Gesloten vragen zijn vragen waarbij de student uit gegeven antwoordmogelijkheden het juiste antwoord selecteert. De student formuleert niet zelf een antwoord.
In de toets kun je verschillende vraagvormen en vragen van verschillende cognitieve niveaus goed combineren. Uiteraard is een combinatie met open toetsvragen ook mogelijk.
Wat kun je toetsen?
Met deze toetsvorm kun je zowel vaardigheden als kennis (ook inzicht) toetsen. Afhankelijk van het leerdoel gebruik je bijvoorbeeld een meerkeuzevraag, matchvraag of een sleepvraag (digitaal). Kijk voor een overzicht van vraagvormen in de toetssoftware die je tot je beschikking hebt.
Welke niveaus kun je toetsen?
Het toetsen met gesloten vragen leent zich binnen de Taxonomie van Bloom vooral voor de cognitieve niveaus Onthouden, Begrijpen en Toepassen.
Het toetsen met gesloten vragen spreekt binnen de Taxonomie van Miller de niveaus Weten en Weten hoe aan.
Randvoorwaarden van de toetsvorm
- Een toets met gesloten vragen is geschikt voor alle groepsgroottes, en bij uitstek grote groepen omdat het automatisch beoordeeld wordt.
- De toets met gesloten vragen wordt op de campus afgenomen.
Aandachtspunten bij toetsafname
Tijdens een afname van een schriftelijke toets met gesloten vragen kan een aantal factoren de validiteit en betrouwbaarheid van de toetsresultaten beïnvloeden.
Validiteit
- Inhoud van de toets: de vragen in een toets moeten foutloos en volledig zijn.
- Tijdsduur: als het van belang is hoe snel een student een antwoord geeft, pas je de tijd hierop aan (kort). In alle andere gevallen, zorg je voor voldoende tijd. Tip: maak de toets van tevoren zelf eens.
Betrouwbaarheid
- Toetsinstructie: de instructie moet duidelijk zijn.
- Locatie en omstandigheden: de omstandigheden in de verschillende lokalen moeten gelijk zijn.
- Hulpmiddelen: voorafgaand aan de toets moet aan studenten informatie verstrekt worden over de toegestane hulpmiddelen (wetboek, rekenmachine, woordenboek).
- Examinatoren en surveillanten: de examinator is bijna nooit aanwezig bij een afname. De instructie voor de surveillant moet dus heel duidelijk zijn.
Beoordelen
Bij gesloten vragen zijn de juiste antwoorden vastgelegd in een antwoordsleutel. Op basis van het aantal juiste antwoorden wordt (geautomatiseerd) de score van de student bepaald.
Bij het omzetten van scores naar cijfers zijn er diverse aspecten die op verschillende manieren kunnen worden gebruikt zoals vereiste cesuurpercentage, afronding, deelcijfers of een totaalcijfer, en gokkanscorrectie. De regels hiervoor kunnen per faculteit of opleiding verschillen en zijn geformuleerd in het toetsbeleid en/of de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Terugkoppelen aan student
Bij gebruik van digitale toetssoftware is het mogelijk om bij de vraagconstructie per alternatief of per vraag feedback toe te voegen. Dit kan tijdens de inzage getoond worden aan studenten.
Tijdens een inzage kun je plenair feedback geven door bijvoorbeeld veel gemaakte fouten te bespreken. Als je in de digitale toetssoftware of via EvaluatieService leerdoelen aan toetsvragen koppelt, is het mogelijk op individueel niveau scoreoverzichten te maken voor studenten. Hierdoor krijgt een student meer inzicht in zijn prestatie.
Evalueren van de toetsvorm
Wat evalueer je?
Je kijkt hierbij onder meer naar:
- De scoreverdeling op de toets.
- Of de toetsscores normaal verdeeld zijn.
- Of de hoogst behaalde score in de buurt komt van de maximaal haalbare score.
- Hoe afzonderlijke vragen zijn beantwoord, en of er gebeurd is wat je had verwacht. Hoe moeilijk of makkelijk vonden studenten de vragen?
- Hoe de scoreverdeling bij de verschillende vragen is, en of er vragen zijn waarbij niemand de maximale score haalt. Zijn er vragen die door laagscorende studenten beter zijn gemaakt dan door hoogscorende studenten?
Hoe evalueer je?
Na afloop van de toets is het belangrijk om de sterktes en zwaktes van de toets te bespreken en conclusies te trekken over de toets en het onderwijs. Op basis van een analyse bepaal je of er in het toetsontwerp of toetsvragen iets veranderd moet worden. In je itembank kun je de toetsvragen direct aanpassen zodat ze klaar zijn voor eventueel hergebruik in de toekomst.
Om zicht te krijgen op de scores en scoreverdeling, helpt het om een overzicht te maken van de scores per vraag per student. Bij grote toetsafnames, vanaf ca. 100 studenten, kun je gebruik maken van een zogenaamde psychometrische analyse: een statistische bewerking van de scores. Die levert veel informatie op over de kwaliteit van de toets en over hoe vragen functioneren in de toets.