Bij peerfeedback evalueren studenten elkaars werk. Ook al hebben studenten niet dezelfde expertise als een docent om het werk van anderen te evalueren, toch kan de feedback veel opleveren. Het creëert meer momenten van terugkoppeling in de cursus en geeft studenten de kans om te leren van anderen.
Kenmerken van peerfeedback
- Verbeteren. Studenten kunnen de feedback van hun medestudenten (peers) gebruiken om hun werk te verbeteren. Wanneer meerdere peers feedback geven, biedt dat studenten verschillende invalshoeken om naar hun werk te kijken. Omdat peers minder autoriteit hebben dan een docent, zijn studenten geneigd scherper met de feedback om te gaan en kritischer na te denken over het aanpassen van hun werk.
- Reflecteren. Het geven van feedback is voor studenten minstens zo leerzaam als het ontvangen. Door kritisch naar het werk van anderen te kijken, leren studenten begrijpen wat een product of gedrag succesvol maakt. Dit begrip kunnen ze gebruiken om op hun eigen werk te reflecteren en verbeteringen te maken.
- Feedbackvaardigheden. Met peerfeedback leren studenten hoe ze constructieve feedback aan anderen geven en hoe ze met ontvangen feedback omgaan. Dit zijn vaardigheden die ze verder in hun opleiding weer in kunnen zetten en die in het werkveld ook van pas zullen komen.
- Beperkte werklast. Als docent heb je niet altijd de mogelijkheid om studenten meerdere keren van feedback te voorzien. Met peerfeedback kun je meerdere feedbackmomenten creëren in een cursus en je eigen werklast beperken tot het organiseren van het feedbackproces.
Peerfeedback begeleiden
Goede feedback geven gaat niet vanzelf. Studenten weten zelf niet altijd waar ze in de evaluatie op kunnen letten. Het is daarom belangrijk dat je criteria meegeeft die duidelijk maken wat de aandachtspunten zijn. Daarnaast kun je instructies voor de peerfeedback geven die studenten helpen om hun feedback constructief te maken.
- Vraag studenten om zowel de goede als matige aspecten van het werk aan te geven. Laat ze vervolgens uitleggen wat die aspecten goed of matig maakt.
- Maak een lijst met vragen over het werk die studenten moeten beantwoorden. Zo zorg je ervoor dat de feedback gestructureerd is en dat elke student ongeveer evenveel feedback ontvangt.
- Vraag studenten minstens een bepaald aantal verbetersuggesties te geven. Op deze manier kan zowel de peer als de student die wordt beoordeeld reflecteren op hun werk.
Tips voor peerfeedback
- Laat studenten hun feedback onderbouwen. Studenten leren hierdoor meer van de peerfeedback dan wanneer ze alleen punten (cijfers) hoeven te geven.
- Bespreek de feedback centraal of in kleine groepjes. Dit biedt de kans om een inhoudelijke discussie over de feedback te houden en voor studenten om te horen hoe hun feedback aankomt bij hun medestudenten.
- Overleg met collega’s of peerfeedback onderdeel kan uitmaken van meerdere cursussen. Op deze manier integreer je peerfeedback in het onderwijs en kunnen studenten zich hier steeds meer in ontwikkelen.
- Overweeg of je de kwaliteit van de feedback wil beoordelen. Bijvoorbeeld omdat feedbackvaardigheden deel uitmaken van de leerdoelen. Je kunt de beoordeling zelf doen als docent, maar je kunt ook studenten vragen om aan te geven hoe waardevol de feedback van elke student voor hen was.