Sport als cultuurgeschiedenis
Sport is vanaf de negentiende eeuw een steeds grotere rol gaan spelen in samenlevingen, zowel in de westerse wereld als daarbuiten. Ze is van invloed geworden op de cultuur als identity marker op lokaal, regionaal en (inter)nationaal niveau. Sport heeft nieuwe levensstijlen geproduceerd, denkbeelden over etniciteit, klasse, sekse, nationaliteit en validiteit opnieuw gedefinieerd en onze omgang met het lichaam ingrijpend veranderd. Ook op politiek niveau is sport van toenemend belang geworden.
Sport en politieke cultuur zijn op talloze manieren verknoopt, van het oppoetsen van de natie tot instrument van culturele diplomatie en het bepalen van in- en uitsluiting langs lijnen van gender, etniciteit en klasse. Sport is een betekenisgevend systeem waarmee burgers zichzelf in de samenleving positioneren. Bovendien gebruiken en instrumentaliseren politici sport, hetzij voor hun eigen profilering hetzij als onderdeel van een programma om tal van sociale en gezondheidsproblemen aan te pakken. In het sporthistorische onderzoek in Nijmegen staan deze thema’s staan centraal.
We richten ons daarbij specifiek op de volgende vragen:
- Op welke manieren heeft sport een rol gespeeld bij het (her)definiëren van gender, klasse en etniciteit?
- Wat maakt sport politiek en hoe hebben politici sport ingezet?
- Hoe heeft sport gefungeerd als platform voor politieke communicatie en representatie?
- Hoe is het debat rond megasportevenementen de afgelopen decennia veranderd?
Politieke sportcultuur: premier Joop den Uyl viert met spelers van het Nederlands elftal en de pers het vicewereldkampioenschap voetbal in 1974. Rob Mieremet, Nationaal Archief/Anefo, CC0, 8 juli 1974
Marjet Derks, ‘Onze helden’: processen van betekenisgeving en toe-eigening van zwarte sporters
Wanneer is iemand een ‘sportheld’? Welke sporters kunnen fungeren als nationale boegbeeld? Zowel op lokaal als nationaal niveau is het antwoord op die vragen de laatste anderhalve eeuw ingrijpend veranderd. Mede door mediatisering is de identificatie met lokale uitblinkers steeds meer verschoven naar nationaal bekende en succesvolle sporters. Dat waren aanvankelijk vrijwel uitsluitend witte mannen, op wie tal van nationale eigenschappen werden geprojecteerd. Geleidelijk aan is die groep uitgebreid met succesvolle vrouwen en de laatste decennia ook met sporters van kleur. Marjet Derks, hoogleraar sportgeschiedenis, bestudeert in dit project hoe die processen zijn verlopen, tot welke politiek-culturele discussies dat heeft geleid en wie wel en wie niet is bijgezet in de nationale sportheldencanon. Centraal staan drie sporten: voetbal, boksen en atletiek.
Enkele kernpublicaties:
- In de ban van de ring. Boksen als omstreden cultureel erfgoed, Nijmegen 1911-1942. Jaarboek Numaga (2019), 66, 32-53.
- ‘The contested allure of ‘negro-boxing’. Harry Sparendam (1897-1942), a Surinamese champion in the East Indies and the Netherlands. In N. Pas, Y. Gastaut & P. Delheye (Eds.), Who’s who? Les champions sportifs à l’épreuve des colonisations et des migrations / Sporting champions’ encounter with colonization and migration(pp. 29-44). Bécherel: Éditions Les Perséides 2019
- The "negro boxer" as contested cultural icon. Black migrants and sport in pre-war Europe. In P. Puschmann & T. Riswick (Eds.), Building Bridges: Scholars, History and Historical Demography. A Festschrift in Honor of Professor Theo Engelen(pp. 198-217). Nijmegen: Valkhof Pers 2018. Volledige tekst
Harm Kaal, De politisering van sport. Sport als een communicatieve praktijk in de naoorlogse politieke cultuur
Een van de kernvragen in politiek-historisch onderzoek gaat over de afbakening van ‘het politieke’ als een afzonderlijk domein of ‘functiesysteem’ naast andere systemen zoals het recht, de markt, de wetenschap en zeker ook sport. De definitie van ‘het politieke’ is aan verandering onderhevig en leent zich dus uitstekend voor een historische analyse van processen van politisering en depolitisering. Harm Kaal, universitair hoofddocent Politieke Geschiedenis, bestudeert in dit onderzoeksproject de wisselwerking tussen de domeinen politiek en sport. Zijn aandacht gaat in het bijzonder uit naar de communicatieve praktijken die vorm en inhoud geven aan de politisering van sport in de context van de sterk gemediatiseerde politieke cultuur van de tweede helft van de twintigste eeuw. Dit betreft onder meer het gebruik van sport in de beeldvorming van politiek leiderschap en politieke representatie en reikt van sportende politici tot de hedendaagse celebrity culture.
