Een criteriumgericht interview (CGI) is een vraaggesprek tussen jou als examinator/beoordelaar en een student of eventueel kleine groep studenten. Het doel is om de mate van bekwaamheid op een bepaald terrein vaststellen. In een criteriumgericht interview verantwoordt de student gemaakte keuzes in relatie tot het aangeleverde bewijsmateriaal (bijvoorbeeld een product, portfolio of geobserveerde handeling).
Wat kun je toetsen?
Je toetst de bewuste bekwaamheid (Doen in de Piramide van Miller) en het reflecterend vermogen van studenten (Evalueren in de Taxonomie van Bloom).
Welke niveaus kun je toetsen?
Binnen de Taxonomie van Bloom toets je met name het niveau van Evalueren. Andere niveaus komen ook aan bod, maar alleen in relatie tot de specifieke handeling/prestatie.
Het criteriumgericht interview leent zich in de Piramide van Miller aan Weten hoe. Ook Laten zien komt aan bod, maar alleen in combinatie met het product, portfolio of de geobserveerde handeling.
Randvoorwaarden van de toetsvorm
- Het criteriumgericht interview is geschikt voor individuele studenten of kleine groepen die samengewerkt hebben.
- Deze toetsvorm kan zowel face-to-face als online worden afgenomen.
Aandachtspunten bij de toetsafname
De tijdsduur van een criteriumgericht interview is afhankelijk van de te toetsen doelen en praktische overwegingen. Houd een maximum aan van ca. 40 minuten in verband met de belasting van zowel beoordelaar als student.
Omdat bij een criteriumgericht interview degene die het gesprek voert ook de beoordelaar is, moet een criteriumgericht interview afgenomen worden door inhoudsdeskundigen. Bij voorkeur is er sprake van twee, niet bij de student betrokken beoordelaars. Dit met het oog op het streven naar objectiviteit.
Als er sprake is van slechts één beoordelaar, is het advies een video- of geluidsopname te maken van het criteriumgericht interview. Dit kan dienen als bewijs als een student bezwaar maakt tegen het eindoordeel.
In de situatie dat meerdere beoordelaars eenzelfde criteriumgericht interview afnemen, zorg dan vooraf voor afstemming over de aanpak en het beoogde niveau. Dit zorgt voor vergelijkbare omstandigheden voor de studenten.
De STAR(RT)-methodiek wordt vaak gebruikt als structuur bij het assessment. Deze methodiek richt zich op het systematisch verkennen van het door een student uitgevoerde gedrag. Verkenning vindt plaats via deze stappen:
- Situatie
- Taak
- Activiteit
- Resultaat
- Reflectie
- Transfer
Je stuurt het gesprek door het stellen van vragen gerelateerd aan de diverse stappen. Door het gebruik van gerichte open vragen wordt de student uitgenodigd zijn/haar gedrag en gemaakte keuzes toe te lichten. Van belang is dat vooral de student aan het woord is.
Beoordelen
Het afnemen en beoordelen van het criteriumgericht interview gebeurt door één of twee inhoudsdeskundigen. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een beoordelingsmodel met beoordelingscriteria.
Kalibratiesessies zijn aan te bevelen om afstemming te verkrijgen met betrekking tot het gewenste prestatieniveau.
Het eindoordeel kun je uitdrukken in een cijfer, maar beter is het om een globaler oordeel toe te passen, zoals: ‘onvoldoende, voldoende, goed’. Dit om niet een precisie te suggereren die bij deze vorm van beoordelen moeilijk waar te maken is. In wezen gaat het erom te beoordelen of de student voldoende bekwaam is om de handeling/taak uit te voeren. In plaats van waardering uitdrukken in de vorm van een cijfer, kan dat ook in de vorm van (mondelinge en/of schriftelijke) feedback.
Terugkoppelen aan student
Wat koppel je terug?
Geef niet alleen het eindresultaat in de vorm van een cijfer of globaler oordeel, maar geef ook inhoudelijke feedback op het geheel en/of per beoordelingscriterium. Voor een optimale leerervaring benoem je zowel positieve als verbeterpunten. Geef in elk geval een toelichting op onderdelen waar laag of onvoldoende op is gescoord.
Hoe koppel je terug?
Je koppelt in elk geval schriftelijk terug door middel van een ingevuld beoordelingsformulier. En indien mogelijk ook mondeling direct na afname van de toets.
Evalueren van de toetsvorm
Wat evalueer je?
Aandachtspunten voor bijstelling van de toets zijn:
- Zijn de beoordelingscriteria goed toepasbaar? Bieden ze houvast?
- Maakt het beoordelingsinstrument voldoende onderscheid tussen prestaties op verschillende niveaus?
- Corresponderen de uitslagen met het expert-oordeel van de beoordelaars?
- Zijn er geen beoordelingscriteria die onderling overlappen?
Hoe evalueer je?
Het organiseren van kalibratiesessies is een goede manier om een beeld te krijgen van de kwaliteit van het beoordelingsinstrument (dus: de toetsmethodiek zoals ontwikkeld). Dit doe je als je een aantal criteriumgerichte interviews hebt afgenomen. De werkwijze hiervoor is:
- Beoordeel onafhankelijk van elkaar vooraf dezelfde prestatie (bijvoorbeeld een criteriumgericht interview op video).
- Bespreek gezamenlijk de overeenkomsten en verschillen.
- Uit de bespreking volgen enerzijds gezamenlijke afspraken over hoe je de beoordelingscriteria toepast, anderzijds geeft die input voor aanpassing/aanscherping van de opdrachtformulering, beoordelingscriteria en/of andere aspecten van het beoordelingsinstrument.
Een kalibratiesessie is vooral bedoeld voor afstemming tussen meerdere beoordelaars. Ook als alle beoordelingen gedaan worden door dezelfde beoordelaar is afstemming met een vakgenoot aan te bevelen (externe validering).