Ik weet eigenlijk nog steeds niet goed waarom, maar vanaf het eerste college vond ik de studie rechtsgeleerdheid gaaf. De opbouw van een wet, een hoofdregel waar in eerste instantie in mijn gedachten een bepaalde situatie niet goed mee opgelost kon worden, om er vervolgens achter te komen dat exact die situatie iets verderop beschreven werd als uitzondering op de hoofdregel. En als sluitstuk, de wet kan immers niet het echte leven volledig beschrijven, een rechter die in onvoorziene situaties beslist naar redelijkheid en billijkheid. De juridische ordening vind ik oprecht mooi.
Dat is ook wat lesgeven aan eerstejaars studenten voor mij veel voldoening geeft, een student die de nuance van wetgeving doorkrijgt, of gaat inzien waarom ieder woord in een wettekst exact gekozen is. Waarom een beslissing van een rechter in eerste instantie weerstand oproept en ogenschijnlijk ‘belachelijk’ lijkt, maar bij nadere bestudering logisch wordt. Interessant is het dan ook dat na verloop van tijd studenten overtuigd raken van deze studie, of, beter gezegd, dat het juridisch denken overheersend wordt.
Zo gaf ik tijdens studiekeuzevoorlichting aan scholieren vaak het voorbeeld van iemand die tijdens een feestje luid verkondigd dat een bepaalde overheidsdienst, dat was altijd de belastingdienst in mijn voorbeeld, de pik op hem had en hem belachelijke rekeningen stuurde. Waar de toehoorders van deze persoon dan begonnen te knikken, gaan bij mij als jurist dan meteen de alarmbellen af. Juristen kunnen het vaak niet laten om het sappige verhaal van iemand onderuit te halen en terug te brengen tot een emotieloze, alleszins redelijke regel, tot irritatie van niet-juristen die gewoon een verhaal willen vertellen tijdens een feest. Het moge duidelijk zijn dat mijn belastingdienstvoorbeeld tegenwoordig is aangepast.
Het bijbrengen van de eerste discipline aan studenten, ik geniet daar enorm van. Maar, naarmate de studie vordert, worden we steeds meer dat wat we studeren. Dat is ook de bedoeling, maar het maakt dat we de vraagstukken van de samenleving wellicht gaan opdelen in de eigen discipline. Zo heb ik samen met een aantal collega’s van de faculteit rechtsgeleerdheid en met docenten van ArtEZ University of the arts in Arnhem het Design of Justice programma georganiseerd, waarbij rechtenstudenten en design studenten gezamenlijk een rechtszaal voor jeugdstrafrechtszaken hebben ontwikkeld. De disciplines liggen best ver uit elkaar, en om een dergelijke groep elkaars vakgebied te laten zien, in vrij korte tijd, is zeker een uitdaging. De groep was echter zeer enthousiast. Juist als je de eigen discipline onder de knie begint te krijgen is het zeer leerzaam om interdisciplinair te gaan samenwerken. Geloof mij, ook als docent was dit een zeer leerzame ervaring.
Interdisciplinair onderwijs is echter veel meer dan leerzaam en nuttig als eyeopener voor individuele studenten. De noodzaak tot ingrijpende veranderingen in de samenleving en de versnelling van de samenleving leidt ertoe dat academici in een complexe en onzekere samenleving andere vaardigheden dan voorheen zullen nodig hebben, en dat zij veel vaker interdisciplinair zullen moeten werken. Ten aanzien van biodiversiteit verwoord het International Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) dit als volgt:
‘Goals for conserving and sustainably using nature and achieving sustainability cannot be met by current trajectories, and goals for 2030 and beyond may only be achieved through transformative changes across economic, social, political and technological factors.’
Meer specifiek, de enorme uitdagingen waar onze maatschappij al geruime tijd voor staat, bijvoorbeeld het creëren van een daadwerkelijk duurzame samenleving, vraagt om samenwerking tussen diverse disciplines. Om een dergelijke samenwerking te bereiken moeten studenten in de eerste plaats vakinhoudelijk worden opgeleid, een professional kan slechts interdisciplinair functioneren wanneer de eigen opleiding voldoende beheerst wordt. Gedurende de opleiding dient een student voorbereid te worden op de noodzaak cursus, en vakoverstijgend te denken.
Wat ik tot nu toe, in mijn rol als themaleider onderwijsontwikkeling bij het Radboud Teaching and Learning Centre, voorbij heb zien komen aan interdisciplinaire initiatieven laat mijns inziens zien dat de Radboud Universiteit de in onderwijsvisies opgenomen roep tot interdisciplinair onderwijs daadwerkelijk omzet in concrete lessen. Ik denk dat dit voor studenten, docenten en de maatschappij een goede ontwikkeling is.
Heb je ideeën, suggesties, vragen, ik hoor ze graag!
Mail naar Simon.tans [at] ru.nl (Simon[dot]tans[at]ru[dot]nl).
Het Radboud Teaching and Learning Centre geeft onderwijsvernieuwing een impuls met TLC-vouchers. Docenten en studenten van de Radboud Universiteit kunnen een aanvraag doen tot €10.000,-. Bekijk de webpagina over het TLC-voucherprogramma voor meer informatie.