Het voorjaar komt eraan, we nemen afscheid van de winter. Als het weer ons daar even niet aan herinnert, zijn er voldoende andere hints te vinden: In de supermarkt staan flessen allesreiniger en emmers in frisse kleurtjes zij aan zij in het aanbiedingenschap. Op veel plaatsen ligt snoeiafval langs de weg, klaar om opgehaald te worden door de groendienst. Het is duidelijk; we gaan met z’n allen aan een voorjaarsschoonmaak.
Ook het onderwijsblok is weer afgelopen. Tenminste, voor studenten. Voor de docenten onder ons betekent dat vooral dat het werk zich heeft opgestapeld. Schrijfproducten en het (digitale) tentamen staan klaar om beoordeeld worden. Ik zie er altijd een beetje tegenop, maar tegelijkertijd is het een hele mooie manier om te zien wat mijn onderwijs heeft opgeleverd en hoe het bij studenten geland is. Tijdens het beoordelen van de eindproducten word ik altijd een héél klein beetje nostalgisch. Ik denk terug aan het opstellen van de cursusinformatie, het vormgeven van de colleges, soms enorm last-minute (lees: 15 minuten voor de start van het college) omdat we tóch iets wilden met de actualiteit of omdat we in de formatieve toetsing dingen zagen gebeuren die we wilden bespreken. Natuurlijk houden we rekening met de leerdoelen van de cursus, maar dat betekent soms ook dat je dingen last minute moet doen om de leerdoelen te bereiken. Dat vraagt om een bepaalde mate van wendbaarheid, en dat leidt tot wat last-minute werk. Juist daaruit komen dan soms de mooiste colleges, gesprekken en tentamenvragen uit voort.
Ik beoordeel de producten, maar tegelijkertijd beoordeel ik ook mijn eigen rol en ons onderwijs. Wat hebben wij gedaan tijdens de bijeenkomsten om de studenten te prikkelen tot nadenken, tot lezen, tot schrijven? Wat zouden we nog meer of juist minder kunnen doen? Die ideeën, reflecties en kanttekeningen schrijf ik op. Omdat ik, als we over een half jaar deze cursus weer voorbereiden, niet meer scherp heb waar ik nu over nadenk en waar we tegenaan liepen. Dan weet ik zeker dat ik het kan terugvinden, niet in mijn geheugen maar ergens in een document.
In het document van vorig jaar zie ik wat onze plannen voor dit jaar waren. Ik zie waar ik vorig jaar mijn eigen leerdoelen in deze cursus had gesteld, waar ik zelf meer nadruk op wilde leggen. Dit zijn niet alleen cursusdoelen, maar bijvoorbeeld ook het doel om de docentperspectieven meer te integreren. Wat mij betreft is dat gelukt, ik ben benieuwd of de studenten daar in de evaluaties dit jaar andere dingen over zeggen dan vorig jaar.
Kortom, ik hou een voorjaarschoonmaak door te reflecteren op het afgelopen blok. Dat ruimt op, daarmee sluit ik een hectische maar leuk blok af waarin studenten door middel van de opdrachten op een andere manier hebben leren kijken naar hun vakgebied.
Maar zo’n voorjaarsschoonmaak is ook de tijd om nieuwe zaadjes te planten en nieuwe dingen tot bloei te laten komen. Om maar bij de metafoor te blijven: onkruid wieden is belangrijk om de dingen waar het echt om gaat, ruimte, licht en lucht te geven. Sommige dingen zijn niet meer nodig, omdat ze niet meer bijdragen aan de leerdoelen of omdat het gewoonweg niet past in de colleges. Maar er zijn genoeg nieuwe dingen die we willen oppakken. Van andere werkvormen en opdrachten tot het toevoegen van nieuwe literatuur of andere manieren van toetsen.
Ik moet zeggen, het ruimt lekker op. Om stilletjes alvast naar volgend jaar te kijken zonder meteen concreet een planning te moeten maken voor de hele cursus. Om te zorgen dat ik niet te selectief dingen onthoud, maak ik een documentje. Mijn allesreiniger-en-vrolijke emmer voor deze cursus. Ik ben heel benieuwd naar de schoonmaakstrategie van anderen. Wat doe jij met de reflecties op de cursusafronding? Pas jij al de hele cursushandleiding aan na afloop van je cursus? Maak jij ook zo’n document? Of laat je het juist allemaal ‘de boel’ tot de nieuwe ronde zich aandient?
Wat je aanpak ook is, ik wens iedereen een hele fijne voorjaarsschoonmaak met als resultaat een heleboel mooie nieuwe ideeën en uiteindelijk een hele mooie bloeiperiode.