Onderwijsmateriaal en auteursrecht

Op onderwijsmateriaal rust auteursrecht. Bij onderwijsmateriaal moet je denken aan artikelen, afbeeldingen, video’s (weblectures) of (delen van) een boek of tijdschrift. Voor het gebruik van deze materialen binnen het onderwijs hebben onderwijsinstellingen daarom vaak een speciale regeling getroffen met de auteursrechthebbenden. Wanneer dit niet het geval is, kun je meestal tegen een redelijke vergoeding alsnog gebruik maken van auteursrechtelijk beschermd materiaal. 

Beeld en geluid gebruiken

Materiaal in college of instructie

Materiaal mag je zonder toestemming van de rechthebbende vertonen of laten horen als dit een onderwijsdoel heeft. Er mag geen sprake zijn van een winstoogmerk. Dit geldt voor films, video's- en televisieprogramma’s, muziek- en geluidsopnamen en stilstaand beeld zoals foto’s en kunstwerken. De presentatie moet deel uitmaken van het onderwijsprogramma (opgenomen in het onderwijs-/leerplan) en plaatsvinden fysiek binnen de onderwijsinstelling zelf of via een digitaal college. 

Let op: als de presentatie wordt opgenomen en bijvoorbeeld op Brightspace wordt geplaatst, gelden striktere regels (zie hieronder)!

Materiaal in een reader of op Brightspace

Instellingen kunnen licenties afsluiten voor gebruik van specifiek auteursrechtelijk beschermd (onderwijs)materiaal in het onderwijs. In de voorwaarden van zo'n licentie staat beschreven wat er wel of niet overgenomen mag worden in de (digitale) leeromgeving.

Licenties

Soms ben je vrijer in het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Het kan verspreid zijn onder een algemene licentie. In dat geval bepaalt de licentie onder welke voorwaarden je het materiaal mag gebruiken. Materiaal kan bijvoorbeeld Open Access beschikbaar zijn. Open Access staat voor vrije toegang tot én vrij gebruik van materiaal. Open Access materiaal kan bijvoorbeeld beschikbaar worden gesteld met een Creative Commons licentie.

Er zijn zes verschillende licenties van Creative Commons. Ze variëren van beperkt tot vrij gebruik van het materiaal. Het is daarom belangrijk om vooraf gebruik van het materiaal altijd de Creative Commons licentie te checken om te zien wat toegestaan is. Meer informatie over CC-licenties vind je bij Creative Commons Nederland.

Links opnemen mag altijd

Je hebt in beginsel toestemming (bijvoorbeeld een licentie) nodig voordat je auteursrechtelijk beschermd materiaal openbaar mag maken of verveelvoudigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen materiaal dat je gebruikt bij een presentatie - bijvoorbeeld een (digitaal) hoorcollege of werkgroep - en materiaal dat je op Brightspace of in een papieren reader plaatst.

Linken mag altijd, mits het materiaal rechtmatig openbaar is gemaakt. Als docent ben je er zelf verantwoordelijk voor dat je verwijst naar materiaal dat rechtmatig openbaar gemaakt is. Let op: als je informatie van een website gaat knippen en plakken, dan wordt de informatie hergebruikt en vermenigvuldigd. Daarvoor geldt dat je rekening moet houden met het auteursrecht. Bij hergebruik van informatie dient altijd de bron vermeld te worden (ook als het gaat om Open Access materiaal).

Het Auteursrechtinformatiepunt adviseert te linken naar materiaal dat door de Radboud Universiteit is aangekocht of in abonnement is genomen (waarvoor van de uitgever een licentie is verkregen). Hieronder staat hoe je correct kunt linken naar dit materiaal. Naar artikelen die vrij toegankelijk op het Internet staan, kun je direct linken, zonder extra handelingen.

Materiaal dat je zelf hebt gemaakt

Je kunt ook zelf gemaakt materiaal gebruiken, waar jij of de Radboud Universiteit auteursrechthebbende van is. Zorg ook hier voor bronvermelding (dus noem jezelf en de Radboud Universiteit).

Teksten en afbeeldingen gebruiken

Easy Accessregeling

Voor het WO (UNL) en HBO (VH) zijn regelingen afgesloten met Stichting UvO. De regeling voor het WO vind je op de website Stichting UvO. Het gaat hier om het gebruik van teksten en afbeeldingen. Aan dit gebruik zijn in de Easy Access Regeling voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden gelden alleen voor het reguliere academisch onderwijs.