Enkele kernpublicaties:
- Boundary disputes. New approaches to the interaction between sport and politics in the postwar years. Journal of Modern European History, 19(2021), 362-379. Link
- Popular Politicians: The Interaction between Politics and Popular Culture in the Netherlands, 1950s-1980s. Cultural & Social History, 15(2018), 595-616. Link
Paul Reef, Omstreden megasportevenementen. De opkomst van en omgang met transnationaal protest tegen de Olympische Spelen en het WK Voetbal, c. 1960 tot nu.
Hoe heeft protest rond grote internationale sporttoernooien zich ontwikkeld? Op welke manieren zijn internationale sportorganisaties en gastlanden hiermee omgegaan? Tegenwoordig liggen megasportevenementen onder vuur vanwege autoritaire gastlanden en hoge organisatiekosten, maar deze kritiekpunten zijn allesbehalve nieuw en kennen een veel langere en dynamische geschiedenis van activisme en hervormingen. Al vanaf de jaren 1960 was er burgerverzet tegen de sociale en ecologische impact van miljarden kostende sporttoernooien, terwijl actievoerders de wereldwijde spotlight op sport begonnen te benutten voor mensenrechtenactivisme. In dit promotieonderzoek brengt Paul Reef in kaart hoe het politieke krachtenveld rond internationale sport door de tijd heen is verschoven met een focus op protest en de idealen die op sport worden geprojecteerd. Deze idealen zijn namelijk sterk veranderd: van het brengen van vrede en verbroedering naar duurzaamheid, mensenrechten en een maatschappelijk verantwoorde ‘legacy’ van sportevenementen. Waarom, in welke context en door wie zijn deze grenzen tussen ‘het politieke’ en internationale sport verschoven – en wat zegt dat over de veranderende relatie tussen beide?
Enkele kernpublicaties:
- ‘Over mensenrechten, mega-sportevenementen en politiek’. Sport Knowhow XL, 8 Juni 2021. Link
- NOlympics in Amsterdam! De strijd over de stedelijke ruimte en het politieke krachtenveld rondom Amsterdams Olympische kandidatuur, 1984-1986. Tijdschrift voor Geschiedenis, 133(2020), 659-686. Link
Poster van het Komitee Olympische Spelen Nee, ca. 1986. IISG, KOSN, inv.nr. 5.3.
Afgeronde projecten
Jon Verriet, Representing the Healthy Lifestyle: Contested Ideas about Nutrition and Physical Exercise in the Netherlands, 1940-2020
Het sportersdieet is na de Tweede Wereldoorlog een ware hype geworden. Hoewel de popularisering van sportersvoeding een lange geschiedenis kent, is deze nauwelijks onderzocht. Hierdoor is er weinig kennis over de veranderlijkheid van dit dieet en van het maatschappelijke beeld ervan. In dit promotieproject geeft Jon Verriet een sociaal-culturele historische analyse van de vele uiteenzettingen, mythen en clichés omtrent het sportersdieet en de invloed daarvan op consumenten. Hij onderzoekt de wisselwerking tussen sporters, voedselproducenten, overheidsinstanties, journalisten en het publiek, en beoogt zo inzicht te verschaffen in de wijze waarop ‘beroemdheid’ werd – en wordt – aangewend voor het bewerkstelligen van ingrijpende veranderingen in menselijk gedrag. (Promotie verwacht in 2022).
