Waar haal jij je onderwijslust vandaan?
‘Uit de contacten met studenten, vooral als je ziet hoe ze zich steeds verder ontwikkelen en als je het gevoel hebt dat je daar een bijdrage aan kunt leveren. Daarom vind ik de pauzes van de colleges ook altijd het leukste, als studenten met hun persoonlijke verhalen komen. Maar mijn favoriete onderwijs is toch wel de individuele begeleiding bij stage en scriptie. Je trekt dan een jaar lang samen met de student op en begeleidt ze bij hun professionele (en vaak ook persoonlijke) ontwikkeling. Bij de stagebegeleiding komt daar nog eens bij dat ik een inkijkje krijg in de verschillende praktijkinstellingen waar studenten stagelopen en op die manier ook meer zicht op de issues die spelen in het werkveld.’
Welk onderwijsmoment is jou altijd bijgebleven?
‘De meest bijzondere momenten zijn gerelateerd aan bovenstaande: de student die na afloop van een college over hoogbegaafdheid in tranen naar me toekwam, overweldigd door de herkenning en het inzicht dat ‘dat waarschijnlijk verklaarde waarom ze zich altijd anders had gevoeld’, of de student die tijdens het stagegesprek tot een inzicht kwam, waardoor ze daarna een heel mooie ontwikkeling kon laten zien. Maar een ander bijzonder moment was de keer dat ik flauwviel voor een volle collegezaal. Achteraf gezien was ik eigenlijk te ziek om college te geven, maar ja, een college zeg je toch niet af. Het was voor mij wel een les, die ik graag deel met collega’s: Je gezondheid gaat voor, en colleges kunnen echt wel afgezegd worden als dat nodig is (en vaak zijn andere oplossingen mogelijk).’
Waar haal jij inspiratie vandaan voor jouw onderwijs?
‘Als vicedecaan onderwijs heb ik veel gesprekken met studenten en docenten over het onderwijs en hoe we dat beter en leuker kunnen maken, waar ik veel van leer. Daarnaast ben ik betrokken bij het TLC-onderzoek van Kim van Broekhoven, die bestudeert hoe je de creativiteit van studenten kunt bevorderen – en daar is ook creativiteit van docenten voor nodig.’
Wat is jouw favoriete aanpak in het onderwijs?
‘Ik vind het belangrijk dat studenten zelf aan het denken gezet worden, dat hun creatieve en kritische denkvaardigheden echt gestimuleerd worden. Ik gooi ze het liefst in het diepe, maar blijf natuurlijk wel in de buurt om ze te helpen als dat nodig is. Bovendien geef ik ze zoveel mogelijk ruimte om hun eigen invulling te geven aan het onderwijs, dat stimuleert de motivatie en creativiteit.
Welke tip heb je voor docenten?
‘Wees creatief!’