Tom van Onna werkt sinds 1 oktober 2021 als manager energie & energietransitie bij Campus & Facilities. Hiervoor werkte hij ruim tien jaar bij netbeheerder Alliander. Tom is de opvolger van Toon Buiting, die met de ontwikkeling van het Hybride Energienet eraan heeft bijgedragen dat het gasverbruik op de campus enorm is afgenomen. De eerste twee maanden heeft Tom vooral kennisgemaakt met collega’s en inmiddels heeft hij al een goed beeld gekregen van de energiesituatie van de campus. Tom van Onna vertelt dat hij een ambitieus en uitdagend doel bij zijn aanstelling heeft meegekregen: een energieneutrale campus in 2050.
Continue aandacht
Wat was jouw eerste indruk van de campus? Tom van Onna: “De campus is groen, ruim opgezet en een bonte verzameling aan gebouwen. Dat bedoel ik positief, de gebouwen ademen de diversiteit uit van de faculteiten. Ik vind het superleuk om de campus te leren kennen. Zo voelt het ook echt, ik woon in Nijmegen maar in dit deel van de stad kwam ik eigenlijk nooit. Maar er is hier zeker het nodige te doen op het gebied van energie, we verbruiken veel. Mede omdat er naast nieuwe gebouwen ook veel verouderde gebouwen staan. Ik ben wel echt positief verrast hoe professioneel de Radboud Universiteit bezig is met het Hybride Energie Net. Het is echt heel gaaf wat we daarmee doen. Ik geloof dat de continue aandacht die hieraan gegeven wordt een belangrijke succesfactor is.”
Goed in de vingers
Tom vertelt verder: “Een belangrijk onderdeel van het Hybride Energie is de Warmte Koude Opslag (WKO). Dat is een seizoensopslag van warmte en koude in de grond. Voortdurend zijn mensen bezig om het systeem te optimaliseren. Er zijn allerlei ‘knopjes’ waaraan we kunnen draaien. Zo moeten in het tussenseizoen sommige oudere gebouwen worden verwarmd en moderne gebouwen gekoeld. De warmte die vrijkomt bij het koelen van het Maria Montessorigebouw bijvoorbeeld gebruikt de universiteit weer voor de verwarming van andere gebouwen. Daardoor hoeft er geen warmte uit de grond gehaald te worden, dit scheelt weer energie. Dit is een optimalisatie binnen het systeem en dat hebben we hier bijzonder goed in de vingers. Zo’n WKO vind ik nog altijd een speciaal systeem”, zegt Tom. “Dat je in de zomer een gebouw met grondwater kan koelen, daar kun je je wel iets bij voorstellen. Maar dat het water dat je de grond instopt een half jaar later nog steeds warm is en te gebruiken voor gebouwverwarming? Dat blijf ik heel bijzonder vinden!”
Stabiel blijven
Met welke ontwikkelingen krijgen we te maken? Tom: “Er gaat veel veranderen. We willen namelijk energieneutraal worden in 2050. En om dat te behalen, moeten we ieder jaar 4% besparen. De komende jaren zal veel tl-verlichting worden vervangen door Ledverlichting en er zullen steeds meer en betere zonnepanelen komen. De grootste sprongen gaan we maken met renovatie, sloop en nieuwbouw. Dit zijn de zaken die we zelf in gang zetten. Waar we van buitenaf mee te maken krijgen, zoals eigenlijk iedereen, zijn de stijgende energieprijzen. Het scheelt wel al een hoop dat wij het gasverbruik enorm hebben teruggebracht. Maar het is alleen al een enorme uitdaging om het elektraverbruik stabiel te houden. Want hoe meer gas we uitfaseren, des te meer warmtepompen we daarvoor terugkrijgen. Deze verbruiken weer elektrische energie. Het is gelukkig niet één-op-één, maar het verbruik verplaatst zich wel een beetje van gas naar elektra. Er komt ook steeds meer ICT en laboratoriumapparatuur bij. Als we niets doen, blijft het elektraverbruik toenemen. Kortom we moeten volhouden, de energietransitie op de campus is een marathon.”
