Ik heb natuurlijk wel een mening. Een duidelijke ook. Doceren vereist interesse, anders wordt het saai. Ik ben wel degelijk een groot voorstander van de EU. Merkwaardig ook, dat samenpakken van links én de EU. Alsof daar een verband ligt. Mijns inziens is een positieve kijk op de EU eerder te typeren als een rechtse visie, de kern van de Europese integratie is immers vrijhandel, en het neoliberalisme zwaait er behoorlijk de scepter. Maar ja, Europa bemoeit zich ook met migratie, migranten binnenlaten is links en dus is een voorstander van de EU links. Overigens klopt dit dan ook nog eens, mijn migratiestandpunt ís inderdaad behoorlijk links, maar daar gaat het nu niet om. De meeste linkse partijen benaderen dit echter precies andersom, links zegt nee, nee, nee tegen handelsverdragen en nee, nee, nee en een tomaat richting werknemers en dienstverleners uit andere EU lidstaten. Een Eurofiel is dus de gebeten hond vanuit beide richtingen.
Links en rechts zijn überhaupt termen waar ik weinig mee kan. Ietwat ongenuanceerd, het zijn termen die gebruikt worden in een gepolariseerde discussie om de ‘tegenstander’ een bepaalde hoek in te drukken, waarna alle vooroordelen welke aan mensen in die hoek kleven nu ook aan de tegenstander kleven. Van theedrinkende knuffelaars tot nekschot minnende ‘minder, minder, minder’ roepers, u zult tot één van deze categorieën behoren. Ik ben niet links en ik ben niet rechts, (maar recht door zee) want ik en de wereld zijn niet zwart en wit, eerder blauw en geel met sterretjes. Het simpele links rechts gebral heeft qua inhoud wel wat weg van die kneiterhit. U begrijpt, ik heb weinig met discussies waarin de ander gezien wordt als tegenstander, en de vraag of Pieter Omtzigt’s nieuwe partij nu links of rechts is.
Enfin, liefde dus, van mij voor de EU. Mijn liefde voor de EU sprak ik tot voor kort maar voorzichtig uit in college. Waarom eigenlijk. Ik ben het namelijk eens met Biesta (het risico van onderwijs) dat het nodig is om, waar dat past, ruimte te geven voor socialisatie, de manieren waarop we via onderwijs deel worden van bestaande tradities en praktijken, en persoonsvorming, ofwel emancipatie en vrijheid. ‘Zonder dit risico van onderwijs krijg je sociale reproductie van makke objecten. Maar als we het risico van onderwijs willen nemen en omarmen, komt er ruimte voor het ‘in de wereld komen’ van vrije en unieke individuen.’
In mijn eigen woorden, ik wil leren beter op gang brengen door de discussie en de positie die ik en studenten innemen te verkennen. Vandaar ook mijn lauwe houding naar het uitgekauwde links of rechts. Dat leidt te makkelijk tot een luie discussie zonder inhoud. Je moet wel weten wanneer dat past als docent, een specifiek college moet zich er voor lenen. Maar het kan een enorme meerwaarde hebben om jezelf als mens met een mening neer te zetten, en dan pas, zoals in mijn geval, jurist gespecialiseerd in internationaal en Europees recht.
Maar ik wil vooral dat studenten hun eigen mening gaan vormen en beter in staat worden om die mening te vormen in dit hapsnap in 280 tekens tijdperk. Niet mijn mening of de luidste medestudent, maar een rijk gekleurde (en sowieso met blauw gele sterretjes) genuanceerde mening, rekening houdend met de volle complexiteit van onze maatschappij.