een tehuis voor chronische patiënten en verzorgingsbehoeftige pensiongasten. Dit tehuis groeide uit tot een ziekenhuis, dat in 1971 werd gesloten ten gunste van een nieuw ziekenhuis in Utrecht-Overvecht. Dit nieuwe ziekenhuis voerde niet meer de naam Sint Joannes de Deo, maar werd bekend onder de naam ziekenhuis Overvecht.
In het begin van deze eeuw kochten de broeders een landhuis in Beek (Ubbergen) bij Nijmegen voor de verpleging van mannelijke longpatiënten. In 1958 werd dit sanatorium omgevormd tot het verpleeghuis Kalorama.
In 1955 werd nog een klein verpleeghuis in Helvoirt geopend. Hier werden ook het provincialaat en het noviciaat van de congregatie gehuisvest, die tot die tijd in 's-Hertogenbosch waren gevestigd. Vanaf 1974 werd deze instelling geleidelijk omgevormd tot een kloosterbejaardenoord. Ook in Den Haag zijn de leden van de congregatie nog actief geweest in de gezondheidszorg.
In samenwerking met de Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus (zusters Onder de Bogen) uit Maastricht werd, onder auspiciën van de daartoe in het leven geroepen Missiestichting Pius XII, in 1959 een missieziekenhuis gesticht in Sengerema (diocees Mwanza) in Tanganyika (het huidige Tanzania). Een tiental jaren later werd dit hospitaal overgedragen aan het diocees.

Aan het begin van de jaren zeventig namen de broeders het besluit de verzorgingstehuizen en de zieken- en verpleeghuizen los te maken van de congregatie. Dit besluit werd ingegeven door de terugloop van het aantal leden en de toenemende specialisaties in en bedrijfsmatiger wordende aanpak van de gezondheidszorg. Voor deze loskoppeling werd een Structuurcommissie opgericht die een nieuwe organisatie vorm moest geven. De werkzaamheden van deze commissie leidden in 1975 tot de oprichting van de Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland.
De nieuwe stichting werd een zogenaamde moederstichting van de op dat moment nog bestaande instellingen, die in afzonderlijke dochterstichtingen werden ondergebracht. De contacten tussen de moederstichting en de besturen en directies van de dochterinstellingen verliepen via een zogeheten Centraal Management. De stichting beheerde vanaf haar oprichting de ziekenhuizen in Utrecht en Haarlem - waaraan ook de Academie voor Fysiotherapie in Bloemendaal was gelieerd -, het verpleeghuis Kalorama in Beek en twee verzorgingstehuizen in Amsterdam. Het bejaardenoord in Helvoirt bleef een zelfstandige stichting van de congregatie.
De congregatie had alleen nog via een Raad van Toezicht contact met de instellingen. Deze raad was opgericht om de identiteit van de stichtingen te bewaken en de financiële belangen van de congregatie te behartigen. De congregatie bleef zich actief en rechtstreeks met het terrein van de gezondheidszorg bemoeien. Zo werd in 1979 de Stichting Granada opgericht voor financiële ondersteuning van projecten op het gebied van de gezondheids- en bejaardenzorg. Een jaar later volgde, met steun van de congregatie, de instelling van de bijzondere leerstoel Verpleeghuisgeneeskunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Met de opkomst van allerlei regionale samenwerkingsverbanden werd de moederstichting steeds meer een blok aan het been van de dochterinstellingen. Daarom werden in de tweede helft van de jaren tachtig een Structuurcommissie en een commissie Herfinanciering ingesteld. In 1990 werd de moederstichting geliquideerd en gingen de dochterstichtingen zelfstandig verder.

2. Verantwoording van de inventarisatie
Het archief is in feite gevormd door drs. F.A. Vissers, voorzitter van het bestuur van de stichting en vanaf 1950 in dienst van de congregatie als economisch directeur. Het archief kent daarnaast aanvullingen van mr. J.M.P. Bank, secretaris en voorheen staffunctionaris. Vóór bewerking was het archief - met een omvang van 43,25 strekkende meter - toegankelijk op het niveau van een globale en veelal onnauwkeurige magazijnlijst.
Het archief is - in het kader van het KDC Ontsluitingsproject 1997-2002 - door middel van een basislijst nader ontsloten. In grote lijn is hierbij uitgegaan van een nauwkeurige omschrijving van de basisdocumenten (de ruggengraat) van het archief, naast meer globale, trefwoordachtige beschrijvingen van de overige documenten. De beschrijvingen van de bestanddelen zijn in een rubriekenschema ondergebracht.
De stichting, met haar dochters, is hierbij als archiefvormer beschouwd. De archiefbescheiden van de (zelfstandige of niet meer bestaande) instellingen van de congregatie en de archivalia van de Nederlandse provincie zijn gezien als gedeponeerde archivalia. Bij de inventarisatie van het archief is zoveel mogelijk rekening gehouden met de gebruikte oude orde.

