Portretfoto van Liesbet Veenstra
Portretfoto van Liesbet Veenstra

De onderwijslust van Liesbet Veenstra

Als tegenhanger van 'onderwijslast' vragen we elke maand een Radboud-docent om zijn of haar 'onderwijslust'. Deze maand vertelt Liesbet Veenstra, universitair docent Statistiek en Onderzoeksmethodologie bij de opleiding Communicatiewetenschap, waar zij energie van krijgt in het onderwijs.

Waar haal jij je onderwijslust vandaan?  

‘Mijn onderwijslust ontstond toen ik als derdejaars student Onderwijskunde werkgroepen en practica statistiek mocht geven. Ik was goed in statistiek, maar ontdekte daar dat ik de stof ook goed kon uitleggen en dat ik het heel leuk vond om medestudenten te helpen. Prachtig was het, om in de ogen van studenten te zien dat er kwartjes vielen. Dat moment bereiken samen met studenten is iets dat mij tot op de dag van vandaag motiveert. Met statistiekonderwijs ben ik nooit meer gestopt. Je zou kunnen zeggen dat ik mijn passie vroeg heb gevonden.’ 

Welk onderwijsmoment is jou altijd bijgebleven?  

‘In mijn promotieonderzoek heb ik de effecten onderzocht van het gebruik van een interactief stemsysteem in grootschalige hoorcolleges. Dat was toen, in 1998, nog een heel gedoe. De smartphone bestond niet en er moest een firma met speciale apparatuur naar de collegezaal komen voor mijn experiment. Jaren later gebruikte ik voor het eerst Mentimeter in mijn hoorcolleges. Geheel in lijn met mijn proefschrift combineerde ik dat met Peer Instruction, want dan had je het grootste leereffect.'

'Ik herinner me nog de spanning die ik had bij het afbeelden van de QR-code. Geen idee hoe dat werkte. Ik had zelf nog geen smartphone maar gokte erop dat het voor studenten gesneden koek zou zijn. Ik herinner me het beeld van alle telefoons in de lucht om te scannen, het geroezemoes en de nieuwsgierigheid in de zaal bij de bewegende staven in Mentimeter. En ik herinner me mijn eigen gevoel toen zo’n collegezaal vol studenten daadwerkelijk onderling ging discussiëren. Op dat moment wist ik namelijk even niet zo goed wat ik daarmee moest, want ik was het niet gewend om in een hoorcollege de touwtjes uit handen te geven.’ 

Waar haal jij inspiratie vandaan voor jouw onderwijs?  

‘Van studenten en van mijn collega’s. In gesprekken met studenten of in cursusevaluaties vraag ik altijd naar tips om het onderwijs te verbeteren. Dat levert goede en interessante inzichten op. Verder vind ik het ook leuk om met collega’s te sparren over onderwijs. Maandelijks bespreken we bijvoorbeeld onderwijsgerelateerde onderwerpen in een lunchpauzebijeenkomst. Ook heb ik een teaching buddy. Dat is een collega met wie ik een jaar lang ervaringen uitwissel en bij wiens onderwijs ik mag (af)kijken. Tenslotte bezoek ik graag bijeenkomsten van bijvoorbeeld SURF, TIP of het TLC. Voor de RU Onderwijsdagen blokkeer ik ook altijd mijn agenda.' 

Wat is jouw favoriete aanpak in het onderwijs?  

‘De aanpak varieert, maar het uitgangspunt niet. Ik ben een groot voorstander van autonomie-ondersteunend onderwijs. Ik vind het belangrijk dat studenten zelf hun weg kunnen kiezen in mijn cursussen, maar ze moeten zich daarbij ook gesteund voelen. Daarom gebruik ik vaak een flipped classroom opzet. Dit betekent dat ik mijn hoorcolleges heb vervangen door kennisclips met een online forum. Contacttijd op de campus gebruiken we dan juist voor extra begeleiding, verdieping, vragen en feedback.’  

Welke tip heb je voor docenten?  

‘Kijk af! Praat niet alleen met je collega’s over onderwijs, maar ga vooral ook eens bij ze kijken. Bezoek af en toe een (online) workshop die voor jou out of the box is. Het kan je visie op onderwijs verbreden en wie weet passen verschillende puzzelstukjes op een later moment ineens heel mooi in elkaar.’  

Contactinformatie