‘Algemene inleiding in de Psychologie is het eerste onderwijs dat de nieuwe studenten Psychologie krijgen. Voorheen was het een cursus die studenten een basisoverzicht van het vak psychologie gaf. Nu wilden we studenten, naast het verkennen van het vak, meer laten reflecteren en ze laten nadenken over wat psychologie met hun leven te maken heeft en waarom ze het studeren. We wilden studenten niet alleen feiten uit een boek laten leren, maar ze er juist kritisch op laten reflecteren. Hierdoor wilden we studenten zich laten realiseren dat psychologie een perspectief is om de wereld vanuit te bekijken. Psychologie is niet alleen iets wat je in boeken vindt. Met dit in het achterhoofd is de cursus geïnnoveerd.’
Naast elementen gericht op kenniswerving beantwoordden studenten iedere week ook essayvragen die gericht waren op reflectie. Het tentamen werd vervangen door een portfolio opdracht. Dit zag er als volgt uit:
- Iedere week bekeek de student kennisclips over de stof en las uit het boek. Studenten beantwoordden wekelijks multiple choice vragen over de stof. Wanneer studenten te veel fouten maakten, dienden ze de fout gemaakte vragen te herhalen. Daarnaast vond er een wekelijkse werkgroep plaats en op vrijdag een reflectiesessie. Hier konden studenten vragen stellen, maar ook hun perspectief op de stof van die week delen.
- Iedere week maakten studenten drie tot vier essayvragen gericht op hun eigen perspectief en aan de hand van inspirerende voorbeelden, zoals een TEDtalk. Zo dachten studenten bijvoorbeeld tijdens de eerste week na over wat ze verwachtten van de cursus en wat hen boeit aan psychologie.
- Studenten gaven iedere week feedback op de antwoorden op de essayvragen van een andere student. Deze peerfeedback verliep niet vlekkeloos; daarom wil Nils studenten volgend jaar meer voorbeelden geven voor hoe ze op een goede manier feedback kunnen geven. Studenten vonden het soms lastig dat er geen duidelijke goede of foute antwoorden waren. Tijdens de cursus hadden echter steeds meer studenten door wat de bedoeling achter de opdrachten was en vonden ze het een fijne manier van leren.
De technische inrichting
In de cursus vormen de tools in Brightspace de ruggengraat van het onderwijsontwerp:
- De essayvragen werden wekelijks via Brightspace gedeeld en gemaakt. Studenten vulden hun antwoorden in en deelden die via Brightspace Lockers met hun feedback-partner.
- Iedere week was er een formatieve kennistoets die plaatsvond via Quizzes in Brightspace. Per week behandelde de toets twee onderwerpen aan de hand van 12 vragen. Als een student die niet haalde, dan kreeg de student feedback en herhaalde het fout gemaakte deel van de toets later dezelfde dag. Dit gaf studenten structuur en zette hen aan tot leren. Aan deze formatieve toetsen zat geen cijfer verbonden en ze waren vooral gericht op ‘snap ik dit?’. Het deelnemen aan de formatieve toetsen was echter wel een voorwaarde om aan het eind het portfolio in te leveren.
- Als extra materiaal deelde Nils iedere week een vlog op Brightspace waarin hij vanuit zijn persoonlijke perspectief vertelde over het onderwerp van die week. Met deze persoonlijke en soms informele benadering wilde hij de studenten positieve en gezonde gedachten meegeven in corona-tijd.
Toetsing zonder cijfers
De toetsing van de cursus werd gedaan aan de hand van een portfolio. Hierbij beantwoordden studenten 8 vragen die vergelijkbaar waren met de vragen die ze iedere week hadden beantwoord, maar dan een beetje groter. Hierin werd theorie bevraagd, maar wel vanuit het perspectief van de student (bijvoorbeeld welke theorie hun persoonlijk aansprak en waarom). Er zaten ook vragen tussen over persoonlijke dingen, bijvoorbeeld hoe studenten hun eigen leerreis als psycholoog zagen. De opdrachten gedurende de cursus dienden ingeleverd te zijn om het portfolio in te mogen leveren.
Het portfolio werd beoordeeld aan de hand van een Rubric. Criteria waren hoe goed iemand reflectie kan laten zien en hoe diep deze gaat, hoe deze reflectie resoneert met andere onderwerpen en hoe goed de student dit kon communiceren. Binnen deze criteria kon de student 16 punten scoren, waarvan er minimaal 10 behaald moesten worden om een voldaan te krijgen. Er werd dus geen cijfer gegeven aan de studenten, alleen een voldaan of niet voldaan.
Reflectie leidt tot openheid en nieuwe inzichten
'Ik was erg onder de indruk van hoe goed sommige studenten konden reflecteren. Ze hadden creatieve en slimme gedachten' vertelt Nils enthousiast. 'Daarnaast hadden studenten in hun portfolio veel ruimte om zelf in te vullen hoe ze wilden antwoorden en wat ze wilden vertellen. Hierbij zijn sommige studenten heel open geweest. We wilden de oppervlakkigheid die vaak in het begin van de studie noodzakelijk is weghalen en dat is zeker gelukt.'
Nils en zijn collega’s waren verbaasd dat meerdere studenten aangaven dat de formatieve toetsing hen hielp. Studenten wisten door de toetsen of ze de stof goed hadden begrepen en het gaf structuur aan hun leerproces. Voor Nils en zijn collega’s was het soms wel lastig dat de cursus van 7 weken toch erg kort is. 'We moesten moeilijke keuzes maken over wat we erin wilden houden en wat niet. We wilden liever minder stof hebben die dan wel goed verwerkt werd door de studenten. We zagen de korte tijdsduur ook bij het reflecteren van studenten; het zorgt voor een goede leercurve, maar als studenten het net goed onder de knie hebben is de cursus alweer voorbij. Het zou mooi zijn om studenten daar meer tijd voor te geven' vertelt Nils. 'We hebben wel van meerdere studenten bedankjes gekregen dat deze manier van reflecteren erg geholpen heeft om hun keuze voor psychologie te begrijpen en daarmee te bevestigen.'
Tip van Nils
'Goed onderwijs stelt de individuele student centraal en geeft hen zo veel mogelijk autonomie over hun eigen leerproces.'
Zelf aan de slag?
Neem een kijkje in handleidingen over hoe je Portfolio’s, Quizzes, Lockers, en Rubrics kunt implementeren in Brightspace.