Maar dan het onderwijs. Soms heb je niet eens in de gaten welke impact je hebt. Komt er in de Spar een student naar me toe die zegt: “Dank u wel voor de colleges mevrouw. Vorig jaar heb ik een dikke onvoldoende gehaald voor dit vak en ik dacht dat ik er gewoon te dom voor was. Maar door uw colleges snapte ik het toch.” Het was een vak met honderden studenten, dus ik herkende haar amper. Maar ik liep met een glimlach de Spar uit.
En soms merk je het wel. Dan zie je het licht aangaan bij een student. Dan zie je ze enthousiast worden. Dat geeft een energieboost die ik meeneem de rest van de dag in. Of de impact werkt de andere kant op. Dan zet een vraag die een student mij stelt mij aan het denken over mijn onderzoek. Onderwijs geven is heel direct zien dat je werk ertoe doet.
Docentontwikkeling en docentwelzijn
Ik ben de nieuwe themaleider Docentontwikkeling en Docentwelzijn bij het Teaching and Learning Centre (TLC). Twee thema’s, maar een volstrekt logische combinatie. Want de voldoening die het docentschap geven kan en de energie die er vrij kan komen in collegezalen en werkgroepruimtes, die veronderstellen dat er goed onderwijs gegeven wordt. Dat een docent capabel genoeg is. Omgekeerd is er geen ongelukkiger docent dan de docent die zich incapabel voelt. Onderwijs geven is een vak. Sommigen hebben meer talent dan anderen misschien, maar er is altijd ontwikkeling mogelijk. En ook als je talent hebt, heb je over het algemeen nog veel te leren.
Docentontwikkeling scheelt tijd
Nu hoor ik je denken: ja, klinkt mooi, jezelf ontwikkelen als docent en zo meer energie en voldoening uit je onderwijs halen. Maar wie heeft daar nou tijd voor?
Waarop ik zou willen antwoorden: heb je tijd om het niet te doen dan?
Toen ik tijdens een corona-lockdown voor het eerst online les moest geven, had ik kleine kinderen thuis en absoluut geen tijd voor extra dingen. Ik heb subiet een onderwijskundige gebeld. Een half uur aan de telefoon met haar en ik had mijn werkvorm klaar. Een werkvorm bovendien waardoor ik nog steeds energie kon halen uit het onderwijs, ook al was het online. Wat heeft dat ene telefoongesprek mij veel opgeleverd.
Ander voorbeeld. Als mentor in het BKO-traject observeer ik geregeld, juist bij getalenteerde collega’s, dat ze te hard werken. Dat ze zo behulpzaam willen zijn dat ze maar geven en geven, bijvoorbeeld bij scriptiebegeleiding. Niet goed voor hun eigen welzijn, want het kost te veel tijd. Ironisch genoeg is het ook niet goed voor studenten. Die leren meer wanneer ze meer zelf moeten doen en dat is vaak nog beter voor hun zelfvertrouwen ook. Docentontwikkeling op dit punt levert beter onderwijs op, maar ook meer tijd voor docenten.
Intervisiegroepen, nog zoiets. In de lente begeleidde ik een groep docenten. Sommigen brachten casussen in waarover ze ook buiten werktijd nog piekerden. Casussen die hen veel tijd en energie kostten. Daarop reflecteren in vertrouwelijke sfeer bracht lucht, inzicht en handelingsperspectief. Wederom de vraag: als je regelmatig piekert over je werk, kun je het je dan werkelijk wel permitteren om niet deel te nemen aan een intervisiegroep of andere vorm van docentprofessionalisering?
Het Teaching and Learning Centre
Het TLC is van en voor docenten. De themaleiders, de docentambassadeurs: allemaal mensen die colleges geven, allemaal mensen met hun voeten in de klei. We hebben eigen activiteiten en overzicht over onderwijsinitiatieven bij alle faculteiten. De lijntjes naar de onderwijskundigen zijn heel kort. Juist in deze uitdagende tijden kunnen we het ons niet permitteren om ieder in onze eigen faculteit het wiel uit te gaan zitten vinden, laat staan ieder achter ons eigen bureau. Stap met je vraag naar je Teaching Information Point (TIP) of neem contact op met de docentambassadeur van jouw faculteit. En mis je iets in het aanbod, heb je interesse in een intervisiegroep, of heb je weet van een mooi initiatief op het gebied van docentontwikkeling en/of docentwelzijn? Neem dan contact op met mij. Ik heb er zin in.