Portretfoto Jan Bransen
Portretfoto Jan Bransen

Column Jan Bransen: Leerlandschap

Zo af en toe duikt er een nieuw woord op – althans een voor mij nieuw woord – waarmee een belangrijke kwestie onder woorden gebracht kan worden. Zo kwam ik in een zelfstudie van een hbo-opleiding die ik binnenkort als lid van een audit-commissie ga bezoeken het woord “leerlandschap” tegen als alternatief voor het woord “curriculum”. Ik vind het een mooie vondst, en belangrijk ook, vooral omdat het woord “curriculum” mij altijd aan de IKEA doet denken, aan die eindeloze looproute die je daar gedwongen wordt te volgen, ook als je precies weet wat je komt halen.

Natuurlijk heeft de IKEA daarbij geen weloverwogen opbouw in gedachten, alsof je eerst de boekenkasten, de bijzettafeltjes en de matrassen gehad moet hebben, voordat je een verstandige keuze zult kunnen maken uit de bureaustoelen, tweezitsbanken of keukenkastjes. Maar hetzelfde vind ik van vrijwel iedere wetenschappelijke bachelor- of masteropleiding. De aangeboden vakken hebben doorgaans een onderling verband dat nog het meest lijkt op de strippen van een ouderwetse strippenkaart. Dat is niet per se een slechte zaak, overigens. 

De afgelopen veertig jaar ben ik bij heel wat opleidingen betrokken geweest, en bijna altijd was de opbouw niet meer dan een min of meer toevallig resultaat van bijzondere omstandigheden. Een hoogleraar die bijvoorbeeld een half jaar naar het buitenland vertrok waardoor zijn vakken niet in het eerste semester maar in het tweede werden ingepland. En ook waren er opleidingen die met een twee- of zelfs driejaarlijks wisselrooster werkten. Studenten die in jaar A instroomden kregen een ander vakkenpakket dan de studenten die in jaar B, of C, instroomden. Dat werkte zo goed en zo kwaad als het ging, tot onderwijskundigen vraagtekens gingen zetten bij het gebrek aan visie op en onderbouwing van het aangeboden curriculum. Er moest toch een opbouw in het programma zitten, met basisvakken en vervolgcursussen, enzovoort. Tja. Dat zal wel. Wisten wij veel. Wij deden gewoon ons best om studenten te interesseren voor dat wat wij zelf interessant – en belangrijk – vonden.  

Nu ben ik een groot voorstander van visie en onderbouwing, maar juist daarom zie ik goede mogelijkheden voor het begrip “leerlandschap”. Want laten we wel wezen: onze studenten verschillen enorm van elkaar, waardoor het hele idee van een strak curriculum net zo verstikkend en net zo misplaatst is als die verplichte looproute bij de IKEA. Het is een dwaalidee te denken dat onze vakgebieden netjes opgebouwd zijn en om een strak en rechtlijnig curriculum vragen. Al die vakgebieden zijn het min of meer toevallige resultaat van complexe geschiedenissen, geschiedenissen die op honderden manieren verteld kunnen worden en die zelf geen rechtlijnig chronologisch verloop hebben gekend. Dus zelfs als we ieder vakgebied aan onze studenten zouden aanbieden met een jaar lang niets anders dan de geschiedenis van het ontstaan van de discipline – op zich niet eens een slecht idee – dan nog zouden we dat op veel manieren kunnen doen.  

Er is daarom wel wat te zeggen voor een bevrijdende transformatie van onze opleidingen tot opleidingen zonder strak curriculum. Laten we onze studenten vertrouwd maken met een leerlandschap, een landschap dat overigens vooral gekenmerkt wordt door de grote, complexe problemen van deze tijd. Deze problemen vragen sowieso om een veelvoudige aanpak, en om veel verschillende perspectieven. Een strak curriculum zorgt vooral voor disciplinering, voor verkokering van het intellect van onze studenten, daar waar we ze toch vooral zouden moeten willen inspireren tot het ontwikkelen van een brede blik, een open houding waardoor de hele wereld een leerlandschap zal blijken te zijn.  

Contactinformatie

Jan Bransen is Academisch leider van het Radboud Teaching and Learning Centre en Hoogleraar Filosofie van de Gedragswetenschappen.