Auteursrecht in video

Bij het maken van weblectures en kennisclips, gebruik je vaak informatie uit andere bronnen. Elke keer dat je informatie of beeldmateriaal uit andere bronnen gebruikt, krijg je te maken met bepaalde regels ten behoeve van auteursrechten.

Auteurswet

Zaken die betrekking hebben op het auteursrecht zijn vastgelegd in de Auteurswet. Hierbij kunnen derden rechten hebben op het videomateriaal dat jij maakt als jij gebruik maakt van bijvoorbeeld filmfragmenten, stukken tekst, presentaties, interviews, foto’s en artikelen. Je mag dan ook geen gebruik maken van auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de auteursgerechtigde (dit hoeft niet altijd de maker te zijn). Er gelden echter wel enkele uitzonderingen. De regels die relevant zijn in het kader van weblectures en kennisclips vind je hieronder.

Situatie 1: Vertoning weblectures/kennisclips in onderwijsruimte (ook live digitale colleges)

Het vertonen van weblectures en kennisclips die auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten in collegezalen en andere onderwijsruimtes is toegestaan. Dit geldt ook voor live digitale colleges. De voorwaarde is dat het vertonen uitsluitend in het kader van onderwijs geschiedt en deel uitmaakt van het leerplan of een wetenschappelijk doel dient. Er is géén vergoeding verschuldigd aan de rechthebbende. Het beschikbaar stellen van tv- of filmbeelden via Brightspace, intranet en/of andere elektronische middelen buiten de fysieke onderwijsruimte valt niet onder deze uitzondering.

Situatie 2: Vertonen weblectures/kennisclips in Brightspace (de onderwijsexceptie)

Het vertonen in Brightspace van weblectures of kennisclips die delen van auteursrechtelijk beschermd materiaal bevatten is toegestaan ten behoeve van het gebruik in het onderwijs. Je mag het materiaal gebruiken ter toelichting bij je onderwijs (dus niet-commercieel). Je mag bijvoorbeeld geen volledige film vertonen. Daarnaast moet het tonen van auteursrechtelijk beschermd materiaal aanvullend zijn, en niet onderwijsvervangend.

Hierbij moet wel een billijke vergoeding worden betaald aan de rechthebbende en moet je de bron vermelden, waaronder de naam van de auteur en de naam van het werk. Daarnaast moet je rekening houden met de persoonlijkheidsrechten van de rechthebbende. Op grond van deze persoonlijkheidsrechten kan de rechthebbende zich verzetten tegen wijzigingen in het auteursrechtelijk beschermd materiaal, misvorming, verminking of aantasting.

Wat betreft de hiervoor genoemde vergoeding gelden de normale regelingen die van toepassing zijn bij het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in onderwijssituaties.

  • De collectieve beheersorganisatie Videma is bevoegd voor de regeling van een billijke vergoeding voor het gebruik van audiovisueel materiaal buiten een onderwijsruimte. Deze organisatie vertegenwoordigt het collectief van filmmaatschappijen , tv-producenten en omroepen. Als de universiteit video-, dvd- en/of tv- materiaal wil vertonen buiten een onderwijsruimte, moet zij daarvoor apart een regeling treffen met Videma. Dat geldt in principe ook voor het plaatsen van weblectures en kennisclips in Brightspace, voor zover docenten daarbij gebruik maken van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
  • Ten aanzien van het gebruik van foto’s is Pictoright een collectieve beheersorganisatie voor enkele duizenden fotografen. Met Pictoright kan worden onderhandeld over de te betalen vergoeding voor het gebruik van foto’s van fotografen die bij Pictoright zijn aangesloten.
  • Het beschikbaar stellen van aanvullend studiemateriaal bestaande uit tekst voor digitale readers via Brightspace, valt onder de readerregeling (evenals het beschikbaar stellen van schriftelijke readers). Hier is Stichting UVO de bevoegde instantie.