Bij het samenstellen van de basislijst zijn de volgende bescheiden als basisdocumenten aangemerkt: stukken van het bestuur, de Raad van Toezicht en het Centraal Management; de (uitgaande) brieven en brievenboeken; de jaarrekeningen en accountantsverklaringen; stukken betreffende de oprichting en de statuten, de beleidsnota's en de activiteiten van de Structuurcommissie en de commissie Herfinanciering. De bescheiden van de Raad van Toezicht en het Centraal Management zijn niet volledig aanwezig. Ze zijn door de archiefvormer wel toegevoegd als bijlagen bij vergaderingen van het bestuur.
De niet-basisdocumenten zijn te onderscheiden in twee categorieën:
1) Gerubriceerde stukken. Deze zijn onderverdeeld in twee subcategorieën, nl.: stukken van de dochterstichtingen tijdens de periode van het bestaan van de (moeder)stichting; en stukken betreffende de dochterstichtingen vóór de oprichting van de stichting in 1975, toen zij als verzorgingstehuis of zieken- of verpleeghuis rechtstreeks vielen onder het bestuur van de congregatie.
In de series 'ingekomen en uitgegane stukken' (van de besturen en de directies) zijn in het verleden steeds de op verschillende zaken betrekking hebbende stukken in een ordner opgeborgen, gescheiden door tabbladen. De inhoudsopgaven, die in bijna iedere ordner waren geplakt, zijn in de nieuwe omslagen opgenomen, waarbij de oorspronkelijke ordening werd gehandhaafd.
2) Niet gerubriceerde stukken. Hieronder zijn begrepen de stukken van de instellingen van de congregatie, die op het moment van de oprichting van de stichting niet meer bestonden of niet ressorteerden onder de moederstichting, alsmede de archivalia van de Nederlandse provincie van de congregatie.
Uit het archief zijn alleen nota's, dubbele jaarverslagen, vergaderstukken en jaarrekeningen, en clichés voor de Deokrant vernietigd. Jaarverslagen zijn overgebracht naar de bibliotheek van het KDC, evenals aangetroffen boeken, brochures, tijdschriften en jubileumuitgaven. Beeldmateriaal is overgebracht naar de Stichting Katholiek Leven in Beeld (KLiB), die aan het KDC gelieerd is.
Het archief van de Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland (1975-1990) berust op het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) te Nijmegen en kent na bewerking een omvang van 29,75 strekkende meter.
De jaartallen op de titelpagina hebben betrekking op het oudste en jongste stuk. Het archief beslaat de periode van het bestaan van de stichting (1975-1990), maar bevat ook vele archiefstukken vanaf het begin van de jaren vijftig; het betreft dan met name archivalia van de aangesloten dochterstichtingen. Om onbekende reden zijn alleen van de instelling te Haarlem tevens archivalia aanwezig uit de periode 1888-1950.
De materiële staat van het archief is goed. De archivalia werden voorzien van nieuwe omslagen en archiefdozen.

De inventarisatie van het archief werd verricht door J.-K. van der Schoot, onder begeleiding van M.L.M. van den Hombergh, projectleider.
De inventarisatie werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de geliquideerde Stichting Sint Joannes de Deo/Nederland.
Nijmegen, januari 1998

Bron:   Jaarverslagen en Ze zijn er nog : rede, uitgesproken bij gelegenheid van de viering, waarmee de Broeders van Barmhartigheid van St. Joannes de Deo hebben willen gedenken, dat zij 100 jaar in Nederland werkzaam mochten zijn / J.F. Lescrauwaet. - s-Hertogenbosch : Broeders van Barmhartigheid van St. Joannes de Deo, 1975. - rede uitgesproken te 's-Hertogenbosch, 2 November 1975.

Literatuur van en over de [Stichting] St. Joannes de Deo[/Nederland] kunt u vinden in RUQuest.

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over Broeders van Barmhartigheid van Sint-Joannes de Deo zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Joannes de Deo’ vindt u het bedoelde materiaal.