Je mag teksten en afbeeldingen gebruiken onder de volgende voorwaarden:

  • Je mag maximaal 40 pagina's en niet meer dan 20% overnemen van het gehele werk.
  • Een juiste bronvermelding is verplicht.
  • De regeling geldt zowel voor gedrukt als digitaal onderwijsmateriaal.
  • Er is geen maximum aan het aantal afbeeldingen dat je mag gebruiken, bijvoorbeeld in een Powerpoint-presentatie.
  • Wel zijn er twee voorwaarden: maximaal 25 afbeeldingen uit één werk (bijv. een boek) én maximaal 10 werken van één en dezelfde maker.
  • Je mag niet gedeelten uit een publicatie verspreiden over meerdere readers voor eenzelfde cursus (stapelen).

Wanneer je méér wilt overnemen, dan heb je hiervoor toestemming nodig van de auteursrechthebbende. Dit kan op diverse manieren:

  • Voor een langere overname, moet je vooraf via een standaardformulier toestemming vragen bij Stichting UvO. Hier zijn extra kosten aan verbonden.
  • Een alternatief is dat je als docent toestemming vraagt aan de auteursrechthebbende, bijvoorbeeld de auteur of de uitgever. Zorg ervoor dat de schriftelijke toestemming wordt bewaard (bijvoorbeeld per brief of e-mail).

Het citaatrecht

Het citaatrecht maakt het mogelijk een deel van een tekst of een gehele afbeelding zonder toestemming van de maker te gebruiken, mits je zorgvuldig verwijst naar de bron. Wanneer je citeert uit auteursrechtelijk beschermd materiaal, hoef je ook geen vergoeding te betalen. Onder het citaatrecht valt zowel het letterlijk citeren uit het werk als ook het parafraseren (herformuleren) van dat werk.
Voorwaarde is dat een citaat:

  • een doel dient. De wet noemt de volgende doelen: een aankondiging, een beoordeling, een polemiek of een wetenschappelijke verhandeling.
  • proportioneel is; je mag niet meer citeren dan nodig.
  • de bron (waaronder de naam van de maker) wordt vermeld.
  • uit een werk komt dat rechtmatig openbaar is gemaakt.

Het citaatrecht kan ook gelden bij gebruik van een afbeelding als inhoudelijke ondersteuning bij een wetenschappelijke verhandeling of in het onderwijs. Voorwaarde is dat de afbeelding een relevante toevoeging is, dus géén grappig of leuk plaatje ter versiering. Zo is bijvoorbeeld een plaatje van een willekeurige molen bij een verhandeling over molens géén beeldcitaat. Gaat de verhandeling over een specifieke molen en je toont een kleine foto van die molen, dan geldt het citaatrecht wel. De foto mag niet de overhand krijgen in je verhandeling. Een grote foto met twee zinnen over wat daarop te zien is, is geen geldig citaat. Het citaat moet namelijk ook proportioneel zijn. Verder moet een beeldcitaat voorzien zijn van een juiste bronvermelding en duidelijk als citaat herkenbaar zijn, door er bijvoorbeeld ‘beeldcitaat’ bij te schrijven. Of zet er een kader omheen zoals je bij het citeren van tekst gebruikmaakt van aanhalingstekens.

Video’s/weblectures maken

Vraag vooraf toestemming aan de spreker en het publiek (meestal studenten) en vertel hoe, waar en voor wie je de video/weblecture openbaar wilt maken. Denk vooraf na over hergebruik van de video/weblecture. Je kunt deze bijvoorbeeld een Creative Commons-licentie geven. Op deze manier geef je anderen de mogelijkheid om hem te gebruiken op een manier die je zelf kiest.

Portretrecht

Foto’s en filmopnames die in opdracht zijn gemaakt en waarop personen staan, mag je alleen gebruiken als je van zowel van de fotograaf/videograaf als ook de geportretteerden hiervoor schriftelijk toestemming hebt of als je die hebt geregeld via een licentie. Foto’s en video's die niet in opdracht zijn gemaakt en waarop personen staan, gebruik je alleen als je hiervoor toestemming van de fotograaf/videograaf hebt, of wanneer die geregeld is via een licentie en het gebruik niet een redelijk belang van de geportretteerden schaadt. Met dit redelijk belang wordt bedoeld: privacy of financiële belangen.

Stroomschema Auteursrechten

Auteursrechteninformatiepunt