Situatie 3: Citaatrecht

Op grond van het citaatrecht mag je kleine delen van andermans werk zonder vergoeding citeren in onderwijsmateriaal, presentatie of werkstuk. Dit mag je ruim opvatten: ook een PowerPointpresentatie voor het onderwijs valt hieronder, of het gebruik van een filmfragment ter illustratie bij een lezing of presentatie. Deze regel geldt ook voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in weblectures en kennisclips. Je moet aan de volgende voorwaarden voldoen om een beroep te kunnen doen op dit recht:

  • Het werk waaruit je citeert, is rechtmatig openbaar gemaakt.
  • Het citeren moet functioneel zijn, de inhoud van het eigen verhaal ondersteunen en daaraan ondergeschikt zijn Je neemt de persoonlijkheidsrechten in acht (zie ook situatie 2).
  • Je vermeldt de bron, waaronder de naam van het werk en van de maker, op duidelijke wijze.

Situatie 4: Doorlinken

Het is altijd toegestaan om via het plaatsen van een hyperlink te verwijzen naar auteursrechtelijk beschermde inhoud die je anders niet mag gebruiken in een weblecture of kennisclip. Dit geldt zolang het beperkt blijft tot doorlinken. Je mag dus geen auteursrechtelijk beschermd materiaal overnemen of bewerken.

Situatie 5: Licenties

Je mag auteursrechtelijk beschermd materiaal dat onder een licentie beschikbaar wordt gesteld gebruiken zolang je de betreffende licentievoorwaarden inachtneemt. Veelvoorkomende licentievoorwaarden zijn bron- en naamsvermelding. Voorbeelden van licenties zijn de Creative Commons Licenses.

Situatie 6: Eigen materiaal

In weblectures kun je ook gebruik maken van materiaal dat docenten en/of studenten zelf hebben ontwikkeld. Als het onderwijsmateriaal door studenten is ontwikkeld, geldt dat de student het auteursrecht heeft. Dat betekent dat je met de betreffende student afspraken moeten maken over het gebruik van het materiaal voor weblectures of kennisclips.

Situatie 7: Portretrecht

Er is sprake van een portret als iemand herkenbaar is afgebeeld op een foto, tekening, schilderij of middels een ander soort beeld. Wie op een dergelijke manier is afgebeeld kan zich beroepen op het portretrecht. Dit recht kan ook van toepassing zijn bij het gebruik van afbeeldingen in weblectures en kennisclips. Voor het portretrecht is het niet nodig dat de afgebeelde persoon speciaal heeft geposeerd. Ook een tersluiks gemaakte foto of een tekening waarop iemand toevallig staat afgebeeld is een portret. De geportretteerde kan een redelijk belang hebben om zich tegen openbaarmaking te verzetten. Vaak gaat het daarbij om privacy redenen. Denk daarbij aan het gebruik van foto’s van bekende personen.

Als het docenten of studenten betreft die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van een weblecture of kennisclip, geldt dat zij uiteraard geen redelijk belang hebben om zich te verzetten tegen het gebruik van hun foto in die weblecture of kennisclip.

Situatie 8: Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP)

Bij het vertonen van weblectures dien je rekening te houden met de privacy van personen. Het vertonen van videobeelden en foto’s waarop personen zichtbaar zijn, kan worden gezien als een zogenaamde verwerking van persoonsgegevens waarop de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) van toepassing is. Op grond van deze wet is toestemming vereist van de betrokken personen voor het gebruiken van het beeld.

Meer informatie

Bekijk dan ook eens de website van het Auteursrechten-informatiepunt (AIP) van de universiteitsbibliotheek of de website van SURF. Ook vind je op SURF specifieke informatie over auteursrechten voor weblectures.

Vragen?

Stel jouw vraag via het formulier Ask Your Librarian of stuur een e-mail naar auteursrecht [at] ubn.ru.nl.