Studenten voorbereiden op hun carrière
‘Veel carrières zijn helemaal niet disciplinair van aard. Als je mensen disciplinair opleidt, bereid je ze vooral voor op een PhD of een academische carrière waarin je misschien in relatieve isolatie disciplinair kunt werken. Als je niet in de academische wereld verdergaat, kun je al bijna met zekerheid stellen dat je met mensen vanuit andere disciplines gaat samenwerken. Als je geen interdisciplinariteit in het onderwijs aanbiedt, bereid je studenten dus niet goed voor op heel veel carrières. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de universiteit dat je daar in een veilige omgeving, gedurende de opleiding, al wat van kunt leren.’
Overlap en verschillen tussen disciplines
‘Tijdens de cursussen die ik voor mijn promotieonderzoek gaf, lieten we studenten allemaal een artikel vanuit hun eigen discipline meenemen. Die lazen ze dan van elkaar en dat leverde interessante gesprekken op. Dan zei een medische student over een sociologisch artikel: ‘Ik vind dit gewoon echt slecht. Hoe kun je nou iets zeggen op basis van een sample van maar vijftien mensen?’. Dan reageerde de student Sociologie met: ‘Oké, maar jouw artikel gaat over het welzijn en de gezondheid van mensen en ik zie alleen maar percentages. Hoe voelen die mensen zich nou echt?’.’
‘Het is interessant om te zien dat er verschillen zijn in wat we als goede wetenschap en ontwikkeling van kennis zien. Het viel mij op dat ik zelf vaak gefocust was op het vinden van overeenkomsten tussen de disciplines, maar je kunt diversiteit pas echt benutten als je beseft dat je ergens anders over denkt. Het is een beetje sociaal onwenselijk om het oneens te zijn, maar dat discomfort kan er wel toe leiden dat je vanuit je comfortzone in de leerzone terechtkomt.’
Geen doel op zich
‘Ik vind het heel belangrijk dat interdisciplinariteit een strategisch thema is van de universiteit. Die top-down support is nodig om legitimiteit te geven en tijdsinvestering te bieden. Maar, en dat is wel het risico van strategische thema’s, het moet geen doel op zich worden. Het moet een middel blijven om bijvoorbeeld aan maatschappelijke vraagstukken te werken, om studenten te motiveren of om bepaalde competenties te trainen. Interdisciplinariteit is geen one-size-fits-all. Daarom is het als docent ook belangrijk om vooraf na te denken over je doel en hoe de aanpak daarbij aansluit.’
De rol van de docent
‘Iets anders wat ik heb geleerd tijdens het geven van interdisciplinair onderwijs is dat ik mijn ambities moest afschalen. Het valt best tegen hoeveel je kunt bereiken als je het ook goed wilt doen. Probeer niet meteen de Champions League te spelen. Probeer bijvoorbeeld eerst te focussen op interdisciplinair bewustzijn, voordat je van studenten vraagt om samen een alternatief antwoord op een maatschappelijk vraagstuk te presenteren.’
‘Interdisciplinair onderwijs vraagt een andere rol van jou als docent. Je bent niet langer degene naar wie studenten kunnen kijken voor antwoorden, maar je duikt samen met hen in een vraagstuk. Je hebt wel iets meer handvatten om dat proces aan te gaan, maar geen grip op de uitkomst. Dat vraagt veel flexibiliteit en maakt je kwetsbaar. Er zit in het onderwijs vaak toch een soort verwachting dat je naar de docent kunt kijken en dat die kan je vertellen of iets goed of fout is of wat je moet doen.’
‘Maar interdisciplinariteit inzetten in het onderwijs is vooral heel leuk om te doen! Ik heb er zelf ontzettend veel van geleerd. De andere kant van die kwetsbaarheid en uitdagingen is dat het ook een rijke leeromgeving is voor jezelf.’
Bekijk hier de tool die Annemarie Horn samen met collega’s aan de VU heeft ontwikkeld om te reflecteren op verschillende disciplinaire perspectieven.