Waar halen jullie je onderwijslust vandaan?
Evelien: ‘Die passie zit er al van jongs af aan in. Ik herinner me dat ik ooit als kind een kleurplaat maakte waarin ik over het schoolplein liep. Ik dacht dat ik juf zou worden. Uiteindelijk ben ik dokter geworden, omdat ik graag mensen wilde helpen. Ik merkte tijdens mijn opleiding dat ik extra uitdaging wilde en niet alleen maar patiënten wilde zien. Huisarts zijn is best solistisch en in het onderwijs vind ik het juist heel leuk om samen te werken. Ik ben toen de differentiatie onderwijs gaan doen in het laatste jaar van mijn huisartsopleiding en zo ben ik er ingerold.’
‘Ik vind het leuk om de kennis die ik heb over te dragen en het stimuleert ook om zelf mijn kennis op peil te houden. Ik vind het ook een leuke uitdaging om jonge mensen enthousiast te maken voor het vak, want er is best veel negatieve aandacht voor, bijvoorbeeld over de werkdruk.’
Floris: ‘Ik ben er ook in blijven hangen sinds mijn studietijd. Ik deed toen onderzoek en dan word je ook ingedeeld voor onderwijstaken. Ik vind het ontzettend leuk om mee te kijken door de ogen van de student, Zij hebben een hele fijne, naïeve (in de goede zin van het woord) blik. Ze stellen leuke vragen die mij aan het denken zetten. Waarom doe ik dit eigenlijk zo? Het zorgt ervoor dat ik me steeds weer realiseer hoe leuk mijn eigen werk is en door er van een afstand naar te kijken, word ik er een betere dokter van.’
Hoe werken jullie samen?
Floris: ‘We werken nu drie jaar samen als regisseurs van het eerste kwartaal van de opleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. Als regisseur zorg je ervoor dat je mensen bij elkaar zet die goed zijn in onderwijs geven, omdat ze veel weten over hun vak en dat op een fijne, gepassioneerde manier kunnen overbrengen naar studenten.’
Evelien: ‘Het eerste jaar van onze samenwerking was heel druk met een en we moesten elkaar ook nog als maatjes leren kennen. Wie doet wat en wie is waar goed in? Dat was best intensief. Nu hebben we meer onze eigen rol daarin gevonden en we vullen elkaar goed aan. Het is fijn om met elkaar te sparren. Je hebt altijd een klankbord.’
Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
Floris: ‘Onze samenwerking verloopt heel organisch, dus de meeste ideeën worden samen geboren. Evelien werkt wel veel meer gestructureerd dan ik en dat helpt om steeds even terug te grijpen naar de vraag ‘Waar zijn we nu mee bezig en what’s next?’. Ze houdt de focus scherp. Daarvoor heb ik veel aan Evelien.’
Evelien: ‘Ik vind Floris heel creatief. Hij weet voor mijn gevoel al veel meer dan ik over allerlei dingen. De inhoud van het eerste kwartaal gaat best diep, dus zijn onderzoeksachtergrond helpt ook om bepaalde kritische vragen te stellen. In het begin was het best wel zoeken. Floris weet zo veel. Wat heb ik daar nog aan toe te voegen? Maar ik heb gemerkt dat ik ook juist de mentale kant van studeren heel interessant vind. Het is leuk om steeds meer je eigen rol te pakken en ook geïnspireerd te raken door de ander.’
Wat hopen jullie studenten mee te geven?
Evelien: ‘Doe iets met waar je passie zit! Ik zie het niet als mijn taak om alleen maar heel ambitieuze dokters af te leveren. Ik wil realistische dokters afleveren die niet alleen maar bezig zijn met het opbouwen van hun CV, maar zich ook als mens ontwikkelen. Dan kan het natuurlijk ook zijn dat ze erachter komen dat geneeskunde niet het vak is waar ze in verder willen.’
Floris: ‘Het thema van het eerste kwartaal is ‘verwondering’. Daarin willen we studenten laten proeven aan allerlei aspecten van geneeskunde en biomedische wetenschappen. Als je de studenten alleen maar vertelt dat ze zich moeten verwonderen, dan verdrinken ze. Daarom bieden we ze een aantal perspectieven waarmee ze aan de slag gaan, zoals het perspectief van de cel, de stofwisseling, de anatomie, mens en maatschappij, etc. Ik hoop dat die kaders hen helpen om een goed beeld te krijgen van het vak.’
Waar zijn jullie trots op?
Floris: ‘Vorig jaar hadden we voor het eerst een grote wijziging in het curriculum, dat werd SIMPEL genoemd. Dat bood de kans om het hele kwartaal opnieuw in de steigers te zetten. Toen hebben we de stap gezet met die perspectieven. We kregen terug van studenten dat het goed werkt om eerst even uit te zoomen en daarna vanuit die perspectieven naar het vak te kijken. Ook docenten werden er blij van.’
Evelien: ‘Ja, dat vind ik misschien nog wel het meest voldoening geven. Tuurlijk is het fijn dat studenten blij zijn met de veranderingen, maar dankzij SIMPEL hebben we allemaal sessies georganiseerd met alle hoofddocenten van ons kwartaal. Doordat zij van elkaar hoorden waar ze mee bezig waren, heeft die curriculumherziening veel meer opgebracht dan alleen een wijziging in modules. Docenten hebben onderling ook veel uitgewisseld. Ik denk dat het kwartaal daardoor nog beter is geworden, omdat docenten elkaar beter kennen en beter weten te vinden.’