Enkele kernpublicaties:
- ‘Struggling over healthy lifestyles. The Dutch Nutrition Education Bureau and the Individualisation of Public Health (1940-1980), BMGN Low Countries Historical Review 136 (2021) 4-33.
- ‘Representing Embodied Expertise. Anorexia and the Celebrity Athlete’s Lifestyle Advice’, Celibrity Studies 11 (2020). Link
Jelle Zondag, Volkskracht. Sport, lichamelijke opvoeding en de versterking van Nederland 1880-1940 (Amsterdam: Boom 2021)
Aan het einde van de negentiende eeuw was sport een activiteit voor een handvol elitaire jongemannen. Vijftig jaar later waren in alle uithoeken van het land sportvelden te vinden en was gymnastiek een verplicht onderdeel van de lesprogramma’s. Nog vijftig jaar later deden Nederlanders ook buiten school- en verenigingsverband fanatiek aan lichamelijke opvoeding en sport. Deze onstuitbare opmars was mede het resultaat van de arbeid van een bont gezelschap sport- en beweegpropagandisten. Zij schreven bibliotheken vol en reisden stad en land af om het grote publiek en de politiek het belang van dit nieuwe maatschappelijke verschijnsel duidelijk te maken. Sport was voor deze propagandisten namelijk veel meer dan een plezierige vrijetijdsbesteding; sport was voor hen een instrument dat in dienst stond van een hoger doel: herstel van vaderlandse glorie. In Volkskracht reconstrueert Jelle Zondag de opkomst en verspreiding van sport, lichamelijke opvoeding en sportieve beweegpraktijken in Nederland. Aan de hand van de geschiedenis van het bewegingsonderwijs, het Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse scoutingbeweging verklaart hij hoe sport kon uitgroeien tot een alomtegenwoordig fenomeen. (Promotie RU, 26 juni 2021).
Jan Luitzen, Engelsch moest het zijn'. Een cultuurhistorische analyse van de introductie van cricket, voetbal en lawntennis in Nederland en de rol daarbij van jongenskostschool Noorthey en haar alumni, 1820-1886
Dit proefschrift bestudeert de import van de moderne (Engelse) sporten rounders, hockey, cricket, voetbal en tennis in Nederland vanuit sport- en woordhistorische invalshoek, aan de hand van de geschiedenis van het jongensinstituut Noorthey (1820-1882). Centrale vraag is hoe in het negentiende-eeuwse, sterk veranderende Nederland spel (fysieke – en soms mentale – inspanning zonder competitief element) transformeerde naar sport (fysieke – en soms mentale – inspanning met competitief element) onder invloed van de Angelsaksische hegemonie. (Promotie RU, 23 november 2020)
Aad Haverkamp, Biografieën in beweging. Een cultuurhistorische analyse van levensverhalen van Nederlandse topsporters, 1928-2014 (Verloren 2019).
Wie tegenwoordig een boekwinkel binnenstapt, ontkomt niet aan het grote aanbod aan sportbiografieën. De enorme populariteit van dit genre is een recent fenomeen, maar de eerste Nederlandse sportbiografie werd al in 1928 gepubliceerd. Dit boek over schaatser en wielrenner Jaap Eden vormt het vertrekpunt van een cultuurhistorische analyse van een groot aantal levensverhalen van Nederlandse sporters. Biografieën in beweging biedt inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen van het genre van de sportbiografie tussen 1928 en 2014. Het laat zien waarom het aantal sportbiografieën met name in de laatste decennia sterk is gegroeid, maar ook hoe de manier van schrijven over sporters gaandeweg is veranderd. Door steeds nieuwe thema's aan te boren, zoals geld, emoties en recentelijk verslavingen, zijn biografen steeds meer doorgedrongen tot de privélevens van sporters. Dit boek beschrijft die ontwikkelingen tegen de achtergrond van grote veranderingen in de sportwereld, journalistiek en samenleving. (Promotie RU, 27 februari 2019).