Om de toetsing in een cursus in lijn te brengen met de leerdoelen en de leer- en doceeractiviteiten, en om er zeker van te zijn dat je alle leerdoelen toetst, kun je gebruik maken van een toetsmatrijs. Hierin maak je expliciet wat je gaat toetsen, op welke niveau je gaat toetsen en welke toetsvorm je hierbij gebruikt. Zo kun je in één oogopslag zichtbaar maken welke toetsvormen je inzet, welke leerdoelen daarmee getoetst worden en welke weging een toets heeft binnen je cursus. De toetsmatrijs is dus een belangrijk middel om te komen tot zorgvuldige beslissingen over studenten.
Een toetsmatrijs geeft overzicht
De toetsmatrijs gebruik je voor de gehele toetsing in een cursus. In de matrijs kun je aangeven op welk cognitief- of handelingsniveau (Bloom/Miller) je toetst. Daarnaast kun je aangeven wat de weging is van de verschillende toetsen binnen een cursus.
Zolang je de leerdoelen van de cursus en de leer- en doceeractiviteiten niet verandert, is het niet nodig de toetsmatrijs aan te passen. De verdeling van vragen over leerdoelen voor toets, herkansing en toetsen in volgende collegejaren blijven qua inhoud en niveau dan gelijk.
De toetsmatrijs als hulpmiddel per fase in de toetscyclus
De toetsmatrijs is als hulpmiddel in verschillende fases van de toetscyclus te gebruiken. Je kunt de matrijs zien als een soort blauwdruk voor de toetsing.
- Fase 3 ‘Toetsvorm kiezen en construeren’: In deze fase kun je op basis van de toetsmatrijs een specificatietabel maken. Dit is een tabel waarin je aangeeft op welk niveau en met hoeveel vragen (items) je de leerdoelen/onderwerpen van de cursus toetst.
- Fase 6 ‘Toets analyseren’: Bij de analyse van de toets en de toetsresultaten kun je op basis van de combinatie leerdoel en cognitief niveau bekijken hoe de vragen in de toets zijn gemaakt door de studenten en of de vraag voldoende discriminerend is.
Na afloop van de toets kun je op basis van de toetsmatrijs de validiteit van de toetsresultaten verantwoorden. - Fase 8 ‘Toets evalueren en verbeteren’: Bij het evalueren van een toets gebruik je de toetsmatrijs als leidraad bij het stellen van evaluatieve vragen. Was de weging van de leerdoelen juist? Pasten de itemtypen achteraf gezien bij de leerdoelen? Was het cognitieve niveau goed te toetsen met deze itemtypen?