Warmte delen met de buren
Wat zouden we dan nog meer kunnen doen? Is waterstof gebruiken een optie voor de toekomst? Tom: “Ik verwacht niet dat het voor de campus nodig zal zijn om waterstof te gebruiken. Waterstof moet je inzetten daar waar je hele hoge temperaturen nodig hebt. Bijvoorbeeld voor een heel specifiek productieproces. Dat hebben wij niet. Ik denk dat het heel goed mogelijk is om voorgoed van het aardgas af te komen. Niet binnen twee jaar, maar wel binnen tien jaar. En dat we volledig gaan verwarmen met het WKO-systeem en ‘all electric’ worden. Want gas gebruiken we hier op de campus eigenlijk alleen voor verwarmingsdoeleinden. Er liggen op de campus hele mooie kansen, met de verdere optimalisatie van de WKO en de warmte die er over is. Zo hebben we datacenters die warmte produceren en gebouwen als het HFML. Dat zijn best wat warmtebronnen bij elkaar. Als we onze gebouwen steeds verder isoleren, dan houden we steeds meer warmte over die we kunnen verspreiden en ook delen met de buren. Op dit moment zijn we in gesprek om restwarmte van het ziekenhuis te gebruiken. Dus voorlopig helpt dit ons met verwarmen. Maar we zijn ook al met SSHN aan het praten om hun gebouwen van het gas af te helpen. Dus de warmte die over is van het ziekenhuis geeft het UMC aan de universiteit en de universiteit geeft daar weer een deel van aan SSHN.”
Gevels en parkeerplaatsen
Er zijn zonnepanelen voor gevels ontwikkeld door Soluxa, een spin-off van de Radboud Universiteit. Kunnen deze wellicht een bijdrage leveren? Tom: “Ja, daar ben ik superenthousiast over. Het zou mooi zijn als we daarmee gaan werken en het is misschien ook zelfs wel nodig. Als we hier met zonnepanelen het elektriciteitsverbruik van 2020 willen opwekken, dan moeten we álle dakoppervlakken van álle gebouwen op de campus helemaal vol leggen met panelen, en dat keer vier! Je ontkomt dus waarschijnlijk niet aan zonnepanelen voor aan de gevels. Waar je verder nog aan kunt denken, zijn parkeerplaatsen. Deze zouden we kunnen overdekken en de daken voorzien van zonnepanelen.”
Andere inzichten
Zijn er dingen waar jij anders tegenaan kijkt dan je voorganger? Tom: “Ja, ik heb leuke discussies gehad met Toon. Vooral over de inkoop van groene energie. De Radboud Universiteit en Radboudumc kopen gezamenlijk 100% duurzame energie in. Dat is natuurlijk perfect en ook dat dit windenergie is. Destijds is ervoor gekozen dat we een beetje meebetalen aan de ontwikkeling van een nieuw windpark. Toen leek dat een goed idee, om zo de ontwikkeling van een windmolenpark van de grond te krijgen. Inmiddels is de markt zo veranderd dat ik dit niet meer zou adviseren. De elektriciteitssector heeft voldoende financiële prikkels om zijn elektriciteitsproductie snel te verduurzamen. Dit komt door de gestegen CO2- en brandstofprijzen en subsidie voor het eventuele gedeelte dat een investering niet rendabel is. Daar hoeft een universiteit volgens mij geen extra duit voor in het zakje te doen. Het zijn nu de ruimtelijke plannen die bepalen waar en hoeveel windmolens er komen, het is geen vraagstuk meer of het financieel wel kan."
Overzichtelijke campus
Tom voelt zich inmiddels al aardig thuis op de campus. “Bij mijn vorige werkgever was ik één van de energiespecialisten. Alliander zit door heel Nederland als netbeheerder. En een netbeheerder is gebonden aan allerlei wet- en regelgeving. Daarnaast heb je te maken met regionale verschillen. Er zijn kortom veel factoren die het werk complex maken. Dat valt hier relatief mee. Op de universiteit gaan minder mensen over de energie en de nieuwbouwplannen. Je kunt hierdoor sneller schakelen. De campus is met zijn vierkante kilometer oppervlak best overzichtelijk. Als je wil weten hoe iets zit, dan loop je er gewoon naartoe.”