Marzuolo Archaeological Project

Nadine Klöpping met haar vondst: een Romeinse munt
Wat je in de theorie doet, is niet te vergelijken met wat je in het veld doet. Het is natuurlijk het allermooiste om het zelf uit de grond te halen.
Naam
Emma van Steen, Thérèse Kuis en Nadine Klöpping

Tijdens het Marzuolo Archaeological Project in Italië groef een internationaal team elke zomer tot twee meter diep op zoek naar verborgen restanten van het Romeinse platteland. Afgelopen zomer kregen Emma van Steen, Thérèse Kuis en Nadine Klöpping, als onderdeel van hun master Oudheidsstudies, de kans om deel te nemen aan dit bijzondere project. Vier weken lang dompelden zij zich onder in de Italiaanse archeologie en delen nu hun unieke ervaringen.

Lange tijd lag de focus bij het opgraven van Romeinse resten op steden zoals Rome en Pompeii. Het Marzuolo-project richtte zich echter op een agrarische locatie uit de Romeinse tijd en de verborgen cultuur daar. De opgravingslocatie was veelzijdig en omvatte een voormalig productiecentrum met onder andere een smederij, pottenbakkerij en winkels.

Emma van Steen met haar vondst: een Romeinse munt

Een dag op de opgravingslocatie

Je moet er wat voor over hebben om archeoloog te worden: de studenten draaiden lange dagen in de modder. Nadine: "We stonden rond kwart voor vijf op en gingen gezamenlijk naar het veld, waar we om zes uur aankwamen. We werkten tot een uur of twaalf, daarna gingen we terug naar onze huisjes. In de middag wasten we botten en scherven. Om half acht aten we gezamenlijk en daarna ging iedereen weer naar bed, want de volgende dag moesten we weer vroeg op." 

Hoewel het hard werken was, ontbrak het ook niet aan gezelligheid. De studenten verbleven in een typisch Italiaans vakantiepark. Emma vertelt: "We zaten met acht personen in een huisje. Je wordt snel close, want je bent de hele dag samen. Dat was enorm leuk, omdat het een internationaal team van onderzoekers en studenten was."

Opgravingssite Marzuolo Archaeological Project in Italië

Bijzondere vondsten

Je hoeft niet diep te graven om iets te vinden, vertellen de studenten.  "Je haalt de grasmat weg en schaaft wat aarde weg. Dan heb je al Romeinse resten!" vertelt Thèrèse.  Een van de mooiste vondsten die zij deed, was een bronzen munt. "Tijdens het laatste halfuur sloeg ik met mijn pikhouweel in de muur en toen viel er een munt uit. Dat was echt een mooi moment. We hadden daarvoor eigenlijk niets gevonden. Super cool."

Thérèse Kuis op de opgravingslocatie in Italië

Een verrijking van de studie

Het project heeft hun beeld van de studie veranderd. Nadine vertelt: "Voor mij was het een test: vind ik het leuk, dan kan ik ermee doorgaan, anders niet. Het is niet het makkelijkste werkveld om straks een baan te vinden, maar ik vond het een fantastische ervaring." Emma vertelt: "Doordat ik het project heb gedaan, had ik veel meer zin in de mastervakken. Het heeft me dan ook echt overtuigd om de archeologie in te gaan.” Thérèse benadrukt het belang van praktijkervaring: "Onze bachelor GLTC was vooral theoretisch. Als je dan meegaat op veldwerk, is dat een verrijking voor je studie. Wat je in de theorie doet, is niet te vergelijken met wat je in het veld doet." Nadine voegt toe: "Het is natuurlijk het allermooiste om het zelf uit de grond te halen."

De studenten raden andere studenten aan om ook deel te nemen aan dergelijke projecten. Thérèse herinnert zich vooral de momenten met het internationale team: "Dansen, zingen, op dagtrip naar Siena, dat zijn de momenten die me bijblijven."