Vakwerk! Deze term gebruiken we als we vinden dat iemand echt goed werk heeft geleverd. Wanneer een trainer van een voetbalteam het bijvoorbeeld goed doet, of wanneer een timmerman of -vrouw een mooi meubelstuk heeft gemaakt dan zeggen we al snel dat het echt werk van een vakman of vakvrouw is. De laatste jaren is er ook meer aandacht voor het vakwerk in andere beroepen, zoals bij de politie, in de zorg, en ook in het onderwijs. Vakwerk wordt gebruikt om een bepaalde kwaliteit van werk aan te duiden. Met een bepaalde kennis en kunde, een bepaalde passie voor het vak, en met het creëren van iets dat iemand waardevol vindt. Een mooie kast, een winnend team, maar dus ook een leerzame cursus of college! Wanneer we doceren zien als vakwerk, dan richten we ons ook weer op hetgeen we allemaal willen doen; het leveren van goed onderwijs. We proberen dus waarde te creëren voor onze studenten, want uiteindelijk is dat toch de groep waarvoor we ons onderwijs geven.
Maar om dit te kunnen doen is best wat nodig. Weten we bijvoorbeeld wat onze studenten waarderen? Is dat die ene cursus dat met casussen en voorbeelden zorgt dat stof echt aantrekkelijk wordt gebracht? Of dat werkcollege waarin een student echt geïnspireerd raakt? Het is belangrijk dat we, om vakwerk te kunnen leveren, weten wat studenten waardevol vinden, waardoor ze geïnspireerd raken, en op welke manier. Vooral ook omdat wat studenten waardevol vinden continue aan verandering onderhevig is. Mijn eigen kinderen krijgen al veel les op een laptop en tablet, zitten die nog wel te wachten op stof die enkel via hoorcolleges en boeken wordt aangeboden? Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik dat wat uit het oog verlies door de discussies over onderwijsuren en publicatiedruk. Sluit mijn onderwijs nog wel aan op de belevingswereld van de huidige en toekomstige studenten? Is de stof nog wel relevant in het werkveld?
Dit betekent dat we nog een ander cruciaal onderdeel van vakwerk moeten aanspreken, namelijk het continue blijven ontwikkelen in de manieren waarop we waarde kunnen blijven creëren. Blijf daarom in gesprek met je studenten, maar ook met het werkveld om te blijven begrijpen hoe we op de beste manier die waarde te creëren, en welke kennis en vaardigheden daarvoor nodig is. En dat kan alleen wanneer docenten de autonomie en ruimte krijgen ook daadwerkelijk vakwerk te leveren en te ontwikkelen. Docenten hebben vertrouwen nodig, en speelruimte om nieuwe manieren uit te proberen en uit te vinden om vakwerk te blijven leveren. Het is daarom tijd om weer terug te gaan naar de kern, naar doceren als vakwerk dat continue in ontwikkeling is. Studenten inspireren, ze van die “aha!”-momenten laten beleven, en ze zien ontwikkelen tot deskundige professionals, dáár geven we ons onderwijs voor. Lesgeven, dat is eigenlijk een prachtig vak.